Asbestslachtoffers hebben recht op dure medicijnen

27-04-2005

Alle mesothelioompatiënten die ziek zijn geworden door het inademen van asbest, hebben recht op het nieuwe geneesmiddel Alimta.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de FNV verzekerd dat deze patiënten nooit om niet-medische redenen het geneesmiddel geweigerd mag worden. Mocht dit wel gebeuren, dan kan de patiënt met zijn zorgverzekeraar naar het betreffende ziekenhuis stappen.

Bron: FNV e-Magazine, 27 april 2005, jaargang 6, nummer 17.

Meer http://www.fnv.nl/nieuws/renderer.do/clearState/true/menuId/9028/returnPage/8886/

Australië: doorbraak in screening van mesothelioom

25-03-2005

Australische onderzoekers hebben een bloedtest ontwikkeld die kan helpen bij het opsporen van mesothelioom. De niet invasieve test, Mesomark genaamd, werd ontwikkeld door onderzoekers van de Universiteit van West Australië. In Australië krijgen ongeveer 700 mensen per jaar deze ziekte.

Bron: The Advertiser, 20 april / The West Australian, 19 april.

The Advertiser

April 20, 2005 Wednesday

HEADLINE: Breakthrough

AUSTRALIAN researchers have developed a world-first blood test which could help people worldwide in the early detection of mesothelioma, a deadly asbestos-related cancer of the lung lining. The non-invasive blood test developed by University of Western Australia Professor Bruce Robinson and researchers is a breakthrough in the early detection of the disease. About 700 people each year are diagnosed with the disease in Australia, which has the highest reported incidence in the world.

The West Australian (Perth)

April 19, 2005 Tuesday

HEADLINE: Test offers hope on mesothelioma

Rockingham man David Saw believes a new blood test for mesothelioma, which is being launched today, could have saved him a three-day hospital visit and a lot of trauma.

Mr Saw went to his doctor last year believing he had pulled a muscle.

He was suffering chest pain and shortness of breath.

After a CAT scan and biopsy, it was revealed the 49-year-old had contracted the deadly lung cancer from working with asbestos as a young man.

“A test would have been a lot easier, I ended up in hospital and they had to cut me open,” he said.

The test, called MESOMARK, will be available from general practitioners or specialists who can order it from a pathology provider.

The head of the mesothelioma research team at Sir Charles Gairdner Hospital which developed the test, Professor Bruce Robinson, said it would not only help in diagnoses of the disease, but also in treatment.

“Until now you could only gauge whether treatment was working effectively by doing a CAT scan, and they’re difficult to do. With this test, we can gauge treatment and also diagnose it at an earlier stage,” Professor Robinson said. Biopsy would be needed to confirm diagnosis.

The blood test measures levels of a substance called soluble mesothelin-related peptide, a distinctive biomarker released by mesothelioma cells.

About 700 Australians are diagnosed with the disease every year and WA has the highest rate of mesothelioma in the world.

Asbestos Diseases Society of Australia president Robert Vojakovic said the test could help the possible 6000 people who were children in Wittenoom when the town still had an active blue asbestos mine.

Onderzoek Ouderen over de drempel

15-03-2005

Een onderzoek naar de bereikbaarheid van oudere asbestslachtoffers met mesothelioom

Te weinig oudere asbestslachtoffers met mesothelioom melden zich bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Simone Aarendonk heeft onderzocht waar dit aan ligt en welke mogelijkheden er in het kader van voorlichting zijn om deze groep beter te bereiken. Momenteel overlijden elk jaar ongeveer 400 mensen aan de ziekte mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker). De oorzaak van deze ziekte is asbestblootstelling. Bron: IAS-publicatie 2005/1, S. Aarendonk.
PERSBERICHT

Den Haag, 1 februari 2005

´Ouderen over de drempel´

Een onderzoek naar de bereikbaarheid van oudere asbestslachtoffers met mesothelioom

Te weinig oudere asbestslachtoffers met mesothelioom melden zich bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Simone Aarendonk heeft onderzocht waar dit aan ligt en welke mogelijkheden er in het kader van voorlichting zijn om deze groep beter te bereiken. Momenteel overlijden elk jaar ongeveer 400 mensen aan de ziekte mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker). De oorzaak van deze ziekte is asbestblootstelling.

Waarom maken oudere asbestslachtoffers minder gebruik van het IAS dan jongere? Het rapport geeft verschillende verklaringen. Oudere mesothelioom-slachtoffers overlijden bijvoorbeeld sneller dan jongere waardoor ze minder tijd hebben om zich aan te melden. Een andere verklaring is dat het om kwetsbare ouderen gaat die in hun omgeving geen mensen hebben die hen kunnen stimuleren om zich aan te melden.

