Acht ex-Eternit bazen veroordeeld door Italiaanse rechter

29-06-2006

Een Siciliaanse rechter heeft acht voormalige bazen van Eternit veroordeeld tot gevangennisstraffen van in totaal 20 jaar wegens verzuim om werknemers in de Siciliaanse fabriek te informeren over de gevaren van asbest. Onder de veroordeelden was de Belg Karel Vinck die in de jaren 70 aan het hoofd van Eternit Italië stond en later leiding gaf aan de het Belgisch Nationale Spoorwegbedrijf, de SNCB. Hij kreeg drie jaar voorwaardelijk wegens doodslag, maar gaat in beroep. In de Belgische krant De Tijd van 24 juni licht hij hij in een interview uitgebreid toe waarom hij zich als mens en als industrieel oneerlijk behandeld voelt door de rechter en door sommige media. Bron: De Tijd, 24 juni 2006 en Europees vakbondsinstituut Hesa, mail 28 juni 2006.

Claim tegen Japanse regering wegens nalatigheid asbest

13-06-2006

Vijf asbestslachtoffers en drie nabestaanden hebben de Japanse overheid aangeklaagd wegens nalatigheid bij het invoeren van beschermende maatregelen tegen het gebruik van asbest. Zij menen dat de Japanse overheid al 70 jaar op de hoogte is van de gezondheidsrisico’s van asbestblootstelling, naar aanleiding van een onderzoek in de Sennan-regio tussen 1937 en 1940. De overheid wachtte echter veel te lang met de invoering van beschermende maatregelen. De betreffende slachtoffers komen niet in aanmerking voor de financiële compensatie-regeling die de Japanse overheid onlangs afkondigde. Bron: Mainichi Daily News, 26 mei 2006.

Schoonmaakbedrijf Ground Zero aangeklaagd voor nalatigheid

13-06-2006

Schoonmaakbedrijf Bovis Lend Lease heeft al 5000 claims ontvangen wegens longklachten bij (ex-)werknemers die onvoldoende beschermd waren tegen gevaarlijke stoffen (o.a. asbest) bij de schoonmaak van “Ground Zero” vlak na 11 september 2001. Bron: The Australian, 6 juni 2006.

VK: alle werkgevers aansprakelijk stellen voor asbestblootstelling

23-05-2006

Het Britse “House of Lords” heeft begin mei een ruling afgekondigd die stelt dat asbestslachtoffers of hun nabestaanden alle werkgevers aansprakelijk moeten stellen waar zij mogelijk met asbest in aanraking zijn geweest. Voorheen kon men, net als in Nederland, een volledige schadevergoeding eisen van de zogenaamde “meest gerede werkgever”.Vanaf nu moet deze verdeeld worden over de verschillende werkgevers, gebaseerd op de lengte van de tijd die een werknemer bij de betreffende werkgever aan asbest is blootgesteld. Een werkgever is daarmee uitsluitend aansprakelijk voor het blootstellingsrisico dat hijzelf heeft veroorzaakt. Bron: British Lung Foundation, 4 mei 2006. Meer http://www.lunguk.org/news.asp#202

Rechtbank Almelo: Eternit niet verantwoordelijk voor milieuslachtoffer asbest

23-04-2006

Voormalig asbestproducent Eternit in Goor is niet verantwoordelijk voor de dood van een vrouw uit die plaats, die ziek moet zijn geworden van asbestpuin op haar erf. De uitspraak betreft de zaak van een in 2000 op 62-jarige leeftijd overleden vrouw uit Goor. Zij is geboren, getogen en overleden op een boerderij in Markelo, die ongeveer een kilometer van de Eternit fabriek ligt. In de jaren zestig en zeventig haalden zij en haar man ongeveer een keer per maand asbestafval op om het erf en de weg er naar toe te verharden. Ze schepten het in cement gebonden asbest zelf op een wagen. Volgens de rechtbank staat niet onomstotelijk vast dat haar ziekte uitsluitend is veroorzaakt door de asbestverharding. Ook had Eternit niet hoeven waarschuwen. In de jaren zeventig zou alleen bekend zijn geweest dat losse vezels mogelijk gevaarlijk waren, niet het gebonden asbestpuin. De rechters wijzen er op dat het asbestafval niet gemaakt was voor wegverharding. Dat het daarvoor toch gebruikt is, kan Eternit niet aangerekend worden. Toen rond 1984 wel duidelijk werd dat ook asbestcement gevaarlijk kon worden, hoefde Eternit ook niet te waarschuwen, aldus de rechters. Ze zijn het met Eternit eens dat de eigenaren van de asbestwegen zelf de (weg)gebruikers hadden moeten waarschuwen. Deze uitspraak van de rechtbank in Almelo kan gevolgen hebben voor andere slachtoffers van ‘asbestwegen’, die nog schadevergoeding van Eternit willen.Bron: Rechtspraak.nl: rechtbank Almelo, AW3306, 19 april 2006.

