Nieuwe bedragen tegemoetkoming en schadevergoeding per 2017

12-12-2016

Het bedrag voor de tegemoetkoming inzake de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 (TAS) en Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose (TNS) is per 1 januari 2017 vastgesteld op 19.988 euro.Het normbedrag voor schadevergoeding wordt per 1 januari 2017 63.568 euro. Bron: IAS, Staatscourant december 2016

Werkwijze Nederlands Asbestose Panel

26-10-2016

Wanda Hagmolen of ten Have beschrijft in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde de werkwijze en resultaten van het Nederlands Asbestose Panel (NAP) inzake de afhandeling van aanvragen voor financiële compensatie van patiënten met asbestose. Sinds april 2014 behandelt het IAS aanvragen voor schadevergoeding voor de ziekte asbestose. Tot 1 april 2016 heeft het NAP 207 aanvragen beoordeeld. Voor 70 aanvragen was de beoordeling ‘compatibel met asbestose’. Bron: Hagmolen of ten Have, W. e.a. (2016).
 

IAS lanceert Machiel van der Woude Stipendium

13-09-2016

Het afscheid van Machiel van der Woude, de eerste directeur van het Instituut Asbestslachtoffers, was aanleiding voor de aankondiging van het Machiel van der Woude stipendium. Vanaf nu kunnen onderzoekers die in Nederland onderzoek doen naar het voorkomen, de oorzaak, diagnostiek of behandeling van asbest geïnduceerde aandoeningen zich aanmelden om in aanmerking te komen voor deze toelage. Het stipendium bedraagt € 15.000,- zal jaarlijks worden uitgereikt en is bedoeld om nieuw onderzoek te stimuleren. Bron: IAS, september 2016

6de editie fietstocht voor asbestslachtoffers

12-09-2016

Zondag 11 september vond de 6de editie plaats van de Christa Mensert Memorial Ride, een fietstocht vanuit Leiderdorp om geld in te zamelen voor asbestslachtoffers. Christa Mensert overleed in 2009 aan mesothelioom. Zij vroeg mensen geen bloemen mee te nemen naar haar begrafenis, maar een bijdrage te storten op de rekening van het Instituut Asbestslachtoffers. De jaarlijkse fietstocht is uit dit verzoek voortgekomen. De opbrengst zal door het IAS worden besteed aan onderzoek naar de behandeling van mesothelioom. Bron: christamensertride.nl, september 2016.

Een bittere erfenis uit het verleden

17-08-2016

De IAS Monitor laat zien dat de meeste dienstverbanden waarin asbestslachtoffers hebben gewerkt uit de bouw en installatie komen. In totaal gaat het om meer dan 4500 dienstverbanden waar in het verleden zeker of vermoedelijk blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden. Lees meer over het hoe en waarom in een blog van Jan Warning, directeur IAS. Bron: IAS, 17 augustus 2016

Jaarverslag 2015: IAS behandelt recordaantal aanvragen

28-04-2016

Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) heeft in 2015 een recordaantal van 753 aanvragen voor een schadevergoeding van asbestslachtoffers afgerond. Niet eerder behandelde het IAS zoveel aanvragen. Sinds 2014 kunnen ook asbestslachtoffers met de ziekte asbestose een beroep op het instituut doen en daardoor is het aantal aanvragen gestegen. In totaal hebben 544 slachtoffers een tegemoetkoming ontvangen en ontvingen 181 een volledige schadevergoeding van de voormalige werkgever. Bron: IAS jaarverslag 2015

IAS op Asbestos 2016

12-04-2016

Op woensdag 6 en donderdag 7 april nam het IAS met een stand deel aan de beurs Asbestos 2016 in Ahoy Rotterdam. De beurs had tot doel alle belanghebbenden op het gebied van asbest in Nederland, waaronder de asbestsector, gemeenten en provincies, het Rijk en natuurlijk de asbesteigenaars zelf, bij elkaar te brengen, om uiteindelijk tot betere samenwerking te komen. Een Rondetafeldebat vormde de afsluiting van de beurs. Directeur Jan Warning nam aan deze discussie deel. Bron: IAS, april 2016; asbestmagazine.nl, 8 april 2016.

Machiel van der Woude neemt afscheid van het Instituut Asbestslachtoffers

18-12-2015

Op 11 december jl. nam directeur Machiel van der Woude afscheid van het Instituut Asbestslachtoffers. Hij gaat met pensioen. Zijn afscheid werd gevierd met een symposium in de Raadzaal van de SER en een receptie. Het symposium had als thema ‘Agenda voor de toekomst: Doen we genoeg?’ De verschillende sprekers waren vol lof over de manier waarop de heer Van der Woude zijn functie sinds de oprichting van het Instituut had ingevuld: onder andere zijn veelzijdigheid, optimistische en immer vriendelijke uitstraling maakten indruk. En de manier waarop hij 15 jaar lang alle betrokken partijen, ondanks de verschillende belangen, bij elkaar heeft gehouden.