Door middel van een algemene brochure, een website en een aanmeldingsformulier met toelichting probeert het IAS asbestslachtoffers zowel rechtstreeks te benaderen als via intermediaire organisaties en deskundigen. Duidelijk en toegankelijk materiaal is een eerste vereiste voor het bereiken van de doelgroep. Deze voorlichtings-producten moeten daarom zowel op intermediairs als slachtoffers worden afgestemd. Daarnaast worden in het rapport suggesties genoemd om slachtoffers sneller te kunnen bereiken. Onderzocht zou bijvoorbeeld kunnen worden of bepaalde stappen in de aanmelding kunnen worden overgeslagen.

Het rapport geeft aan dat oudere slachtoffers het beste bereikt worden door organisaties of deskundigen waarmee zij als patiënt in contact komen. De voorlichting kan via meer kanalen lopen dan nu het geval is, bijvoorbeeld naast de longartsen ook via verpleegkundigen of via huisartsen in specifieke regio’s. Daarnaast kunnen de bestaande voorlichtingskanalen van het IAS beter worden benut, bijvoorbeeld door ontwikkeling van een doorverwijzingsprotocol voor longartsen.

IAS-publicatie 2005/1, Ouderen over de drempel. Een onderzoek naar de bereikbaarheid van oudere asbestslachtoffers met mesothelioom. Simone Aarendonk, Den Haag, Instituut Asbestslachtoffers, januari 2005, 66 pag.

Meer informatie:

Instituut Asbestslachtoffers Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG

drs. Simone Aarendonk. Tel: 0703499754 Email: secrias@ser.nl

Download het gehele document als PDF-file

Sanering asbestwegen in Twente

15-03-2005

Ruim 670 wegen en erven in een straal van vijftien kilometer rond Goor zijn opgenomen in het onderzoek naar aanwezigheid van asbest. Medio dit jaar zijn de resultaten bekend. De sanering van de vervuiling duurt tot 1 januari 2010. Bron: Dagblad Tubantia Twentsche Courant, februari 2005

‘De langste adem: de eenzame strijd van een asbestweduwe’

15-03-2005

Een boek over één van de eerste claims van een asbestslachtoffer tegen DSM. Het boek beschrijft hoe het kon dat DSM zo hardvochtig reageerde toen mw. Widdershoven met een schadeclaim kwam. De rechtzaak eindigde na 13 jaar alsnog met een schikking. DSM heeft nooit aansprakelijkheid erkend. Peet Adams: De langste adem: de eenzame strijd van een asbestweduwe, Uitgeverij Spaan, E18,45, ISBN 9074840450.

Tour Montparnasse vol met asbest

15-03-2005

PARIJS – Het hoogste gebouw van Frankrijk, de Tour Montparnasse in Parijs, zit vol met asbest. Bezoekers en werknemers lopen een verhoogd risico op kanker vanwege de vele asbest die in het bouwwerk is verwerkt, meldden Franse media maandag.

Volgens Le Parisien hebben recente metingen in het 59 verdiepingen tellende gebouw uitgewezen dat er bijna overal asbestvezels zitten. Al in 1996-1997 zou onderzoek hebben uitgewezen dat veel delen van de toren vallen onder categorie drie van asbestvervuiling, de hoogste graad van verontreiniging. Bron: nu.nl , 15 maart

Nieuw adres Comité Asbestslachtoffers

15-03-2005

Het Comité Asbestslachtoffers heeft een nieuw correspondentieadres: Lijndraaier 157- 1625 ZW HOORN- telefoon: 0229 265 137.

Het email adres blijft ongewijzigd: info@comiteasbestslachtoffers.nl

Voorkoming van blootstelling aan asbest: nieuwe NEN normen

15-03-2005

Twee nieuwe zgn. NEN normen zijn ingevoerd om het blootstellingsrisico aan asbest zoveel mogelijk te verkleinen. De NEN 2990 beschrijft een methode om de eindcontrole na asbestverwijdering zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijk te laten verlopen. De NEN 2991 beschrijft een methode om het blootstellingsrisico in gebouwen waarin asbest is aangetroffen op een objectieve manier vast te stellen. Bron: Jan Tempelman, TNO
Voorkoming van blootstelling aan asbest: nieuwe NEN normen

Door Jan Tempelman, TNO

Eindcontrole na asbestverwijdering (NEN 2990)

Het tijdperk waarin werknemers in diverse industrietakken aan hoge concentraties asbest werden blootgesteld ligt gelukkig ver achter ons. In wat oudere gebouwen en constructies worden echter nog regelmatig asbesthoudende materialen aangetroffen die tijdens de bouw zijn aangebracht. Deze vormen dan ook tegenwoordig de belangrijkste bronnen waaruit nog asbestvezels in de lucht kunnen vrijkomen. Het verwijderen van asbest is aan strikte regels gebonden (BRL 5050) en mag uitsluitend worden uitgevoerd door gecertificeerde bedrijven. Na het verwijderen vindt er een onafhankelijke eindcontrole plaats door een RvA-geaccrediteerd laboratorium. Wanneer er geen asbestresten meer worden aangetroffen wordt het saneringsgebied �vrijgegeven�. Beschermingsmaatregelen, zoals een containment of een afgezet terrein, worden dan verwijderd en de ruimte of het terrein is weer toegankelijk voor personeel en publiek.

