Eternit weer aansprakelijk voor asbestafval

03-10-2007
De rechtbank van Almelo heeft op 2 oktober j.l. de voormalige asbestfabriek Eternit aansprakelijk gesteld voor het overlijden aan de ziekte mesothelioom van een 57-jarige vrouw uit Enter. De fabriek in Goor had in de periode 1961-1969 zonder waarschuwing asbestafval gratis aan omwonenden meegegeven, terwijl de gevaren van asbest in die tijd al lang bekend waren. Het waarschuwingslabel dat de fabriek op de goederen aanbracht acht de rechter te algemeen en onvoldoende. Eerder dit jaar oordeelde het Gerechtshof Arnhem hetzelfde naar aanleiding van de dood van een 62-jarige vrouw uit Arnhem. Bron: rechtspraak.nl, rechtbank Almelo, BB4632, 88384 / KG ZA 07-230, 2 oktober 2007.

Australië: zelfde rechten voor nabestaanden asbestslachtoffers

12-09-2007
De Australische regering heeft de wet veranderd om het nabestaanden van asbestslachtoffers gemakkelijker te maken schadevergoeding toegewezen te krijgen nadat het slachtoffer is overleden. Voorheen stopte het juridische traject altijd nadat een slachtoffer overleed en vervielen daarmee eventuele rechten op schadevergoeding. Nabestaanden moesten zelfstandig een juridische procedure opstarten. Nu kunnen de nabestaanden in de rechten van het slachtoffer treden. Bron: ABC Australië, 22 augustus 2007. Meer abc.net.au.

Onderzoek naar Italiaanse Eternit asbestslachtoffers afgerond

24-08-2007

Openbare aanklagers uit Turijn hebben een overzicht gepubliceerd met antwoorden op 2969 klachten en schadeclaims van asbestslachtoffers van vier Italiaanse fabrieken van de Zwitserse Eternit groep. Volgens de advocaten van de slachtoffers zijn inmiddels meer dan 700 werknemers aan een asbestziekte overleden en hebben nog eens 2000 een vorm van kanker opgelopen door asbestblootstelling. De rechter moet nu beslissen of de toenmalige bestuurders op basis van dit overzicht vervolgd moeten worden. Bron: Europees Vakbondsinstituut Hesa, 6 augustus 2007. Meer http://hesa.etui-rehs.org

Gerechtshof Den Haag: toepassing verjaringstermijn niet onaanvaardbaar

24-08-2007

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het verweer van bedrijf Prins & De Vries wegens verjaring niet onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De zaak betreft een asbestslachtoffer dat in 2002 aan mesothelioom is overleden. Zijn nabestaanden stellen dat hij tijdens zijn werk voor Prins & De Vries tussen 1964 en 1974 regelmatig aan asbest heeft blootgestaan. Het bedrijf stelt dat niet aannemelijk is gemaakt dat het slachtoffer bij Prins & De Vries aan asbest was blootgesteld en dat de vordering is verjaard. Voorts is het bedrijf niet in staat gebleken te achterhalen of ooit een dienstverband tussen het slachtoffer en Prins & De Vries had bestaan. Het hof oordeelt dat door het tijdsverloop het niet alleen lastiger is geworden voor de nabestaanden de relevante feiten (het bestaan van het dienstverband, de blootstelling aan asbest) te bewijzen. Ook het verweer van Prins & De Vries is hierdoor bemoeilijkt, hetgeen zwaar dient te wegen. Verder heeft de aansprakelijkstelling niet binnen een redelijke termijn nadat de schade aan het licht is gekomen plaatsgevonden. Bron: Gerechtshof Den Haag, 22 juni 2007: BBB0853, 05/825.

Centrale Raad van Beroep: schadevergoeding voor nabestaande ambtenaar

11-07-2007

Op 21 juni 2007 oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat de gemeente Oss aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade van een nabestaande van een van haar ex-ambtenaren die op 23 april 1994 aan de ziekte mesothelioom was overleden. Het slachtoffer was tussen 1965 en 1989 tijdens zijn werkzaamheden als technisch hoofdambtenaar en als chef Reiniging, Vervoer en Afvalverwerking bij de gemeente Oss blootgesteld aan asbest. Bron: CRvB 210607, BA8436, 04/4724

VK: voor het eerst schadevergoeding voor Retroperitoneale Fibrose (RPF) door asbest

11-07-2007

Een Britse (ex-)automonteur krijgt 135000 pond schadevergoeding omdat zijn ziekte Retroperitoneale Fibrose (RPF) aan asbestblootstelling geweten wordt. RPF is bindweefseltoename rond organen achter het buikvlies. Bij de automonteur heeft dat geleid tot een rechternier die niet meer werkt. In 2005 verscheen een artikel in het medisch tijdschrift The Lancet waarin onderzoekers concludeerden dat beroepsmatige asbestblootstelling een belangrijke oorzaak van deze aandoening is. RPF zou daarom als een beroepsziekte moeten worden gezien. Voor het eerst heeft deze constatering in het Verenigd Koninkrijk tot een schadevergoeding geleid. Bron: workplacelaw.net, 4 juli 2007. Meer www.workplacelaw.net

