Hof Den Haag: scheepswerf niet aansprakelijk vóór 1961

18-12-2008

Nabestaanden van een carrouselbouwer die van 1949 tot 1961 bij Wilton Fijenoord werkte hebben niet aangetoond dat de scheepswerf al in de periode tot en met 1961 had moeten weten dat aan het werken met asbest ernstige gezondheidsrisico’s verbonden waren voor de betrokken werknemers noch welke beschermingsmaatregelen met het oog daarop genomen moesten worden.
Het Hof Den Haag oordeelde dat de verjaring van de zaak niet kon worden doorbroken. Pas sinds de publicatie van het proefschrift van dr. Stumphius in 1969 over de aan het werken met asbest verbonden gevaren voor de gezondheid had Wilton Fijenoord bedacht moeten zijn op de mogelijkheid dat zij door (voormalige) werknemers aansprakelijk gesteld zou kunnen worden voor schade veroorzaakt door asbest. Vanaf 1969 heeft Wilton Fijenoord mogelijk relevant bewijsmateriaal kunnen vastleggen en/of bewaren. Verder heeft de aansprakelijkstelling. naar het oordeel van het hof, weliswaar binnen een redelijke termijn plaatsgevonden, maar is de periode tussen aansprakelijkstelling (7 oktober 2002) en het uitbrengen van de inleidende dagvaarding (25 april 2005) tamelijk lang, ook wanneer rekening gehouden wordt met de omstandigheid dat [Overledene] op 31 oktober 2002 overleden is. De omstandigheid dat het Instituut Asbestslachtoffers van mening was dat [Overledene] zijn vordering niet langs burgerrechtelijke weg kon verhalen maakt het oordeel dat deze periode tamelijk lang was niet anders. [Overledene] (c.s.) hadden immers vanaf oktober 2002 juridische bijstand. Bron: Hof Den Haag, 091208.

VK: oproep voor wetswijziging asbestziekten

05-12-2008

De classificatie van de doodsoorzaak “door toevallige asbestblootstelling” moet wijzigen in “door industrieel asbestcontact”.
Dit is een oproep van nabestaanden van een vrouw die als huisgenote door asbest op de werkkleding van haar man aan longkanker was overleden. Zij doen deze oproep omdat een longarts haar doodsoorzaak bij obductie had geclassificeerd als “door toevallig asbestcontact”. Nu is het voor hen onmogelijk om bij de (ex-)werkgever van de man een schadeclaim in te dienen. Bron: mesotheliomaweb, december 2008.

Eternit niet aansprakelijk wegens verjaring

29-11-2008

In twee zaken oordeelde de rechtbank Almelo dat Eternit wegens verjaring niet aansprakelijk is voor de gevolgen van de asbest die zij vóór 1967 beschikbaar stelde voor erfverharding.
Verjaring geldt zowel voor de gezondheidsschade als voor de kosten van erfsanering. Bron: Rechtbank Almelo, 5 en 20 november 2008: LJN: BG5098, 91815 ha za 08-198; BG5125, 97142/KG ZA 08-271.

Britse verzekeraars aansprakelijk voor asbestclaims

29-11-2008

In hoger beroep oordeelde een Britse rechter dat verzekeraars aansprakelijk zijn voor asbestclaims vanaf het eerste moment dat een werknemer aan asbest werd blootgesteld.
De verzekeraars stelden dat de aansprakelijkheid pas in kon gaan vanaf het moment dat de tumor zich begon te ontwikkelen. Bron: Financial Times, 22 november 2008

Rechtbank Almelo: Nefalit aansprakelijk

27-10-2008

Nefalit BV (voorheen Asbestona) is aansprakelijk voor het ontstaan van de ziekte mesothelioom bij een boer uit Beilen die in 1979 bij het verzagen van asbestcementgolfplaten aan asbeststof was blootgesteld.
Het bedrijf had namelijk verzuimd klanten te waarschuwen voor de destijds aan haar bekende gezondheidsrisico’s die met het verzagen van deze producten zijn verbonden. Bron: Rechtbank Almelo, 9 juli 2008: 85355 HA ZA 07-344.