De kwaliteit van de eindcontrole is dan ook cruciaal. Vooral na het verwijderen van niet-hechtgebonden asbesthoudende materialen zoals spuitasbest, kunnen immers minuscule resten die over het hoofd worden gezien die later tot herbesmetting van de lucht kunnen leiden. De nieuwe norm NEN 2990 beschrijft een strikte werkwijze voor de controlerende laboratoria. De eindcontrole bestaat uit twee stappen, namelijk:

1. Een nauwkeurige visuele inspectie op achtergebleven asbestresten.

2. een bepaling van de asbestconcentratie in de lucht onder �actieve� omstandigheden.

De norm geeft een nauwkeurige beschrijving van de te gebruiken technieken en hulpmiddelen bij de visuele inspectie, de monsterneming en microscopische analyse van de genomen luchtmonsters. Strikte richtlijnen voor rapportage en het weergeven van de meet(on)nauwkeurigheid zorgen ervoor dat rapporten van verschillende laboratoria goed vergelijkbaar zijn en ook voor leken direct duidelijk weergeven of een ruimte al dan niet �vrijgegeven� is.

De NEN 2990 moet worden gezien als een verbeterde versie van het sinds 2000 gehanteerde protocol, TNO – R2000/065.

Risicobeoordeling in en rondom gebouwen of constructies waarin asbesthoudende materialen zijn verwerkt (NEN 2991)

De eerder beschreven NEN 2990 beschrijft de eindcontrole na een gecontroleerde sloop, en vormt daardoor een duidelijk omschreven stuk van de �asbestketen�. In heel wat gebouwen zijn echter nog tal van asbesthoudende materialen aanwezig die niet gesloopt worden. Veel van deze materialen (veelal asbestcementproducten) zullen bij normaal gebruik geen vezels aan de lucht afgeven, en er zal dus geen directe reden zijn om deze te verwijderen. Laten zitten tot het moment van sloop van het gebouw kan dan ook een aanvaarbare optie zijn. Anderzijds worden er soms ook situaties aangetroffen die een direct blootstellingrisico opleveren voor gebruikers en onderhoudspersoneel. Asbest is vaak aanwezig in de meer verborgen delen van een gebouw, boven de verlaagde plafonds, de technische ruimten, leidingschachten en aircokanalen. Onderhoudspersoneel loopt daarom meer risico dan de reguliere kantoorgebruiker.

De NEN 2991 beschrijft een methode om het blootstellingsrisico in dergelijke niet-sloopsituaties op een objectieve manier vast te stellen. Hierbij wordt gekeken naar de toestand waarin de materialen verkeren en worden er zonodig onder gestandaardiseerde �worst case� condities luchtmetingen uitgevoerd. Om voldoende gevoelig en selectief te kunnen meten worden de luchtmonsters met elektronenmicroscopie geanalyseerd (ISO 14966). De onderzoeksresultaten kunnen direct worden gerelateerd aan de daarvoor gehanteerde toetsingswaarden van de Arbeidsinspectie (werknemers) en/of van VROM (niet-beroepsmatig blootgestelde personen).

Momenteel wordt gewerkt aan een harmonisatie van de door VROM en SZW gehanteerde toetsingswaarden.

Een onderzoek resulteert in een advies dat globaal gezien kan vari�ren tussen �kans op blootstelling verwaarloosbaar� en �direct ontruimen, want er bestaat een acuut blootstellingsrisico�. Behalve deze risicobeoordeling geeft de norm ook richtlijnen voor het opstellen van een z.g. �Asbestbeheersplan�. Hierin wordt beschreven hoe op een veilige manier met achterblijvende asbesthoudende materialen moet worden omgegaan. Dat in een dergelijk plan het voorkomen van blootstelling voor onderhoudspersoneel uitvoerig aan de orde komt spreekt voor zich.

De ministeries VROM en SZW werken momenteel aan de inbedding van de NEN 2991 in wet- en regelgeving.

VROM-project Ketenaanpak Asbest: er valt nog veel te verbeteren

15-03-2005

Het VROM-inspectieproject Ketenaanpak Asbest heeft aangetoond dat nog veel te verbeteren valt aan de handhaving van het asbestbeleid. Regelgeving genoeg, maar het blijkt lastig het handhavingsbeleid daarop af te stemmen. Op de helft van de slooplocaties die de Arbeidsinspectie bezoekt is wel iets mis. Frans Leerkes van de Arbeidsinspectie bepleit een landelijk centraal coördinatiepunt. Bron: Arbouw.nl, 24 maart.

Meer http://www.arbouw.nl/page.aspx?p=/content/nieuws/artikelen/ketenaanpak-asbest.xml