Van der Woude zag nog diverse uitdagingen voor het instituut, zoals:
– uitbreiding van de reikwijdte naar asbestgerelateerde longkanker: een regeling met als leidraad ‘streng maar rechtvaardig’;
– dienstverlening aan slachtoffers van andere beroepsziekten, al dan niet in SER-verband. De bestaande infrastructuur en kennis van het instituut zijn naar zijn mening hiervoor goed te benutten;
– bundeling van alle kennis en kunde op asbestgebied. ‘Alle hens aan dek! Nederland zit nog vol met asbest. Er is nog een lange, risicovolle weg te gaan. Nieuwe slachtoffers moeten daarbij vermeden worden’, waren zijn woorden.’

Ter gelegenheid van het afscheid is het ‘Machiel van der Woude Stipendium’ gelanceerd, een beurs voor talentvolle onderzoekers op het gebied van asbest en gezondheid.

Hieronder vindt u het laatste interview dat Machiel van der Woude in zijn rol als directeur IAS heeft gegeven, gepubliceerd in SER-magazine december 2015/januari 2016, met dank aan auteur Elke van Riel.

Simone Aarendonk, december 2015

‘Machiel van der Woude is trots op wat er is opgebouwd in de vijftien jaar dat hij directeur was van het Instituut voor Asbestslachtoffers. Hij gaat met pensioen, maar het instituut gaat door. ‘We zijn er nog niet’.

‘Achter elk dossier gaat veel ellende schuil’

Asbest is nog altijd een groot maatschappelijk probleem. Tot nu toe heeft het Instituut voor Asbestslachtoffers (IAS) ruim 7500 aanvragen ontvangen. Maar het einde is volgens directeur Machiel van der Woude nog niet in zicht. ‘We verwachten dat zich in 2020 in totaal zo’n 10.000 slachtoffers hebben gemeld. Daarna zal het snel afvlakken.’

Van der Woude (66) is al sinds de oprichting bij het IAS instituut – gehuisvest op de zesde verdieping van het SER-gebouw – betrokken. Vijftien jaar was hij directeur, eind dit jaar gaat hij met pensioen. Het IAS heeft een bemiddelende rol voor slachtoffers bij het aanvragen van een tegemoetkoming van de overheid en een schadevergoeding van een aansprakelijke (ex-)werkgever.

Blauwe asbest, het gevaarlijkste type, werd al in 1978 in Nederland verboden. Sinds 1993 geldt dat ook voor alle andere vormen van asbest. Maar de gevolgen kunnen zich nog tientallen jaren na blootstelling openbaren. Gemiddeld gebeurt dat pas na zo’n veertig jaar.

Van der Woude: ‘Het IAS is opgericht om een lange juridische lijdensweg te voorkomen. Dat is belangrijk, want mensen met mesothelioom, ofwel longvlies- of borstvlieskanker, overlijden vaak al binnen een jaar. Een slepende rechtszaak geeft enorm veel stress en kan bovendien tot hoge kosten leiden.’ De bemiddeling door het IAS is kosteloos.

Bom

Het werk is voor Van der Woude nooit routine geworden. ‘Achter ieder dossier gaat enorm veel ellende schuil. Met de diagnose gaat in die gezinnen een bom af. Dat dwingt je tot grote snelheid en zorgvuldigheid.’

De verjaringstermijn is dertig jaar, maar de ziekte openbaart zich vaak later  

Hij is erg tevreden over de drie panels met medische deskundigen waarmee het instituut werkt: één voor mesothelioom, één voor asbestose (stoflongziekte) en een derde dat zich buigt over twijfelgevallen. ‘Deze artsen gelden allen als autoriteit op dit gebied. Dat voorkomt tijdrovende discussie over de diagnose.’

Wel een punt van discussie is de oplopende gemiddelde leeftijd van de slachtoffers. De vraag is of leeftijd zou moeten meewegen bij de hoogte van de schadevergoeding. ‘Bij de opzet van het IAS is hier niet voor gekozen. Want waar leg je de grens? Bovendien ontvangen relatief jonge slachtoffers vaak een extra bedrag voor inkomensschade.’

