Australische asbestclaims via mediation afgehandeld

15-04-2009

In 2008 zijn in Australië bijna alle 148 asbestschadeclaims via mediation afgehandeld. Op deze manier wordt veel geld bespaard op juridische kosten.
De laatste jaren nemen gespecialiseerde rechters actief deel aan de mediation-procedures zonder dat deze rechtzaken worden. Bron: The Age, 2 april 2009.

Asbestsanering leidt tot rechtzaak

01-04-2009

Bij de opknapbeurt van een aantal huurwoningen in Assendorp is niet voldoende zorgvuldig met asbest omgesprongen
Eén van de bewoners heeft via zijn advocaat verhuurder SWZ aansprakelijk gesteld, terwijl een andere huurder bezig is vergelijkbare stappen te zetten. SWZ erkent dat de aannemers grove fouten hebben gemaakt en heeft deze aansprakelijk gesteld. Bron: De Stentor, 19 maart 2009.

Causaal verband niet voldoende bewezen

01-04-2009

Het Gerechtshof Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat geenszins is komen vast te staan dat het mesothelioom bij betrokkene is veroorzaakt door aan zijn vader geleverd asbest van voormalig asbestproducent Eternit .
Het hof oordeelt dat de bodemrechter hoogst waarschijnlijk het beroep van Eternit op verjaring in dit geval niet onaanvaardbaar zal beoordelen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Het betreft een zaak van een man die in de periode van 1967 tot 1973 werkzaamheden had verricht in het bedrijf van zijn vader die leverancier was van kolen- en gaskachels. Bij het verrichten van de werkzaamheden is hij aan asbest blootgesteld. In augustus 2005 werd bij hem de diagnose maligne mesothelioom gesteld. Bron: Gerechtshof Leeuwarden, 13 januari 2009, BH2762.

Hof Amsterdam: gezichtspunt g doorslaggevend

19-03-2009

In hoger beroep oordeelt het hof Amsterdam dat niet voldoende grond bestaat de verjaringstermijn van 30 jaar buiten toepassing te laten. Doorslaggevend in dit oordeel is dat de eiser te lang, namelijk 2,5 jaar heeft gewacht met het instellen van de vordering tot schadevergoeding
Het betreft een vordering van een man die van 1951 tot 1967 in loondienst werkzaam was als stellingbouwer/metaalboorder bij scheepswerf ADM te Amsterdam. Op 13 juni 2005 bevestigde de longarts dat bij de man belangrijke asbestexpositie had plaatsgevonden. Ten gevolge hiervan pleura plaques links en rechts en een lichte vorm van asbestose. De zaak is verjaard omdat na de laatste blootstelling aan asbest (1967) meer dan dertig jaar zijn verstreken voordat de daardoor veroorzaakte (lichte vorm van) asbestose is gediagnostiseerd. Het hof beoordeelde aan de hand van 7 door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten of er voldoende grond bestond de verjaringstermijn van 30 jaar buiten toepassing te laten. Bron: Gerechtshof Amsterdam, 18 november 2008, BH4147.

VS: strafzaak tegen oud-directie Grace & Co

26-02-2009

Op 19 februari is in de Verenigde Staten het strafproces gestart tegen vijf oud-directieleden van voormalig mijneigenaar Grace & Co. Begin mei werden het bedrijf en drie oud-directieleden vrijgesproken. Zij hadden niet opzettelijk mensen aan asbest blootgesteld noch risico’s verzwegen.
Aanklagers stelden dat de oud-directieleden in de jaren 70 op de hoogte waren dat het mineraal vermiculiet uit de mijn met asbest vermengd was, en dat dit materiaal daarom een risico was voor werknemers en omwonenden. Het is hoogst ongewoon dat een dergelijke zaak in de VS via het strafrecht wordt behandeld. Grace & Co beheerde de mijn tussen 1963 en 1990. In 1919 werd vermiculiet in een berg bij Libby ontdekt. Toen WR Grace de mijn in 1963 kocht produceerde deze 80% van ’s werelds totale vermiculiet-productie. Tot nu toe worden ten minste 200 sterfgevallen geweten aan blootstelling aan de vermiculiet-stofwolken uit de mijn. Bron: The New York Times, 19 februari 2009, Washington Post, 8 mei 2009..

