Gerechtshof Den Haag: beroep op verjaring niet onredelijk

12-10-2007

Het beroep op verjaring van rederij de Schelde is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Dit oordeelde het Hof Den Haag op 31 augustus j.l. in hoger beroep in een zaak over een constructiemedewerker die van 1951 tot 1954 en van 1958 tot 1961 op schepen van de rederij had gewerkt en daarbij aan asbest was blootgesteld. De man was in 1994 aan de gevolgen van de ziekte mesothelioom overleden. Zijn nabestaanden achten de Schelde aansprakelijk voor zijn ziekte omdat men destijds nagelaten had veiligheidsmaatregelen te nemen die vereist waren met het oog op de destijds bekende gevaren van asbest. Het hof bekrachtigt het oordeel van de rechtbank dat hetgeen voor doorbraak van de verjaringstermijn pleit te weinig gewicht in de schaal legt ten opzichte van datgene dat daartegen pleit. Het gegeven dat De Schelde nagelaten heeft veiligheidsmaatregelen te nemen die vereist waren met het oog op de destijds bekende gevaren van asbestose en longkanker betekent niet dat sprake is van een ernstig verwijt, dat kan leiden tot het doorbreken van de verjaring. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat door De Schelde onweersproken is gesteld dat de relatie tussen mesothelioom en asbest in Nederland indertijd nog niet bekend was, en dat het destijds nog niet gebruikelijk was ten aanzien van asbest veiligheidsmaatregelen te treffen. Door het tijdsverloop is het niet alleen lastiger geworden voor [de erven] de relevante feiten (de door hen geschetste arbeidsomstandigheden van [de overledene] bij De Schelde) te bewijzen. Ook het verweer van De Schelde is hierdoor bemoeilijkt, hetgeen zwaar dient te wegen. Verder begrijpt het Hof niet dat de nabestaanden ruim drie jaar hebben gewacht met het starten van een juridische procedure tegen De Schelde. Bron: rechtspraak.nl, 5 oktober 2007, BB4930, Gerechtshof ‘s-Gravenhage , C04/1622, 31 augustus 2007.

Duitsland: toch asbestuitkering voor zware roker met longkanker

10-10-2007

Rookgedrag mag geen belemmering vormen voor een uitkering wegens asbestgerelateerde longkanker, oordeelt het Duitse Bundesgericht. Het slachtoffer had tussen 1968 en 1995 in de Eternit fabriek in Payerne gewerkt. In 2003 overleed hij aan longkanker. In mei 2004 had SUVA, de instantie die uitkeringen wegens beroepsziekte toekent, de aanvraag voor een uitkering afgewezen omdat beroepsmatige blootstelling aan asbest niet de hoofdoorzaak van zijn ziekte kon zijn geweest. De rechter oordeelde anders. De man had van 1953 tot 1995 gemiddeld 25 sigaretten per dag gerookt. Bron: Schweizerische Depeschenagentur AG, 23 augustus 2007.

Eternit weer aansprakelijk voor asbestafval

03-10-2007
De rechtbank van Almelo heeft op 2 oktober j.l. de voormalige asbestfabriek Eternit aansprakelijk gesteld voor het overlijden aan de ziekte mesothelioom van een 57-jarige vrouw uit Enter. De fabriek in Goor had in de periode 1961-1969 zonder waarschuwing asbestafval gratis aan omwonenden meegegeven, terwijl de gevaren van asbest in die tijd al lang bekend waren. Het waarschuwingslabel dat de fabriek op de goederen aanbracht acht de rechter te algemeen en onvoldoende. Eerder dit jaar oordeelde het Gerechtshof Arnhem hetzelfde naar aanleiding van de dood van een 62-jarige vrouw uit Arnhem. Bron: rechtspraak.nl, rechtbank Almelo, BB4632, 88384 / KG ZA 07-230, 2 oktober 2007.

Australië: zelfde rechten voor nabestaanden asbestslachtoffers

12-09-2007
De Australische regering heeft de wet veranderd om het nabestaanden van asbestslachtoffers gemakkelijker te maken schadevergoeding toegewezen te krijgen nadat het slachtoffer is overleden. Voorheen stopte het juridische traject altijd nadat een slachtoffer overleed en vervielen daarmee eventuele rechten op schadevergoeding. Nabestaanden moesten zelfstandig een juridische procedure opstarten. Nu kunnen de nabestaanden in de rechten van het slachtoffer treden. Bron: ABC Australië, 22 augustus 2007. Meer abc.net.au.

Gerechtshof Den Haag: toepassing verjaringstermijn niet onaanvaardbaar

24-08-2007

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het verweer van bedrijf Prins & De Vries wegens verjaring niet onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De zaak betreft een asbestslachtoffer dat in 2002 aan mesothelioom is overleden. Zijn nabestaanden stellen dat hij tijdens zijn werk voor Prins & De Vries tussen 1964 en 1974 regelmatig aan asbest heeft blootgestaan. Het bedrijf stelt dat niet aannemelijk is gemaakt dat het slachtoffer bij Prins & De Vries aan asbest was blootgesteld en dat de vordering is verjaard. Voorts is het bedrijf niet in staat gebleken te achterhalen of ooit een dienstverband tussen het slachtoffer en Prins & De Vries had bestaan. Het hof oordeelt dat door het tijdsverloop het niet alleen lastiger is geworden voor de nabestaanden de relevante feiten (het bestaan van het dienstverband, de blootstelling aan asbest) te bewijzen. Ook het verweer van Prins & De Vries is hierdoor bemoeilijkt, hetgeen zwaar dient te wegen. Verder heeft de aansprakelijkstelling niet binnen een redelijke termijn nadat de schade aan het licht is gekomen plaatsgevonden. Bron: Gerechtshof Den Haag, 22 juni 2007: BBB0853, 05/825.

