Henny Markenhof (76), asbestslachtoffer met mesothelioom
‘Bij mij is in september 2020 mesothelioom vastgesteld. Ik was al een tijdje benauwd en het bleek dus asbestkanker te zijn. Er is toen met drains een heleboel vocht achter mijn longen weggehaald, waardoor ik weer wat lucht kreeg. Verder is in mijn geval alleen bestraling nog een optie, omdat de tumor niet meer met chemo of een operatie te bestrijden is. Het gekke is dat ik helemaal geen pijn heb. In die zin is de kwaliteit van leven op dit moment nog goed, ook al weet ik dat waarschijnlijk niet veel tijd meer heb.
Vanaf 1966 heb ik 34 jaar gewerkt bij het Provinciaal en Gemeentelijk stroomleveringsbedrijf in Utrecht, nu is dat Eneco. Ik begon als onderhoudsmonteur, dat heb ik 25 jaar gedaan. In die centrale zat overal veel isolatiemateriaal van asbest. Dat moest je dan eerst verwijderen, voordat je een reparatie kon doen. Daarnaast isoleerde ik de leidingen geregeld ook zelf, mijn collega’s en ik gebruikten daarvoor asbestcement. We kieperden dan gewoon asbestvezels uit een zak in een ton, deden er cement bij en mengden dat met het handje, waarbij hele wolken asbest in de lucht kwamen. Met water erbij kreeg je dan asbestcement.
Dat asbeststof ademden we gewoon in, want er was verder geen ventilatie of afzuiging in de vertrekken en van persoonlijke bescherming had nog nooit iemand gehoord. Pas de laatste zeven jaar had ik een werkomgeving zonder asbest, ik werkte die periode in het magazijn. Toen wist iedereen inmiddels wel dat asbest gevaarlijk was, maar voor mij was het dus al te laat. Mijn ziekte is ook zeker door het werk gekomen, want privé ben ik bij mijn weten nooit met asbest in aanraking geweest.
In het ziekenhuis ben ik al snel op het spoor van het IAS gezet. Ik kreeg van de longarts een folder mee en heb de formulieren voor een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers ingediend. Ik kreeg een voorschot en niet lang daarna hebben mijn oud-werkgever en de verzekeraar door bemiddeling van het instituut aansprakelijkheid erkend. Toen werd ook snel de schadevergoeding op onze rekening gestort. Ik had nog nooit van het instituut gehoord, maar het is mooi dat zoiets bestaat en dat ze daar dingen voor je kunnen regelen. Mijn vrouw Ria en ik zitten verder niet bij de pakken neer en proberen er elke dag het beste van te maken. We vinden het leuk om, als het weer het even toelaat, een ritje met de auto te maken. Wij mogen graag een stampotje eten en het is een soort hobby geworden om in de regio op zoek te gaan naar de allerbeste jaarlijks gekeurde rookworsten. Lekker, en zo kom je nog eens ergens.´