Verenigd Koninkrijk: geen compensatie wegens pleurale plaques

31-10-2007

Mensen met ‘pleurale plaques’, een niet-kwaadaardige longaandoening door asbest, kunnen geen schadevergoeding eisen van hun (ex-)werkgever. Dit hebben de ‘Law Lords’ bepaald nadat de Britse verzekeraars in hoger beroep waren gegaan tegen een uitspraak van het Britse Hooggerechtshof. Dit hof oordeelde in 2005 dat het hebben van ‘pleurale plaques’ ‘an sich’ geen recht geeft op financiële compensatie, maar de angst die daarmee samengaat wegens het risico op een ernstiger asbestziekte wel. “Pleurale plaques” zijn goedaardige verdikkingen van het borstvlies en hebben op zichzelf geen effect op de levensverwachting, voor zover zij de longfunctie niet beïnvloeden. Bron: ukpress.google.com, 22 oktober 2007. Meer http://ukpress.google.com

VK: geen schadevergoeding voor pleurale plaques

31-10-2007

Het Britse House of Lords, het hoogste rechtsorgaan, heeft in een ruling bepaald dat verzekeraars geen schadevergoeding meer hoeven te betalen aan mensen die door asbestblootstelling pleurale plaques, een niet-kwaadaardige verdikking van het longvlies, hebben gekregen. Gedurende de laatste 20 jaar konden slachtoffers met deze aandoening tussen de 6000 en 10.000 pond claimen bij de werkgever of diens verzekeraar. Het House of Lords oordeelt nu dat deze longafwijking niet als ziekte aangemerkt kan worden omdat deze zelden pijn of andere ziekteverschijnselen geeft. Angst voor eventuele toekomstige klachten is niet voldoende om vergoeding te kunnen eisen. Advocaten verwachten dat betrokken slachtoffers nu een andere weg in zullen slaan. Zij kunnen hun werkgevers aansprakelijk stellen voor contractbreuk. Werkgevers moeten namelijk zorgen voor een veilige werkomgeving. Blootstelling aan asbest betekent dan contractbreuk. Bron: The Times, 18 oktober 2007.

VS: asbestletselschadeadvocaat duurste klik op Google

31-10-2007

Zoekmachine Google biedt naast gratis info ook advertentieruimte in de vorm van gesponsorde links. In de Verenigde Staten zijn de links die naar asbestletselschadeadvocaten verwijzen het duurst. Ze kosten tussen de 50 en 60 dollarcent per klik. Er is veel concurrentie om bovenaan de lijst geplaatst te worden. Een reden is dat mesothelioomzaken in de VS relatief snel en eenvoudig geschikt worden. Advocaten zijn gebaat bij een groot cliëntenbestand op dat gebied. Verder werkt deze vorm van reclame in de VS prestigeverhogend. Bron: New York Times, 15 oktober 2007.

DNA test voor asbestrechtzaken

16-10-2007

Amerikaanse onderzoekers melden dat de ‘msds1’ DNA-test in asbest-rechtzaken gebruikt kan worden om aan te tonen of de gezondheid van mensen door asbest is beschadigd. De test laat het patroon van verandering in het DNA zien door blootstelling aan een gevaarlijke stof. Dit patroon kan vergeleken worden met dat van de mensen die via een rechtzaak compensatie voor hun gezondheidsschade claimen. Bron: BBC, 17 september 2007. Meer http://news.bbc.co.uk

Indiaas hooggerechtshof: toestemming sloop asbestschip

15-10-2007

Het Indiase hooggerechtshof heeft begin september de Alang scheepswerf toestemming gegeven om het voormalige Franse cruiseschip de “Blue Lady” te slopen. Dit op basis van een deskundigen rapport dat de werf zelf verzorgd heeft. Volgens milieu-organisaties negeert het Hooggerechtshof hiermee een uitspraak van een lagere rechter die in 2004 stelde dat het schip eerst gesaneerd zou moeten worden, voordat met de sloop gestart kan worden. Het is nog steeds niet duidelijk hoeveel gevaarlijke stoffen het schip bevat naast de 1200 ton asbest die al geïnventariseerd is. Bron: afp.google.com, 11 september 2007. Meer http://afp.google.com/

