Hof Arnhem: Eternit wel aansprakelijk, ondanks verjaring

15-01-2012

In tegenstelling tot de hiervoor beschreven uitspraak vernietigt Hof Arnhem in hoger beroep een ander vonnis van de rechtbank Almelo van 28 april 2010. Dit omdat voormalig asbestverwerker Eternit in de periode vanaf 1971 tot in ieder geval 1999 heeft verzuimd een brede waarschuwing uit te laten gaan voor de gevaren van asbestverharding op erven en wegen en een aanwijzing had moeten geven voor de noodzaak om asbeststof te vermijden bijvoorbeeld door de asbestverharding nat te houden en deugdelijk af te dekken of door de asbestverharding te (laten) verwijderen. Het bedrijf heeft tot 1974 asbestcementafval aan particulieren afgegeven. De toegekende smartengeldvergoeding van 50.000 euro is gekoppeld aan het normbedrag van het Instituut Asbestslachtoffers. Naast vergoeding voor materiele kosten als uitvaart, moet Eternit ook de kosten betalen van een experimentele medische behandeling die het slachtoffer in China heeft ondergaan. Bron: rechtspraak.nl, Hof Arnhem: 20 december 2011, rechtbank Almelo d.d. 28 april 2010.

Hoge Raad verwerpt beroep Eternit (Nefalit)

22-12-2011

De Hoge Raad verwerpt het beroep van voormalig asbestverwerker Eternit (rechtsopvolger van Nefalit). De zaak betreft een in 2000 aan mesothelioom overleden man die in 1979 voor de bouw van een loods asbestcement golfplaten had gebruikt. Daarbij zijn de platen ook gezaagd waarbij asbestcementstof is vrijgekomen. In 2003 is producent Eternit door de echtgenote aansprakelijk gesteld voor de gevolgschade.
Korte samenvatting van de motivatie.
Art. 3:310 lid 2 BW.dient hoe dan ook toepassing te vinden, aangezien asbest een bijzonder gevaar van ernstige aard voor personen oplevert als bedoeld in art. 6:175 lid 1 BW en dit gevaar zich in dit geval heeft verwezenlijkt. Het hof heeft met zijn oordeel dat niet gezegd kan worden dat de erven onvoldoende voortvarendheid hebben betracht om te komen tot bekendheid met de voor de schade aansprakelijke persoon, tot uitdrukking gebracht dat de erven in de gegeven omstandigheden in voldoende mate uitvoering gegeven aan het redelijkerwijs van hen te verlangen, eenvoudig uit te voeren onderzoek naar de identiteit van de voor de schade aansprakelijke persoon (vgl. HR 3 december 2010, LJN BN6241). Bron: Hoge Raad, 2 december 2011, nr.10/04093; JWB, december 2011.

Garage niet aansprakelijk voor asbestblootstelling

21-12-2011

Een automonteur is in 1969/70 tijdens zijn werk aan asbest blootgesteld en heeft daardoor mesothelioom gekregen. Hij werkte destijds voor een garage, een klein familiebedrijf. Het Hof Den Haag stelt in hoger beroep, met inachtneming van advies van een deskundige vast, dat niet kan worden geoordeeld dat in de periode 1969/1970 bekendheid bij het bedrijf moet worden verondersteld van het risico voor het ontstaan van mesothelioom, asbestose of longkanker in de functie van automonteur in haar bedrijf. Er kan dus niet worden gezegd dat destijds op de garage de verplichting rustte veiligheidsmaatregelen te treffen tegen en/of waarschuwingen te geven voor de gevaren van het werken met asbest in een geval als dit. Bron: Hof Den Haag, 6 december 2011, LJN BU7177.

Eternit Belgie aansprakelijk voor milieu-asbestblootstelling

01-12-2011

De Brusselse rechtbank heeft uitspraak gedaan in het eerste asbestslachtofferproces in Belgie. Voormalig asbestverwerker is Eternit veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van 250.000 euro aan de familie van een in 2000 overleden vrouw. De vrouw uit Kapelle-op-den-Bos overleed net als haar echtgenoot, die jarenlang bij Eternit had gewerkt, aan mesothelioom, veroorzaakt door asbest. Eternit Belgie produceerde asbest tot 1998, vijf jaar langer dan in Nederland. De rechter oordeelde dat de vordering niet verjaard was omdat die pas begon te lopen op het moment dat het slachtoffer niet meer aan asbest werd blootgesteld. Dat was pas in 1991 toen zij naar Namen verhuisde. Volgens de rechter was het verband tussen asbestblootstelling en mesothelioom vanaf midden jaren 60 en op het laatst vanaf 1967 bekend. Eternit deed sindsdien alles om het verband tussen beide te minimaliseren, te verdoezelen en om wettelijke maatregelen tegen asbest te verhinderen. Inmiddels is een wetsvoorstel in voorbereiding dat de financiering van het asbestfonds uitbreidt tot de asbestproducenten en slachtoffers het recht geeft naar de rechtbank te stappen nadat ze een beroep gedaan hebben op het fonds. Op dit moment kunnen Belgische asbestslachtoffers die een beroep doen op het Belgische Asbestfonds geen juridische stappen meer nemen tegen de vervuiler. Bron: Belgisch tijdschrift Knack en diverse kranten, 28 en 29 november 2011.