Eternit weer aansprakelijk voor schadelijke gevolgen asbestproduct

27-06-2007

Voormalig asbestproducent Eternit moet een klant met mesothelioom een voorschot van dertigduizend euro betalen. Dat heeft de voorzieningenrechter van Groningen op 15 juni j.l. bepaald in een kort geding dat tegen het bedrijf was aangespannen. Van 1967-1973 heeft de man asbesthoudende platen, afkomstig van Eternit, op maat gezaagd in het bedrijf van zijn vader en daardoor nu de ziekte mesothelioom gekregen. Het bedrijf heeft – naar voorlopig oordeel van de rechter – in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidsnormen die toen ook al golden. Eternit verzuimde namelijk de klant te waarschuwen voor de gevaren van asbest en gaf geen aanwijzingen voor het veilig verwerken van het materiaal. Eerder werd het bedrijf om dezelfde reden aansprakelijk gesteld voor asbestafval dat tussen 1967 en 1970 aan derden ter beschikking was gesteld. Bron: BA7469, Voorzieningenrechter Rechtbank Groningen , 94157/KG ZA 07-170, 15 juni 2007, Gerechtshof Arnhem, 5 juni 2007, BA6364, 2006/586.

Proefschrift Peeters: asbestslachtoffers ongelijk gecompenseerd

27-06-2007

Werknemers met asbestziekten als asbestose en longkanker of andere beroepsziekten komen waarschijnlijk niet binnen afzienbare tijd in aanmerking voor een collectieve regeling (gecollectiviseerde compensatie). Dit stelt Margo Peeters in haar rechtssociologisch proefschrift Compensatie en erkenning voor werknemers met asbestziekten tussen 1978 en 2005. Relevante belanghebbende partijen zijn via recht, politiek of publieke opinie, minder goed onder druk te zetten om deze ziekten in een collectieve regeling op te nemen, dan destijds met de asbestziekte mesothelioom het geval was. Dit maakt het IAS en de TAS-regeling enerzijds tot een bijzonder compensatiesysteem dat vooral een ad hoc karakter lijkt te hebben, concludeert de promovenda. Anderzijds passen het IAS en de TAS-regeling in een tendens van groeiende interesse in de specifieke compensatie van beroepsziekten, aldus Peeters. Bron: Erasmus Universiteit, 27 juni 2007. Meer http://www.eur.nl/nieuws/detail/article/873/

Toepassing verjaringstermijn asbestoseclaim niet onaanvaardbaar

14-06-2007

De rechtbank Amsterdam oordeelt in het geval van een ex-werknemer van de ADM scheepswerf toepassing van de 30-jarige verjaringstermijn niet onaanvaardbaar. Dit op basis van de beoordeling van de gezichtspunten c, d, e en g: door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten op grond waarvan de verjaringstermijn in bepaalde gevallen buiten toepassing zou kunnen blijven. De man was tot uiterlijk 1967 aan asbeststof van het bedrijf Hertel op de ADM-werf blootgesteld. 39 jaar later werd bij hem op 20 juni 2005 de ziekte asbestose vastgesteld. De ADM-scheepswerf is in 1984 failliet verklaard. Hertel werd daarom aansprakelijk gesteld. Bron: Rechtbank Amsterdam, BA5593, 349104, 16 mei 2007.

Eternit aansprakelijk voor ziekte door asbestafval

12-06-2007

Het Gerechtshof Arnhem oordeelde op 5 juni jl. voormalig asbestverwerker Eternit aansprakelijk voor gezondheidsschade veroorzaakt door asbestcementafval afkomstig van de fabriek in Goor. Een 62-jarige vrouw uit Arnhem heeft daardoor de ziekte mesothelioom opgelopen. Zij is daaraan op 27 april 2000 overleden. Haar erfgenamen hebben een vordering tot vergoeding van schade tegen Eternit ingesteld. Het slachtoffer en haar echtgenoot, die op korte afstand van het bedrijfsterrein van de Eternit fabriek een boerenbedrijf hadden, haalden in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw met regelmaat asbestcementafval bij de Eternitfabriek. Het hof oordeelde dat Eternit in de periode 1967 – 1970 op de hoogte moet zijn geweest van de serieuze gezondheidsrisico’s van asbest en dus niet niet zomaar het asbestafval aan derden ter beschikking had mogen stellen. Bron: Gerechtshof Arnhem, 5 juni 2007, BA6364, 2006/586.