Stoflongen

Van der Woude is blij dat het IAS zich sinds april 2014 niet meer uitsluitend richt op mesothelioomslachtoffers, maar ook op mensen met asbestose. Zij zijn lang en intensief blootgesteld aan asbest en worden jaren daarna geconfronteerd met longfibrose. ‘Het onderwerp was complex, waardoor de discussie lang duurde. De urgentie was ook iets minder groot dan bij mesothelioom vanwege het gemiddeld minder progressieve verloop van de ziekte.’

Tot nu toe hebben ruim tweehonderd asbestoseslachtoffers een aanvraag voor schadevergoeding ingediend, inmiddels hebben zestig van hen een tegemoetkoming ontvangen. Het aantal asbestosegevallen zal naar verwachting de komende jaren snel teruglopen, omdat de echte asbestberoepen als eerste werden gesaneerd.

Binnen de raad van toezicht is er discussie of het IAS ook gaat bemiddelen voor mensen met longkanker als gevolg van asbestblootstelling. ‘We hebben hier pas nog eens onderzoek naar laten doen, want in omringende landen wordt dit al wel gecompenseerd. Probleem is dat het lastig is om vast te stellen of longkanker veroorzaakt is door asbest, zeker als mensen ook hebben gerookt. Daar bestaan formules voor, maar dan moet je diepgravend onderzoek doen en bij grotere aantallen is dat, ook vanwege de progressie van de ziekte, bijna niet te doen.’

Het is lastig vast te stellen of longkanker door asbest is veroorzaakt, zeker als mensen ook hebben gerookt  

Databanken

Een onderwerp dat de komende jaren hoog op de agenda staat, is verdere dataontwikkeling. Het instituut heeft twee databanken: een IAS-monitor met alle geanonimiseerde gegevens uit de dossiers en een asbestkaart met bedrijven en bedrijfstakken. ‘We willen nagaan hoe de cijfers kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld inspectieprogramma’s van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook willen we de groep vrouwelijke slachtoffers nader onderzoeken. Hoe intensief en waar zijn zij blootgesteld en wat zijn de verschillen met de groep mannen?’

Bijna 90 procent van de slachtoffers is man, omdat zij vaker een asbestgerelateerd beroep in de isolatie, de bouw of scheepsbouw hebben gehad. Voor mensen die (nog) niet ziek zijn, maar wel aan asbest zijn blootgesteld, gaat het IAS een asbestregister opzetten. ‘Die informatie kan aanknopingspunten bieden voor beleid. Voor de mensen zelf is het ook belangrijk, want mochten zij klachten krijgen, dan ligt er al wat. Het register moet echter geen onrust veroorzaken, dus we moeten goed duidelijk maken dat gelukkig slechts een klein percentage ziek wordt.’

Het is belangrijk dat mensen zich bij ziekte snel bij het instituut melden, want een slachtoffer moet nog bij leven een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming van de overheid of smartengeld van een werkgever.

Het komt voor dat mensen te laat zijn. Nabestaanden hebben dan alleen recht op een vergoeding van materiële kosten en eventueel overlijdenskosten, beide ruim 3000 euro. Het IAS heeft bij het ministerie gepleit voor een aanpassing van de regeling, zodat nabestaanden tot enkele maanden na het overlijden nog recht hebben op een tegemoetkoming, maar dat was tevergeefs.

Fonds

Het IAS zou ook graag een hogere tegemoetkoming voor slachtoffers zonder aansprakelijke (ex-)werkgever zien. ‘Vaak is het moeilijk om na zo’n lange tijd bewijsmateriaal te verzamelen. Bedrijven bestaan niet meer of de betrokkene kan niet meer aantonen ergens gewerkt te hebben. Soms kunnen we een zaak daardoor niet rond krijgen. Dat schuurt dan wel.’ Een alternatief zou een fonds kunnen zijn waarbij iedereen hetzelfde krijgt. ‘De vraag is dan wie het zou moeten vullen. Minister Asscher vindt dat geen taak van de overheid.’

Slachtoffers kunnen ook te maken krijgen met verjaringsproblematiek. Niet bij de overheid, maar bij sommige bedrijven. ‘De verjaringstermijn is dertig jaar, maar de ziekte openbaart zich vaak later. Als je niet weet dat je ziek bent, kun je ook geen vordering instellen. De Hoge Raad heeft in 2000 bepaald dat ieder individueel geval getoetst moet worden door een lagere rechter. Dat gebeurt ook, maar leidt niet tot de gewenste snelheid en duidelijkheid.’