Lichamelijke toestand asbestslachtoffer geen reden voor spoed

01-12-2011

Via een kort geding eist de advocaat van een ex-werknemer met mesothelioom 75.000 euro schadevergoeding van het isolatiebedrijf waar de man begin jaren 70 aan asbest zou zijn blootgesteld. De voorzieningenrechter verwijst de zaak naar de reguliere rechtbank omdat de lichamelijke toestand van de eisende partij alleen onvoldoende is om van een spoedeisend belang te spreken. Volgens de advocaat van het slachtoffer duurt een reguliere procedure bij de rechtbank minimaal een jaar, net zo lang als de gemiddelde levensduur van mensen met deze ziekte. De man is er, volgens de advocaat, momenteel zeer slecht aan toe. Bron: AD, 11 november 2011.

Rechtbank Roermond: Eternit aansprakelijk voor asbestproduct

10-11-2011

Een in 2008 aan mesothelioom overleden timmerman is vanaf 1974 in ieder geval tot 1979 jaarlijks met een zekere regelmaat blootgesteld aan asbest door het be- en verwerken van producten van voormalig asbestproducent Eternit. Laatstgenoemde heeft hoewel dat op haar weg lag in ieder geval tot 1979 nagelaten tegen dit gevaar te waarschuwen. Vaststaat dat het bedrijf in die jaren haar producten nog niet voorzag van waarschuwingslabels. De rechtbank Roermond concludeert daarom dat Eternit onzorgvuldig en dus onrechtmatig ten opzichte van de timmerman heeft gehandeld. Als motivatie voor de toegekende immateriele schadevergoeding van 51.395 euro oordeelt de rechtbank dat het door het Instituut Asbestslachtoffers gehanteerde normbedrag maatschappijbreed als redelijk en juist wordt geaccepteerd en het dat het een redelijke afspiegeling vormt van bedragen die in soortgelijke gevallen worden uitgekeerd. Bron: Rechtbank Roermond, 7 september 2011.

Scheepswerf niet aansprakelijk voor huisgenoot

01-11-2011

Een mesothelioompatiente vordert schadevergoeding van de werkgever waarbij haar overleden vader in de periode van 1950 tot 1975 als bankwerker in loondienst is geweest. De vordering is verjaard. Aan de hand van de zeven gezichtpunten die de Hoge Raad heeft geformuleerd in het arrest Van Hese/De Schelde (2000) oordeelt de rechtbank Rotterdam dat het beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Van belang is dat de werkgever vanaf 1962 maatregelen ter voorkoming van thuisbesmetting heeft genomen. De scheepswerf heeft immers onweersproken gesteld dat in ieder geval vanaf 1962 de werkkleding van [eiseres] sr. niet meer thuis werd gewassen maar op de scheepswerf bleef om gewassen te worden. Verder brengt een eventuele schending van de zorgplicht door de werkgever jegens werknemer niet zonder meer met zich mee dat ook tegenover zijn dochter, de huisgenote, een norm is overtreden. In dat verband is bovendien van belang dat de maatregelen die genomen moeten worden om thuisbesmetting te voorkomen (tenminste deels) andere zijn dan de maatregelen ter bescherming van de eigen werknemers. Bron: rechtbank Rotterdam, 353756, 12 oktober 2011.

Eerste asbestslachtofferproces in Belgie

31-10-2011

In Brussel is op 24 oktober het eerste asbestproces in België van start gegaan. Het gaat om de zaak van een nabestaande van een in 2000 aan mesothelioom overleden vrouw tegen voormalig asbestverwerker Eternit. De vrouw was een zogenaamd omgevingsslachtoffer van de Eternitfabriek van Kapelle-op-den-Bos, waar asbestcement werd geproduceerd. Zijzelf werkte nooit in de fabriek. Haar echtgenoot werkte er bijna dertig jaar lang als ingenieur. Hij stierf in 1987 aan mesothelioom. Inmiddels is een wetsvoorstel in voorbereiding dat asbestslachtoffers die een beroep doen op het Belgische Asbestfonds alsnog het recht geeft juridische stappen te nemen tegen de vervuiler. Momenteel is dat niet mogelijk. Bron: Het Laatste Nieuws, 9 en 21 oktober 2011.

Boetes voor illegale asbestverwijdering

15-10-2011

Een eigenaar van een stal heeft van de rechter 1000 euro boete gekregen voor het illegaal afbreken van een stal met asbesthoudende golfplaten. De eigenaar van een schuur kreeg 5000 euro boete, waarvan 3500 voorwaardelijk voor de sloop zonder vergunning van een 164 vierkante meter groot dak van eterniet golfplaten. De eigenaar van de schuur verklaarde tegenover de rechter dat hij de nodige kennis heeft van asbest en dat de eterniet golfplaten geen asbest bevatten. De man zorgde er wel voor dat de werknemer die het dak moest slopen, beschermende kleding droeg. Ook schakelde hij een gecertificeerd bedrijf in voor de verwerking van het sloopmateriaal. Bron: asbestenbouw.nl, 5 oktober 2011.

Britse verzekeraars verliezen pleurale plaques zaak

15-10-2011

Het Britse Hooggerechtshof heeft een verzoek van verzekeraars afgewezen om een Schotse wet ongeldig te verklaren. De wet biedt Schotse asbestslachtoffers de mogelijkheid een schadevergoeding te claimen voor “pleurale plaques” . Dit gaat in tegen een uitspraak van het Britse House of Lords vijf jaar geleden. Dit hoogste rechtsorgaan oordeelde toen dat verzekeraars geen schadevergoeding meer hoeven te betalen aan mensen die door asbestblootstelling pleurale plaques, een niet-kwaadaardige verdikking van het longvlies, hebben gekregen. Bron: The Daily Telegraph, 13 oktober 2011, IAS Nieuws, 26 maart 2009.