Gerechtshof Den Haag: beroep op verjaring niet onredelijk

12-10-2007

Het beroep op verjaring van rederij de Schelde is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Dit oordeelde het Hof Den Haag op 31 augustus j.l. in hoger beroep in een zaak over een constructiemedewerker die van 1951 tot 1954 en van 1958 tot 1961 op schepen van de rederij had gewerkt en daarbij aan asbest was blootgesteld. De man was in 1994 aan de gevolgen van de ziekte mesothelioom overleden. Zijn nabestaanden achten de Schelde aansprakelijk voor zijn ziekte omdat men destijds nagelaten had veiligheidsmaatregelen te nemen die vereist waren met het oog op de destijds bekende gevaren van asbest. Het hof bekrachtigt het oordeel van de rechtbank dat hetgeen voor doorbraak van de verjaringstermijn pleit te weinig gewicht in de schaal legt ten opzichte van datgene dat daartegen pleit. Het gegeven dat De Schelde nagelaten heeft veiligheidsmaatregelen te nemen die vereist waren met het oog op de destijds bekende gevaren van asbestose en longkanker betekent niet dat sprake is van een ernstig verwijt, dat kan leiden tot het doorbreken van de verjaring. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat door De Schelde onweersproken is gesteld dat de relatie tussen mesothelioom en asbest in Nederland indertijd nog niet bekend was, en dat het destijds nog niet gebruikelijk was ten aanzien van asbest veiligheidsmaatregelen te treffen. Door het tijdsverloop is het niet alleen lastiger geworden voor [de erven] de relevante feiten (de door hen geschetste arbeidsomstandigheden van [de overledene] bij De Schelde) te bewijzen. Ook het verweer van De Schelde is hierdoor bemoeilijkt, hetgeen zwaar dient te wegen. Verder begrijpt het Hof niet dat de nabestaanden ruim drie jaar hebben gewacht met het starten van een juridische procedure tegen De Schelde. Bron: rechtspraak.nl, 5 oktober 2007, BB4930, Gerechtshof ‘s-Gravenhage , C04/1622, 31 augustus 2007.

Duitsland: toch asbestuitkering voor zware roker met longkanker

10-10-2007

Rookgedrag mag geen belemmering vormen voor een uitkering wegens asbestgerelateerde longkanker, oordeelt het Duitse Bundesgericht. Het slachtoffer had tussen 1968 en 1995 in de Eternit fabriek in Payerne gewerkt. In 2003 overleed hij aan longkanker. In mei 2004 had SUVA, de instantie die uitkeringen wegens beroepsziekte toekent, de aanvraag voor een uitkering afgewezen omdat beroepsmatige blootstelling aan asbest niet de hoofdoorzaak van zijn ziekte kon zijn geweest. De rechter oordeelde anders. De man had van 1953 tot 1995 gemiddeld 25 sigaretten per dag gerookt. Bron: Schweizerische Depeschenagentur AG, 23 augustus 2007.

Eternit weer aansprakelijk voor asbestafval

03-10-2007
De rechtbank van Almelo heeft op 2 oktober j.l. de voormalige asbestfabriek Eternit aansprakelijk gesteld voor het overlijden aan de ziekte mesothelioom van een 57-jarige vrouw uit Enter. De fabriek in Goor had in de periode 1961-1969 zonder waarschuwing asbestafval gratis aan omwonenden meegegeven, terwijl de gevaren van asbest in die tijd al lang bekend waren. Het waarschuwingslabel dat de fabriek op de goederen aanbracht acht de rechter te algemeen en onvoldoende. Eerder dit jaar oordeelde het Gerechtshof Arnhem hetzelfde naar aanleiding van de dood van een 62-jarige vrouw uit Arnhem. Bron: rechtspraak.nl, rechtbank Almelo, BB4632, 88384 / KG ZA 07-230, 2 oktober 2007.

Australië: zelfde rechten voor nabestaanden asbestslachtoffers

12-09-2007
De Australische regering heeft de wet veranderd om het nabestaanden van asbestslachtoffers gemakkelijker te maken schadevergoeding toegewezen te krijgen nadat het slachtoffer is overleden. Voorheen stopte het juridische traject altijd nadat een slachtoffer overleed en vervielen daarmee eventuele rechten op schadevergoeding. Nabestaanden moesten zelfstandig een juridische procedure opstarten. Nu kunnen de nabestaanden in de rechten van het slachtoffer treden. Bron: ABC Australië, 22 augustus 2007. Meer abc.net.au.

Gerechtshof Den Haag: toepassing verjaringstermijn niet onaanvaardbaar

24-08-2007

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het verweer van bedrijf Prins & De Vries wegens verjaring niet onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De zaak betreft een asbestslachtoffer dat in 2002 aan mesothelioom is overleden. Zijn nabestaanden stellen dat hij tijdens zijn werk voor Prins & De Vries tussen 1964 en 1974 regelmatig aan asbest heeft blootgestaan. Het bedrijf stelt dat niet aannemelijk is gemaakt dat het slachtoffer bij Prins & De Vries aan asbest was blootgesteld en dat de vordering is verjaard. Voorts is het bedrijf niet in staat gebleken te achterhalen of ooit een dienstverband tussen het slachtoffer en Prins & De Vries had bestaan. Het hof oordeelt dat door het tijdsverloop het niet alleen lastiger is geworden voor de nabestaanden de relevante feiten (het bestaan van het dienstverband, de blootstelling aan asbest) te bewijzen. Ook het verweer van Prins & De Vries is hierdoor bemoeilijkt, hetgeen zwaar dient te wegen. Verder heeft de aansprakelijkstelling niet binnen een redelijke termijn nadat de schade aan het licht is gekomen plaatsgevonden. Bron: Gerechtshof Den Haag, 22 juni 2007: BBB0853, 05/825.