Betrokkenheid

Vijf jaar geleden werd Van der Woude benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn grote inzet als directeur van het toen tienjarige IAS en zijn maatschappelijke verdiensten: hij was lang voorzitter van een operastichting en voorzitter van de Amsterdamse Football Club AFC (‘De beste in het land’). Wat hij na zijn pensionering gaat doen, weet hij nog niet precies. ‘Misschien iets op het terrein van bestuursrecht, mogelijk hier en daar wat advieswerk. Ook kunnen mijn vrouw en ik vaker naar ons huis in Frankrijk, liefst met de kinderen en kleinkinderen. Mijn vrouw is ook net met pensioen.’

Gevraagd welk gevoel overheerst nu zijn afscheid nadert, zegt hij er vooral trots op te zijn dat de betrokkenheid van de deelnemende partijen bij het IAS steeds onverminderd groot is gebleven. ‘Dat heeft geleid tot een zorgvuldige, maatschappelijk verankerde behandeling van een kwetsbare groep slachtoffers. Dat ik daarin een rol heb gespeeld, vind ik mooi.’

Elke van Riel

Jan Tempelman geridderd voor zijn bijzondere inzet voor asbestveiligheid

12-11-2015

Op 12 november jl. werd asbestexpert Jan Tempelman tijdens de Nationale Asbestconferentie te Rotterdam geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Jan Tempelman kreeg de bijbehorende versierselen opgespeld door locoburgemeester Jan Jaap Kolkman uit zijn woonplaats Deventer.
In zijn toespraak memoreerde de locoburgemeester dat Tempelman mede aan de wieg stond van vrijwel alle normen op het gebied van asbest. “En als de wetenschap met nieuwe inzichten kwam, zette hij zich in voor aanscherping van die normen. Mede door zijn inzet werd asbest in 1993 uiteindelijk verboden. Daarna verrichtte hij belangrijk werk voor de maatschappelijke vervolgtaak: het inventariseren en saneren van asbest uit de ontelbare ruimtes en terreinen in het land. Daarnaast zette hij zich in voor de slachtoffers van blootstelling aan asbest”, aldus Kolkman.
Met de gehele asbestsector in Nederland heeft het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) bijzondere waardering voor Jan’s langdurige en persoonlijke inzet, visie en kwaliteiten die hebben bijgedragen aan het onderzoek op het gebied van asbest. Deze waardering werd in 2012 onderstreept toen hij in 2012 namens het IAS de Prof. Job de Ruiterprijs ontving voor zijn indrukwekkende werk op asbestgebied.

 

 

 

In memoriam prof. Job de Ruiter

15-10-2015

Op 4 oktober 2015 overleed prof. mr. J. de Ruiter op 85-jarige leeftijd. Job de Ruiter was een knappe, ruimdenkende jurist, die als advocaat, rechter, hoogleraar, minister van Justitie en Defensie, en procureur-generaal ons land grote diensten heeft bewezen. Naast al deze functies verricht hij in de loop der jaren een groot aantal nevenfuncties, waaronder de functie van adviseur met betrekking tot de “juridische lijdensweg” van asbestslachtoffers. Het voorstel om een adviseur te benoemen is afkomstig van staatssecretaris Frank de Grave van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die in 1996 geconfronteerd wordt met uiteenlopende standpunten om te komen tot een mogelijke oplossing voor deze asbestslachtoffers, voor wie de normale, juridische weg naar erkenning en schadeloosstelling door het progressieve karakter van de ziekte mesothelioom (borst- en buikvlieskanker) vaak te lang is. Het Comité Asbestslachtoffers denkt hierbij vooral aan een asbestfonds, de werknemersorganisaties staan hier in eerste aanleg niet onwelwillend tegenover. De werkgeversorganisaties en verzekeraars geven echter de voorkeur aan alternatieve oplossingen zoals een asbestkamer bij de rechtelijke macht, onafhankelijke geschillenbeslechting of normering van de schadebedragen. Gezien de complexiteit van onderhavige materie en de moeilijk in te schatten financiële en juridische consequenties wordt gezocht naar iemand met grote kennis van zaken die op basis van nader onderzoek kan komen tot een voor alle partijen acceptabele oplossing. Het mag geen verbazing wekken dat de staatssecretaris uitkomt bij prof. Job de Ruiter, die als minister diepe tegenstellingen in de samenleving ten aanzien van abortus en de kruisraketten wist te overbruggen.