Onderzoek naar Italiaanse Eternit asbestslachtoffers afgerond

24-08-2007

Openbare aanklagers uit Turijn hebben een overzicht gepubliceerd met antwoorden op 2969 klachten en schadeclaims van asbestslachtoffers van vier Italiaanse fabrieken van de Zwitserse Eternit groep. Volgens de advocaten van de slachtoffers zijn inmiddels meer dan 700 werknemers aan een asbestziekte overleden en hebben nog eens 2000 een vorm van kanker opgelopen door asbestblootstelling. De rechter moet nu beslissen of de toenmalige bestuurders op basis van dit overzicht vervolgd moeten worden. Bron: Europees Vakbondsinstituut Hesa, 6 augustus 2007. Meer http://hesa.etui-rehs.org

Centrale Raad van Beroep: schadevergoeding voor nabestaande ambtenaar

11-07-2007

Op 21 juni 2007 oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat de gemeente Oss aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade van een nabestaande van een van haar ex-ambtenaren die op 23 april 1994 aan de ziekte mesothelioom was overleden. Het slachtoffer was tussen 1965 en 1989 tijdens zijn werkzaamheden als technisch hoofdambtenaar en als chef Reiniging, Vervoer en Afvalverwerking bij de gemeente Oss blootgesteld aan asbest. Bron: CRvB 210607, BA8436, 04/4724

VK: voor het eerst schadevergoeding voor Retroperitoneale Fibrose (RPF) door asbest

11-07-2007

Een Britse (ex-)automonteur krijgt 135000 pond schadevergoeding omdat zijn ziekte Retroperitoneale Fibrose (RPF) aan asbestblootstelling geweten wordt. RPF is bindweefseltoename rond organen achter het buikvlies. Bij de automonteur heeft dat geleid tot een rechternier die niet meer werkt. In 2005 verscheen een artikel in het medisch tijdschrift The Lancet waarin onderzoekers concludeerden dat beroepsmatige asbestblootstelling een belangrijke oorzaak van deze aandoening is. RPF zou daarom als een beroepsziekte moeten worden gezien. Voor het eerst heeft deze constatering in het Verenigd Koninkrijk tot een schadevergoeding geleid. Bron: workplacelaw.net, 4 juli 2007. Meer www.workplacelaw.net

Eternit weer aansprakelijk voor schadelijke gevolgen asbestproduct

27-06-2007

Voormalig asbestproducent Eternit moet een klant met mesothelioom een voorschot van dertigduizend euro betalen. Dat heeft de voorzieningenrechter van Groningen op 15 juni j.l. bepaald in een kort geding dat tegen het bedrijf was aangespannen. Van 1967-1973 heeft de man asbesthoudende platen, afkomstig van Eternit, op maat gezaagd in het bedrijf van zijn vader en daardoor nu de ziekte mesothelioom gekregen. Het bedrijf heeft – naar voorlopig oordeel van de rechter – in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidsnormen die toen ook al golden. Eternit verzuimde namelijk de klant te waarschuwen voor de gevaren van asbest en gaf geen aanwijzingen voor het veilig verwerken van het materiaal. Eerder werd het bedrijf om dezelfde reden aansprakelijk gesteld voor asbestafval dat tussen 1967 en 1970 aan derden ter beschikking was gesteld. Bron: BA7469, Voorzieningenrechter Rechtbank Groningen , 94157/KG ZA 07-170, 15 juni 2007, Gerechtshof Arnhem, 5 juni 2007, BA6364, 2006/586.

Proefschrift Peeters: asbestslachtoffers ongelijk gecompenseerd

27-06-2007

Werknemers met asbestziekten als asbestose en longkanker of andere beroepsziekten komen waarschijnlijk niet binnen afzienbare tijd in aanmerking voor een collectieve regeling (gecollectiviseerde compensatie). Dit stelt Margo Peeters in haar rechtssociologisch proefschrift Compensatie en erkenning voor werknemers met asbestziekten tussen 1978 en 2005. Relevante belanghebbende partijen zijn via recht, politiek of publieke opinie, minder goed onder druk te zetten om deze ziekten in een collectieve regeling op te nemen, dan destijds met de asbestziekte mesothelioom het geval was. Dit maakt het IAS en de TAS-regeling enerzijds tot een bijzonder compensatiesysteem dat vooral een ad hoc karakter lijkt te hebben, concludeert de promovenda. Anderzijds passen het IAS en de TAS-regeling in een tendens van groeiende interesse in de specifieke compensatie van beroepsziekten, aldus Peeters. Bron: Erasmus Universiteit, 27 juni 2007. Meer http://www.eur.nl/nieuws/detail/article/873/