Mieke Peijters-Devilliers (75), asbestslachtoffer met mesothelioom

Voor sommige asbestslachtoffers zal het altijd wel een raadsel blijven waar en wanneer de blootstelling precies heeft plaatsgevonden. Mieke Peijters-Devilliers is één van die slachtoffers. Op het aanvraagformulier schrijft ze in oktober 2021 dat ze aan asbest is blootgesteld. Maar hoe? Dat weet ze niet.

De geboren Amsterdamse woonde het grootste deel van haar leven in Zuid-Afrika. Vlak na de oorlog vertrok ze met haar ouders naar Pretoria. Ze werkte vrijwel haar gehele loopbaan als calculator en haar man was architect. ‘Maar zowel mijn man als ik kwamen eigenlijk nooit op de bouw. Het kantoor waar ik zat, was een oud huis ver weg van het bedrijf. Buiten het kantoorpersoneel kwam daar verder niemand.’

Na het overlijden van haar man besloot ze terug te gaan naar Nederland. Nu woont ze alweer twaalf jaar in het West-Friese dorp Scharwoude, waar dochter Riki al eerder neerstreek. Peijters-Devilliers had haar leven goed op de rit, totdat ze vorig jaar regelmatig benauwd werd. Ook verloor ze veel gewicht. ‘Toen de longarts belde met de mededeling dat ik mij moest voorbereiden op slecht nieuws, dacht ik meteen aan longkanker. Ik rook namelijk al heel lang. Maar het was mesothelioom. ‘Huh?’, dacht ik alleen maar. Ik was stomverbaasd dat het asbest was.’

Tijdens een drainage van haar longen wees de arts haar op de regeling TNS. Na een kort traject werd de tegemoetkoming toegekend. ‘Daar ben ik heel dankbaar voor, wetende dat zoiets in Zuid-Afrika alleen mogelijk was geweest met een lange en kostbare procedure. Bovendien bestaat het bouwbedrijf niet meer, dus wie moet je aanspreken?’

Voor Peijters-Devilliers, die maar een klein inkomen heeft, is de tegemoetkoming zeer welkom. Ze kocht een rolstoel en een rollator. In haar woonkamer staat ook een gloednieuwe ‘oefenfiets’, Afrikaans voor hometrainer. Haar droomwens is om nog eens terug te gaan naar het huis waar ze haar kinderen heeft grootgebracht. Haar zoon woont er nu. ‘Zwemmen kan ik niet meer. Maar ik zou zo graag nog eens langs de rand van het zwembad willen zitten. Ik ben blij met de rust van Scharwoude en de verzorging die ik hier krijg, maar ik mis de temperatuur, de prachtige natuur en natuurlijk mijn andere kinderen die er nog altijd wonen. Helaas geeft de longarts geen toestemming om te vliegen, want mijn longen kunnen de cabinedruk niet aan. Maar ik blijf stiekem toch hopen.’ Binnenkort wordt er weer vocht uit haar longen gehaald, maar verdere behandelingen zijn er niet. ‘Het is wat het is’, zegt ze nuchter. ‘De euthanasie is geregeld voor het moment dat de pijn ondraaglijk wordt, of ik voor mijn verzorging te veel afhankelijk wordt van mijn dochter. Je moet op de één of andere dag dood gaan, niet dan? In Zuid-Afrika hebben ze daar een gezegde voor: je bent één dood schuldig. En zo is het.’