Ab Sanderse (88), asbestslachtoffer met asbestose

‘Als hobby heb ik vroeger veel aan duiken gedaan en dan was het normaal om periodiek je longen te laten controleren. Er werd me altijd verteld dat die goed waren, mijn asbestose is een paar jaar geleden eigenlijk bij toeval ontdekt. Ik had al een tijdje wat minder lucht en je denkt dan ‘’het zal wel met mijn leeftijd te maken hebben”. Tot ik op een zeker moment verkouden was en het opeens zo benauwd had, dat ik met spoed naar het ziekenhuis moest. Ik kreeg in de ambulance een herseninfarct en lag daarna 11 dagen in coma. Ze hebben me toen onderzocht en ontdekt dat ik asbestlongen had.

In mijn leven ben ik op veel plekken in een omgeving met asbest geweest. Het spul zat overal. Dat begon al toen ik in 1949 op 17 jarige leeftijd als leerling-bakker in een bakkerij terecht kwam. Op de ovens lag asbest, waar bijvoorbeeld appeltjes op werden gedroogd. Ik had al snel alle diploma’s en wilde een eigen zaak beginnen. Maar dat is uiteindelijk helemaal niet doorgegaan, want ik kreeg bakkerseczeem. Een enorme tegenvaller, daar konden ze in die tijd nog niets tegen doen. Ik moest het dus in een andere richting gaan zoeken en zo ben ik in de metaal terecht gekomen. Ik heb daarna een aantal baantjes gehad als bankwerker en monteur, waarbij je ook altijd wel op een of andere manier met asbest in aanraking kwam. Zo herinner ik mij een werkgever waar we lunchten op asbest kussens. Daar keek toen niemand raar van op en ze zaten ook nog eens lekker. Van scheepswerf de Schelde, waar ik ook een jaar in dienst was, herinner ik me dat we Klingerit pakkingen gebruikten. Die waren asbesthoudend, al wist je dat toen nog niet. In 1956 ben ik terecht gekomen bij het Gemeentelijk Energiebedrijf (GEB) Rotterdam. Daar heb ik tot aan mijn VUT bijna 36 jaar gewerkt. Eerst een paar jaar als monteur, en daarna als leidinggevende, waarbij ik vaak in werkplaatsen van de diverse centrales kwam. Daar werd veel asbesthoudende isolatie gebruikt en er hing altijd veel asbeststof in de lucht. Ventilatie en beschermingsmiddelen waren er niet.

Dat ik door bemiddeling van het IAS een schadevergoeding heb gekregen is mooi, verder verwijt ik mijn werkgever niets. Lange tijd was immers helemaal niet bekend dat asbest gevaarlijk was. Bovendien heeft het weinig zin om terug te kijken, het gaat mij meer om de positieve kant van de dingen. In mijn tuintje werken gaat nog best goed, ik moet alleen wat vaker even gaan zitten. En al heeft mijn vrouw Alzheimer, we kunnen nog steeds van het leven genieten.’