Webinar ‘Bemiddeling schadevergoeding asbestslachtoffers’
Op 23 juni 2021 heeft het webinar ‘Bemiddeling schadevergoeding asbestslachtoffers’ plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn veel vragen gesteld. Hieronder staan de belangrijkste vragen en antwoorden.
Algemeen
Wat is de reden om nu dit webinar te doen?
In 2020 bestond het IAS twintig jaar, er stond een congres gepland. Door de coronasituatie is dat in 2020 en vervolgens in 2021 niet doorgegaan. Om het belang van het instituut onder de aandacht te houden en alle spelers te wijzen op het belang van een succesvolle bemiddeling is besloten om een webinar te organiseren.
Medische/epidemiologische vragen
Wat kunt u zeggen over de gemiddelde latentietijd door de jaren heen?
De latentietijd is momenteel gemiddeld meer dan 50 jaar en wordt steeds langer. Er zijn verschillende verklaringen waarom de latentietijd (de tijd tussen het eerste moment van asbestblootstelling en het moment dat de asbestziekte zich openbaart) steeds langer wordt:
- Om een goed gemiddelde vast te stellen dient men een lange periode te overzien, minimaal een periode van 50 jaar na de blootstelling. Het gebruik van asbest in Nederland nam toe vanaf begin jaren 60 van de vorige eeuw en bereikte eind jaren 70 een piek. Vanaf begin jaren 80 nam dit gebruik scherp af. Dat kunnen we nu pas goed overzien;
- Mensen leven nu langer, zijn gezonder dan vroeger. Vroeger was de kans groter dat ouderen al aan een andere ziekte waren overleden voordat de asbestgerelateerde ziekte zich zou openbaren;
- Mensen krijgen op hoge leeftijd mesothelioom. Vaak is er dan sprake van comorbiditeit (meer ziektes tegelijkertijd), waardoor de diagnose gemist kan worden. Dit risico is steeds kleiner, omdat de diagnostiek steeds beter wordt en daarmee de registratie betrouwbaarder.
- De blootstelling is tot eind jaren 70 frequenter en intensiever geweest dan daarna. Mogelijk heeft de mate van blootstelling een relatie met de duur van de latentietijd. Des te intensiever de blootstelling, des te korter de latentietijd. We krijgen steeds meer te maken met mensen die minder blootstelling hebben meegemaakt en daardoor op latere leeftijd pas ziek worden. Voor deze verklaring zijn aanwijzingen gevonden, maar nog geen overtuigend bewijs.
Nu dat het aantal asbestslachtoffers tegen de verwachting in niet daalt, zou je daarmee ook niet kunnen concluderen dat de kanker mogelijk (toch) niet door asbest is veroorzaakt?
Nee, deze conclusie valt niet te trekken op basis van een stabiel aantal asbestslachtoffers. De meeste asbestslachtoffers hebben immers wel degelijk in het verleden zelf met asbest gewerkt of hadden een beroep waarin asbestblootstelling voorkwam.
Zijn sterftecijfers (incidentie) ten opzichte van de bevolking niet vertekenend? a) omdat het tientallen jaren duurt voor de ziekte zich openbaart en b) omdat je misschien beter kunt vergelijken met omvang beroepsbevolking destijds.
Cijfers over incidentie worden altijd opgesteld op het moment dat er sprake is van een ziekte. Maar bij de beoordeling van het plaatje van de dalende incidentie is het wel goed om zich te realiseren dat de Nederlandse bevolking is gegroeid én dat het jongere deel van de bevolking in het verleden niet of veel minder intensief aan asbest is blootgesteld dan het oudere deel. Een andere mogelijkheid is te onderzoeken wanneer en in welke beroepsgroep in het verleden het risico op een asbestziekte het grootst was. Het IAS heeft pogingen hiertoe ondernomen. Helaas blijkt het dat cijfers over de omvang van de beroepsbevolking in de tweede helft van de vorige eeuw niet systematisch zijn bijgehouden.
Hoe staat het met andere asbestziekten: pleurale plaques, longkanker ten gevolge van asbest?
Het IAS houdt met name de gegevens bij van de asbestziekten waarvoor het instituut belast is met de uitvoering van een regeling. Zie over andere ziekten de website van het IAS: https://asbestslachtoffers.nl/asbest-en-gezondheid/ziek-door-asbest/
Een werkgroep van het IAS acht het in een publicatie in 2018 over asbestgerelateerde longkanker voor waarschijnlijk dat er jaarlijks bij ongeveer 800 mensen longkanker wordt vastgesteld die in het verleden beroepsmatig aan asbest zijn blootgesteld. Voor pleurale plaques zijn geen cijfers voor Nederland beschikbaar.
Vragen over het bemiddelingsproces
Op basis van welke criteria wordt beoordeeld welke werkgever de meest gerede werkgever is?
Zie voor de beantwoording van deze vraag de website van het IAS: https://asbestslachtoffers.nl/professionals/bent-u-werkgever-of-verzekeraar/belangrijke-info-voor/welke-werkgever/
Wordt er ook wel eens een bemiddelingstraject gestart bij meer werkgevers?