Exxon aansprakelijk

27-10-2008

Oliemaatschappij Exxon was al in 1937 op de hoogte van de gevaren van de asbest die voorkwam op haar rivierboten, in haar chemische fabrieken en olie-raffinaderijen, maar verzuimde haar werknemers te beschermen.
Het bedrijf is daarom aansprakelijk voor de ziekte mesothelioom bij een man die tussen 1945 en 1949 in de de machinekamer van één van de boten had gewerkt, oordeelt het ‘Louisiana First Court of Appeal’. Bron: Oncology Business Week, 19 oktober 2008.

Spaans hooggerechtshof erkent larynxkanker door asbest

02-10-2008

Het Spaanse hooggerechtshof heeft kanker aan het strottenhoofd (larynxkanker) als beroepsziekte erkend bij een arbeider die als stuwadoor in de haven van Barcelona geregeld asbest had ingeademd.
In 2006 oordeelde het Amerikaanse ‘Institute of Medicine’ dat er voldoende bewijs is om aan te nemen dat er een causaal verband is tussen asbestblootstelling en larynx kanker. Bron: El Pais, 17 september 2008, Europees Vakbondsinstituut Hesa, 8 juni 2006.

Aansprakelijk voor psychische asbestklachten

02-10-2008

Het Gerechtshof Den Bosch oordeelt een aannemer aansprakelijk voor de angstklachten bij een werknemer ten gevolge van blootstelling aan asbest bij het bedrijf.
Volgens het hof staat vast dat ‘de werknemer onbeschermd met asbest in aanraking is gekomen. In het midden kan blijven hoe lang deze blootstelling heeft geduurd. Het was de verantwoordelijkheid van het aannemersbedrijf om erop toe te zien dat de werknemer niet onbeschermd met asbest in aanraking zou komen. Door deze verantwoordelijkheid niet te nemen, is het aannemersbedrijf tekort geschoten in zijn zorgplicht ex art. 7:658 lid 4 BW’. Op grond van een deskundigenrapport acht het hof voldoende aangetoond dat er causaal verband bestaat tussen de klachten van de werknemer en de blootstelling aan asbest. Bron: Gerechtshof ’s Hertogenbosch, 6 mei 2008: HD 103.003.179, LJN BD5666

Vrouw eist erfsanering van Eternit

01-08-2008

Een 73-jarige vrouw met mesothelioom uit de gemeente Eibergen eist dat de firma Eternit haar erf laat schoonmaken.
Het erf, met een oppervlakte van zo’n vijftig vierkante meter, is vervuild met asbest dat afkomstig is van de voormalige asbestfabrikant uit Goor. Naast sanering eist de Eibergse ook 50.000 euro smartegeld. Bron: Dagblad Tubantia/Twentsche Courant, 18 juli 2008

Japan: grootste asbestrechtzaak ooit

01-08-2008

In Tokio is in juli de grootste rechtzaak ooit begonnen van asbestslachtoffers tegen asbestproducenten en de Japanse regering.
176 ex-bouwvakkers eisen totaal 6,6 miljard yen (ca. 45 mln euro) schadevergoeding van 46 producenten van bouwmaterialen en de Japanse overheid. De groep bestaat voornamelijk uit timmermannen en stucadoors. Zij stellen dat de Japanse overheid en producenten al in 1955 op de hoogte waren van de schadelijke gevolgen van asbest, maar verzuimden maatregelen te nemen om werknemers te beschermen. In 1975 verbood de Japanse overheid het gebruik van spuitasbest, maar bepaalde andere vormen van gebruik bleven tot 2006 toegestaan, twee decennia langer dan in andere landen. Bron: The Japan Times, 24 juli 2008.