Rechtbank Rotterdam: oordeel over verjaring nog niet mogelijk

25-02-2009

De kans dat de bodemrechter een vordering tot schadevergoeding verjaard zal achten kan, vanwege te weinig informatie, nog niet beoordeeld worden, aldus de rechtbank Rotterdam. Dit op het verzoek tot een voorlopige voorziening van een timmerman met mesothelioom die stelt tussen 1953 en 1960 bij scheepswerf Verolme aan asbest te zijn blootgesteld.
In december 2007 werd bij de timmerman de diagnose mesothelioom gesteld. De man houdt Allianz, de verzekeraar van Verolme, aansprakelijk voor zijn materiele en immateriele schade. Allianz beroept zich op verjaring van de vordering. Gezien zijn sterk verkorte levensverwachting vroeg de man de rechter om een voorlopige voorziening. De rechtbank achtte evident dat de man er gezien zijn sterk verkorte levensverwachting belang bij heeft dat spoedig op zijn vordering wordt beslist. Afgezien van dat belang heeft de man echter geen feiten of omstandigheden aangevoerd die meebrengen dat hij er een zwaarwegend belang bij heeft dat hij spoedig over het gevorderde bedrag kan beschikken. De rechtbank constateert in dit verband dat de concreet gestelde schade grotendeels immateriele schade betreft, terwijl aan de man ter zake van deze schade reeds een bedrag van 17.050 euro bij wijze van voorschot is vergoed. Dit brengt mee dat aan het door Allianz gestelde restitutierisico in de belangenafweging relatief veel gewicht toekomt. Bron: Rechtspraak.nl, datum uitspraak:14 januari 2009.

Rechtbank Almelo erkent beroep op verjaring Eternit

01-02-2009

De rechtbank Almelo oordeelt dat de nabestaande van een mesothelioomslachtoffer zijn vordering tot schadevergoeding niet binnen een redelijke termijn heeft ingesteld, namelijk pas ruim anderhalf jaar na de aansprakelijkheidsstelling.
Een termijn van zes maanden was in deze verjaarde zaak bijvoorbeeld wel redelijk geweest. De echtgenoot van een vrouw die begin 2007 aan mesothelioom was overleden had voormalig asbestproducent Eternit aansprakelijk gesteld. De vrouw zou in 1971 aan asbest zijn blootgesteld bij het bewerken en verwerken van asbestcementplaten die door Eternit geproduceerd en geleverd waren. Bron: Rechtspraak.nl, datum uitspraak: 24 januari 2009.

VK: overheidshavenbedrijf nalatig

05-01-2009

Het Britse hooggerechtshof oordeelde een overheidshavenbedrijf aansprakelijk voor het niet waarschuwen van arbeiders tegen de gevaren van asbest.
Het betrof een proefproces van een nabestaande van een mesothelioomslachtoffer en een 67-jarige oud-havenarbeider die last heeft van diffuse pleurale verdikking, een niet kwaadaardige asbestgerelateerde afwijking. Deze uitspraak biedt duizenden havenarbeiders de mogelijkheid schadevergoeding te claimen.
Bron: Daily Post, 23 december 2008.

Hof Den Haag: scheepswerf niet aansprakelijk vóór 1961

18-12-2008

Nabestaanden van een carrouselbouwer die van 1949 tot 1961 bij Wilton Fijenoord werkte hebben niet aangetoond dat de scheepswerf al in de periode tot en met 1961 had moeten weten dat aan het werken met asbest ernstige gezondheidsrisico’s verbonden waren voor de betrokken werknemers noch welke beschermingsmaatregelen met het oog daarop genomen moesten worden.
Het Hof Den Haag oordeelde dat de verjaring van de zaak niet kon worden doorbroken. Pas sinds de publicatie van het proefschrift van dr. Stumphius in 1969 over de aan het werken met asbest verbonden gevaren voor de gezondheid had Wilton Fijenoord bedacht moeten zijn op de mogelijkheid dat zij door (voormalige) werknemers aansprakelijk gesteld zou kunnen worden voor schade veroorzaakt door asbest. Vanaf 1969 heeft Wilton Fijenoord mogelijk relevant bewijsmateriaal kunnen vastleggen en/of bewaren. Verder heeft de aansprakelijkstelling. naar het oordeel van het hof, weliswaar binnen een redelijke termijn plaatsgevonden, maar is de periode tussen aansprakelijkstelling (7 oktober 2002) en het uitbrengen van de inleidende dagvaarding (25 april 2005) tamelijk lang, ook wanneer rekening gehouden wordt met de omstandigheid dat [Overledene] op 31 oktober 2002 overleden is. De omstandigheid dat het Instituut Asbestslachtoffers van mening was dat [Overledene] zijn vordering niet langs burgerrechtelijke weg kon verhalen maakt het oordeel dat deze periode tamelijk lang was niet anders. [Overledene] (c.s.) hadden immers vanaf oktober 2002 juridische bijstand. Bron: Hof Den Haag, 091208.

VK: oproep voor wetswijziging asbestziekten

05-12-2008

De classificatie van de doodsoorzaak “door toevallige asbestblootstelling” moet wijzigen in “door industrieel asbestcontact”.
Dit is een oproep van nabestaanden van een vrouw die als huisgenote door asbest op de werkkleding van haar man aan longkanker was overleden. Zij doen deze oproep omdat een longarts haar doodsoorzaak bij obductie had geclassificeerd als “door toevallig asbestcontact”. Nu is het voor hen onmogelijk om bij de (ex-)werkgever van de man een schadeclaim in te dienen. Bron: mesotheliomaweb, december 2008.