De Ruiter maakt november 1996 een begin met zijn adviesopdracht en doet allereerst uitgebreid onderzoek naar de vraag of er wel sprake is van een ‘’juridische lijdensweg’’ en zo ja, waar die dan precies uit bestaat. Zijn conclusie is dat de juridische procedure te veel tijd neemt, afgezet tegen de duur van de levensverwachting van de mesothelioompatiënt. Daarna analyseert De Ruiter uitvoerig de aangedragen oplossingen en standpunten waarna hij zijn eigen voorstel in de vorm van een advies formuleert. Het eerste punt van het advies luidt: ‘Oprichting van een instituut belast met de afhandeling van de vorderingen van asbestslachtoffers’. Een ander belangrijk punt is : ‘De toezegging van overheidswege van een vaste uitkering aan die slachtoffers, die hun vordering niet kunnen verhalen wegens faillissement, insolvabiliteit of onvindbaarheid van de aansprakelijke werkgever’. Alle partijen kunnen zich vinden in dit advies, inclusief de staatssecretaris, en op basis hiervan worden de onderhandelingen gestart die zullen leiden tot de oprichting van het Instituut Asbestslachtoffers (IAS), waarvan de deuren in 2000 worden geopend. Bijna 16 jaar later opereert het IAS nog steeds langs de lijnen die prof. Job de Ruiter in zijn advies maart 1997 heeft opgeschreven en hebben duizenden asbestslachtoffers anno 2015 een financiële tegemoetkoming of schadevergoeding ontvangen.

In 2005 bestaat het IAS vijf jaar en hieraan wordt aandacht besteed met een lustrumcongres. Eén van de sprekers is Job de Ruiter, de geestelijk vader van het instituut, die in zijn bijdrage uitgebreid ingaat op de achtergrond van zijn advies, de verschillende posities van de partijen en de leerpunten die uit de totstandkoming van het IAS te trekken zijn. De Ruiter staat hierbij uitgebreid stil bij de redenen waarom hij niet gekozen heeft voor fondsvorming en put daarbij uit zijn ervaring met het DES fonds voor slachtoffersvan het DES-middel, dat wordt voorgeschreven aan zwangere vrouwen in de periode 1947-1976.Fondsvorming roept volgens De Ruiter een aantal problemen op. Wie moet het geld bijeen brengen? Hoeveel geld? Wie moet de toedeling regelen? Wat zijn de criteria? Hoe lang moet het fonds bestaan? Hoe voorkom je dat enkelingen of zelfs groepen toch ook weer processen gaan voeren? Als fondsvorming niet dé oplossing is voor collectieve schades, is het IAS dat dan wel, zo vraag De Ruiter zich tot slot af?

Zoals wij mogen verwachten beantwoordt De Ruiter deze vraag niet met een volmondig ja. Daarvoor is de werkelijkheid van de bedrijfsongevallen en beroepsziektes te gecompliceerd en ontbreekt sinds het verdwijnen van de ongevallenwet bijna ieder inzicht. De Ruiter sluit vervolgens zijn bijdrage op de hem kenmerkende betrokken, maar ook genuanceerde manier af. ‘Een instituut als het IAS bouwt voor een onderdeel die kennis weer op, maar als je het hele veld van die beroepsrisico’s overziet dan staan we echt met dit instituut maar helemaal aan het begin. Voor het IAS als model geldt dus eigenlijk vooral het bundelen van kennis en het bieden van voorlichting en bemiddeling en samenwerking van alle betrokkenen om uiteindelijk de slachtoffers te kunnen helpen. In die zin kan het IAS als model zeker ook van betekenis zijn voor andere beroepsziekten en heilzaam zijn voor de betrokkenen’.

Vijf jaar later is er weer een lustrumcongres om op gepaste wijze aandacht te schenken aan het 10-jarig bestaan van het IAS. Tijdens dit congres wordt bekend gemaakt dat het bestuur van het IAS de prof. Job de Ruiterprijs in het leven heeft geroepen voor iemand die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt op het terrein van asbest en gezondheid. De eerste keer gaat deze prijs naar de naamgever zelf, die hierdoor totaal verrast is. Na deze uitreiking in 2010 wordt de prijs in 2012 door Job de Ruiter uitgereikt aan Jan Tempelman van TNO en in 2015 aan Sjaak Burgers van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. De uitreiking aan dr. Burgers geschiedt via een videoboodschap omdat De Ruiter op de dag van het congres wordt opgenomen in het ziekenhuis.

Ten behoeve van de video brachten wij een bezoek aan zijn appartement in Naarden en werden allerhartelijkst ontvangen. Niet verwonderlijk, want door de jaren heen heeft het IAS Job de Ruiter niet alleen leren kennen als een zeer wijze, maar ook als een bijzonder aardige man, die nauw betrokken was bij het lot van de asbestslachtoffers in Nederland. Het IAS gedenkt Job de Ruiter in grote dankbaarheid.

 

Machiel van der Woude, directeur IAS
Oktober 2015