Rechtbank Almelo: Eternit betaalt nabestaande milieuslachtoffer uit Goor

15-04-2006

Het vroegere asbestbedrijf Eternit biedt 53.000 euro schadevergoeding aan de weduwnaar van de 70-jarige mevrouw Jansen uit Goor. Zij leed aan mesothelioom (longvlieskanker) en had geen (in)directe relatie met het bedrijf. De vrouw is het eerste milieuslachtoffer waarvoor Eternit 48.000 euro smartengeld en 5.000 euro materiele schade uitkeert. De Goorse overleed onlangs. Dit naar aanleiding van een kort geding voor de Almelose rechtbank. Eternit is bereid te betalen na onderhandelingen met staatssecretaris Van Geel van VROM in december. Het bedrijf erkent nadrukkelijk geen aansprakelijkheid. Milieuslachtoffers van asbest moeten voldoen aan acht voorwaarden voor het tijdelijke Eternit-protocol. Zij moesten op 15 december 2005 nog leven en hebben bij leven een aanvraag moeten doen. Slachtoffers moeten voor 1994 zeker tien jaar in de huidige Hof van Twente hebben gewoond. Ook moeten zij aannemelijk maken dat er geen andere blootstelling aan asbest is geweest. Bron: Dagblad Tubantia Twentsche Courant, 12 april 2006.

Hoge Raad aanvaardt "proportionele aansprakelijkheid" in asbestzaak

03-04-2006

De Hoge Raad heeft op 31 maart 2006 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een asbestverwerkend bedrijf waarin de werknemer gedurende lange tijd met asbeststof had gewerkt, maar ook jarenlang had gerookt. Voor het eerst kwam de Hoge Raad tot de volgende beslissing. Als een werknemer schade heeft geleden die zowel kan zijn veroorzaakt doordat zijn werkgever hem onvoldoende heeft beschermd tegen schade in de uitoefening van zijn werkzaamheden door blootstelling aan een voor de gezondheid gevaarlijke stof, als kan zijn veroorzaakt door een aan de werknemer zelf toe te rekenen oorzaak zoals roken, genetische aanleg, veroudering of van buiten komende oorzaken, of door een combinatie daarvan, terwijl niet met voldoende zekerheid is vast te stellen in welke mate de schade van de werknemer door deze omstandigheden of één daarvan is ontstaan, mag de rechter de werkgever tot vergoeding van de gehele schade van de werknemer veroordelen met vermindering van “kort gezegd” het aandeel dat aan het eigen toedoen van de werknemer valt toe te schrijven. De Hoge Raad sluit hiermee aan bij het advies van de Gezondheidsraad over longkanker na asbestblootstelling . De Gezondheidsraad adviseert om te komen tot een “proportionele compensatie”, die erin bestaat dat het slachtoffer een hoger schadebedrag ontvangt naarmate de beroepsmatige asbestblootstelling, en dus de kans dat de longkanker door asbest werd veroorzaakt, groter is. Bron:Hoge Raad 31 maart 2006 LJN: AU6092. Samenvatting www.rechtspraak.nl