Het IAS bemiddelt maar met één werkgever. In de situatie dat een asbestslachtoffer verklaart bij meer werkgevers aan asbest te zijn blootgesteld, kijkt het IAS welke werkgever de meest gerede werkgever is. Andere werkgevers krijgen bericht dat vooralsnog het IAS bemiddelt met werkgever X. Mocht de bemiddeling met deze werkgever niet leiden tot een schadevergoeding, start het IAS de bemiddeling met de volgende werkgever.
Wellicht als het IAS bij meerdere werkgevers waar blootstelling heeft plaatsgevonden meer doet aan het onderzoeken van de regresmogelijkheden, dat de meest gerede werkgever eerder geneigd is te vergoeden.
Het IAS is zich bewust van het feit dat een werkgever of verzekeraar eerder geneigd is een schadevergoeding te betalen als hij een deel van dit bedrag elders kan verhalen. Wanneer een werkgever het IAS verzoekt om verstrekking van gegevens betreffende blootstelling bij andere werkgevers, zal het IAS per geval bekijken welke informatie zij beschikbaar kan stellen voor zover de vertrouwelijkheid en privacywetgeving daarvoor geen belemmering vormen. Het uitgangspunt voor het IAS is de hoofdelijke aansprakelijkheid van de veroorzaker voor de hele schade, zoals die geldt in het Nederlands recht.
Begrijp niet als de diagnose wordt gesteld, dat met name asbestslachtoffers getuigen moeten aanwijzen. De ziekte is al een feit, en als een handtekening te laat komt, staan nabestaanden in de kou.
Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) vraagt niet alleen aan het asbestslachtoffer om een of meer getuigen te vinden die de blootstelling aan asbest kunnen bevestigen. Ook werkgevers wordt gevraagd om getuigen aan te leveren. Maar als er geen getuigen zijn, is het moeilijk om het juridisch bewijs van de aansprakelijkheid voor de schade te leveren. Het asbestslachtoffer heeft daarom het meeste belang bij het vinden van getuigen.
Waarom traineren verzekeraars over te gaan tot vergoeding, een hulpvraag als asbestkanker is vastgesteld. Bij een groot smelterij dat bekend is met asbestblootstelling alsnog NIET uitkeerde.
Als we alle bemiddelingen overzien kan het IAS niet stellen dat verzekeraars traineren bij het overgaan tot een schadevergoeding. Natuurlijk heeft het slachtoffer en zijn familie behoefte aan snelheid om bij leven een schadevergoeding en erkenning te krijgen. Maar er dienen nu eenmaal een aantal vragen bevestigd te worden alvorens een schadevergoeding kan worden uitgekeerd (heeft het slachtoffer een asbestziekte, heeft het slachtoffer bij de werkgever gewerkt, was daar sprake van asbestblootstelling?). Dat laat onverlet dat in sommige gevallen de bemiddeling véél sneller kan plaatsvinden. Bij alle grote ondernemingen en verzekeraars houdt het IAS de gemiddelde bemiddelingsduur bij. Daar waar dat aan de orde is, worden werkgevers en verzekeraars erop gewezen dat ze het slechter doen dan het gemiddelde.
Hoe lang duurt gemiddeld een traject van aanmelding tot uitkering uit het asbestfonds? En hoe lang gemiddeld tot succesvol afronden van het bemiddelingstraject?
In 2020 duurde het verstrekken van een tegemoetkoming volgens de TAS-regeling voor maligne mesothelioom gemiddeld 72 dagen. De bemiddeling voor een schadevergoeding duurde gemiddeld iets meer dan 200 dagen. Zie voor een volledig overzicht het jaarverslag van het IAS (p 10 en op p 15): https://asbestslachtoffers.nl/app/uploads/Algemeen/Jaarverslagen/IAS-1011-Jaarverslag-2020-digi-BW-v1.pdf
Wordt er gekeken naar asbestblootstelling in de privésfeer?
Ja, tijdens het arbeidshistorisch onderzoek naar asbestblootstelling stelt het IAS ook vragen over blootstelling in de privésfeer en blootstelling als zelfstandige. Wanneer er sprake is van blootstelling in de privésfeer die is te herleiden tot een huisgenoot (echtgenoot, vader) die tijdens het werk aan asbest is blootgesteld, wordt ook het arbeidsverleden van deze huisgenoot in kaart gebracht. Het asbestslachtoffer dat op deze manier is blootgesteld kan de werkgever van de huisgenoot aansprakelijk stellen.
Het stelsel in Nederland
Latentietijd asbestkanker is bekend. Is een Instituut als IAS niet overbodig als IAS steeds nee moet verkopen aan asbestslachtoffers vanwege de ‘verjaring’?
Het IAS heeft twee taken: de bemiddeling voor een schadevergoeding en het adviseren van de SVB voor een tegemoetkoming van de overheid. Zie ook de passage hierover op de IAS-website.