Hoge Raad: zorgplicht werkgever afhankelijk van omstandigheden

17-03-2006

Een werknemer is tijdens zijn dienstverband van 1965 tot 1967 als monteur bij een verwarmingsinstallatiebedrijf blootgesteld geweest aan asbest. In 1998 is hij overleden als gevolg van mesothelioom. De rechtbank oordeelde dat ook niet asbestverwerkende bedrijven bekend waren met de gevaren van asbest en dat de werkgever de verplichting had alle veiligheidsmaatregelen te nemen die waren vereist om haar werknemers tegen dat gevaar te beschermen. De Hoge Raad vernietigt dit oordeel omdat het “blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting”. Het is volgens de Hoge Raad ‘afhankelijk van de omstandigheden van het geval en van de toentertijd bestaande kennis en inzichten, welke veiligheidsmaatregelen van de werkgever konden worden verwacht’. De Hoge Raad concludeert dat ‘het enkele feit dat gedurende het dienstverband van benadeelde bekend was, ook aan niet asbestverwerkende bedrijven, dat blootstelling aan asbeststof gevaar voor asbestose opleverde, er nog niet toe leidt dat op de werkgever de verplichting rustte veiligheidsmaatregelen te nemen om haar werknemers tegen dat gevaar te beschermen, ongeacht de duur en intensiteit van die blootstelling’. Het geding wordt verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling en beslissing. Bron: Hoge Raad, 17 februari 2006, AU6927/C04199HR. Samenvatting www.rechtspraak.nl

VK: toch geen schadevergoeding voor asbestslachtoffers met "pleurale plaques"

14-02-2006

Het Britse hooggerechtshof bepaalde in februari 2005 dat verzekeringsmaatschappijen en de Britse regering ook schadevergoeding moeten betalen aan asbestslachtoffers met “pleurale plaques” (een goedaardige verdikking van het borstvlies). De aandoening “an sich” is volgens het Hooggerechtshof geen reden voor compensatie maar wel de daarbijbehorende penetratie van de longen door asbestvezels die slachtoffers een extra risico geeft op het ontwikkelen van ernstiger asbestziektes en de angst die daarbij hoort. De verzekeraars gingen in beroep bij het het “Court of Appeal en stelden dat deze longaandoening niet als een ziekte aangemerkt kan worden omdat deze zelden pijn of andere ziekteverschijnselen geeft. Angst voor eventuele toekomstige klachten is volgens de verzekeraars niet voldoende om vergoeding te kunnen eisen. Op 26 januari j.l. heeft het Hof van Beroep (Court of Appeal) de uitspraak van het Hooggerechtshof vernietigd en de verzekeraars gelijk gegeven. Het hof heeft slachtoffers nog wel de mogelijkheid gegeven hiertegen in beroep te gaan bij het “House of Lords”. De juridische strijd is daarmee nog niet afgelopen. Bron: The Financial Times, 27 januari 2006.

Rechtbank Den Haag: asbest geen oorzaak van longkanker

07-02-2006

Een monteur heeft in de periode van 1971 tot 1997 gewerkt in de Cannerberg te Maastricht, waar het Navo Joint Operation Centre was gevestigd. Duidelijk is dat hij in zijn werk blootgesteld is aan asbest. Hij was tevens roker. In 2000 overleed hij aan de gevolgen van longkanker. Zijn nabestaanden vragen schadevergoeding omdat de asbestblootstelling een oorzaak zou zijn geweest van de longkanker. De rechtbank ondersteunt het verweer van het ministerie van Defensie dat er geen causaal verband is tussen de asbestblootstelling en de longkanker omdat de mate van blootstelling minder dan 25 vezeljaren is geweest. Volgens internationale opvattingen wordt er in gevallen van combinaties van roken en asbestblootstelling pas bij een mate van blootstelling van 25 vezeljaren aangenomen dat er een aanzienlijk verhoogd risico is op het krijgen van longkanker. Ook het beroep van de nabestaanden op aansprakelijkheid op grond van de omkeringsregel wordt door de rechter afgewezen omdat het causale verband tussen de blootstelling en de longkanker niet is aangetoond. Indien er wel sprake zou zijn geweest van een oorzakelijk verband, dan had het ministerie van Defensie, op grond van de omkeringsregel aansprakelijkheid alleen uit kunnen sluiten, als aannemelijk was gemaakt dat de longkanker ook zonder de blootstelling aan asbest zou zijn ontstaan. Bron: rechtspraak.nl, AU9747, Rechtbank Den Haag, datum uitspraak: 2 december 2005.