Naarmate de blootstelling dateert van langer geleden, wordt de bemiddeling steeds moeilijker. Nochtans zijn er in 2020 meer dan honderd schadevergoedingen uitgekeerd na bemiddeling door het IAS.
Zijn er landen aan te wijzen waar compensatie voor slachtoffers van het asbestdrama duidelijk beter gaat? (Ander compensatiesysteem, geen verjaring, etc.)
Het is niet mogelijk deze vraag in kort bestek volledig te beantwoorden. De vraag heeft namelijk te maken met verschillen in het stelsel van sociale zekerheid.
Nederland is het enige land in West-Europa waar een risque social geldt in de sociale zekerheid. Dat betekent dat bij ziekte voor de hoogte van de uitkering niet van belang is hoe de ziekte is ontstaan. Alle andere landen kennen het risque professionel, voor de hoogte van de uitkering maakt het uit of de ziekte tijdens het werk is ontstaan.
Wanneer asbestslachtoffers via het werk zijn blootgesteld is het vaak in het buitenland iets makkelijker om een uitkering van de overheid te krijgen en is deze uitkering vaak hoger. Maar wanneer asbestslachtoffers niet via het werk zijn blootgesteld (de TNS-regeling) is het vaak weer moeilijker om een uitkering van de overheid te krijgen.
In verschillende landen (waaronder België) dient men voor het verkrijgen van een uitkering van de overheid afstand te doen van het recht om een juridische procedure te beginnen tegen de voormalig werkgever. Een instituut als het IAS, dat naast het adviseren over de toekenning van een tegemoetkoming ook bemiddelt tussen het slachtoffer en de werkgever, is uniek in de wereld.
De tegemoetkoming van de overheid
Wat zijn de criteria voor de overheid om een vergoeding aan een asbestslachtoffer te verstrekken?
Op de website van het IAS zijn de voorwaarden weergegeven om in aanmerking te komen voor de TAS-regeling: https://asbestslachtoffers.nl/heeft-u-mesothelioom/regelingen-tas/
En zie voor de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de TNS-regeling: https://asbestslachtoffers.nl/heeft-u-mesothelioom/regelingen-tns/
Vragen over aansprakelijkheid
Is de asbestfabrikant automatisch aansprakelijk, als die bekend is?
Het vaststellen van aansprakelijkheid voor schade is een juridische afweging. Er is dus geen sprake van een automatisme. Maar als bewezen kan worden dat de asbestfabrikant bijvoorbeeld asbestplaten leverde en nagelaten heeft beschermingsmaatregelen te nemen als die van toepassing waren, dan is er een grote kans dat mocht het tot een juridische procedure komen de rechter de aansprakelijkheid bewezen acht.
Waarom moet ik bewijzen dat de werkgever de veroorzaker is van de besmetting met asbest? Waarom draaien we het niet om laat de werkgever maar bewijzen dat hij niet schuldig is.
Volgens het Nederlands rechtssysteem dient het slachtoffer aannemelijk te maken dat hij tijdens het werk is blootgesteld aan asbest. Dan is het vervolgens aan de werkgever of diens verzekeraar om hierop te reageren. De werkgever kan de stellingname van het slachtoffer betwisten met argumenten (bijvoorbeeld dat het slachtoffer niet met asbest heeft gewerkt). Vervolgens dient het slachtoffer met bewijzen te komen die deze argumenten ontkrachten (bijvoorbeeld dat het slachtoffer een getuige vindt die bevestigt dat er met asbest is gewerkt).
Kortom, een slachtoffer dient alleen het bewijs te leveren als de werkgever gemotiveerd verweer voert.
Schuldvraag omdraaien: als u kan bewijzen de ziekte te hebben en weet waar u het heb opgelopen moet de werkgever maar bewijzen dat hij niet schuldig is.
Zie de beantwoording van de vraag hierboven.
De verjaringstermijn is te kort. Deze moet minimaal 40 jaar worden.
Zie voor informatie over de verjaring de IAS-website. In 2020 was in circa 70% van de dossiers van asbestslachtoffers sprake van verjaring. Maar wanneer de verjaringstermijn wordt opgerekt tot veertig jaar kan nog steeds circa 55% van de asbestslachtoffers geconfronteerd worden met de mogelijkheid dat de werkgever zich beroept op verjaring.
Huidige asbestproblematiek
Demissionair staatssecretaris van Ark versoepelt wet asbestgevaar. Wat is de rol van de overheid die toe moet zien op handhaving op een giftig atmosfeer? Net werd gezegd dat asbest nog steeds rouleert.
Het feit dat in de loop der jaren duizenden asbestslachtoffers zich hebben gewend tot het IAS, onderstreept de extreme risico’s van asbest. Nog steeds is uiterste voorzichtigheid in de omgang met asbest geboden. De informatie die het IAS over de blootstelling van duizenden slachtoffers heeft verzameld is beschikbaar voor het publiek op onder meer de IAS-website.
De overheid heeft de rol om taakstellend op te treden bij het verwijderen van asbest en toe te zien op de regels waaronder de verwijdering plaats vindt. De kennis van het IAS kan een rol spelen bij het opstellen van beleid.