Overzichtsartikel over (maligne) mesothelioom

15-09-2005

Robinson en collega’s beschrijven de ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van mesothelioom (longvlies-, buikvlieskanker) en het onderzoek naar de oorzaken. Zij bestudeerden artikelen geregistreerd in de medische databank Pubmed en webpagina’s naar aanleiding van een zoekopdracht in Google. Volgens de schrijvers is het inmiddels alom bekend in het westen dat asbest kanker kan veroorzaken en kennen steeds meer mensen het woord mesothelioom. Een aanwijzing hiervoor was een zoekopdracht naar deze term in Google die maar liefst 3 miljoen webpagina’s opleverde, meer dan voor meer bekende kankersoorten als bijvoorbeeld leukemie.

Bron: Robinson, B.W. et al. (2005). Malignant mesothelioma. The Lancet, vol 366, 30 juli, 397-408.

Robinson, B.W., Musk, A.W. & Lake, R.A. (2005). Lancet 2005.366:397 -408

Abstract

Malignant mesothelioma is an aggressive,treatment-resistant tumour,which is increasing in frequency throughout the world.Although the main risk factor is asbestos exposure,a virus,simian virus 40 (SV40),could have a role. Mesothelioma has an unusual molecular pathology with loss of tumour suppressor genes being the predominant pattern of lesions,especially the P 16 INK4A, and P 14ARF ,and NF 2 genes,rather than the more common p 53 and Rb tumour suppressor genes.Cytopathology of mesothelioma effusions or fine-needle aspirations are often sufficient to establish a diagnosis,but histopathology is also often required.Patients typically present with breathlessness and chest pain with pleural effusions.Median survival is now 12 months from diagnosis.Palliative chemotherapy is beneficial for mesothelioma patients with high performance status.The role of aggressive surgery remains controversial and growth factor receptor blockade is still unproven.Gene therapy and immunotherapy are used on an experimental basis only. Patterns identified from microarray studies could be useful for diagnosis as well as

prognostication.

IAS/SVB: aantal mensen met tegemoetkoming regeling asbestslachtoffers toegenomen

12-09-2005

Sinds de invoering van de voorschotregeling van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers in 2000, is het aantal mensen dat er aanspraak op maakt, aanzienlijk toegenomen. In 2000 ontvingen 69 mensen die door blootstelling aan asbest in hun werk gezondheidsschade hebben opgelopen, een uitkering. In 2004 waren dat er 248. Bron: svb.nl., 9 september 2005. Meer op de svb site

Van Hoof: regels asbest meer in overeenstemming met risico`s

06-09-2005

Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid past de regels voor het omgaan met asbest aan zodat deze meer in overeenstemming zijn met de risico’s die kunnen optreden. Gecertificeerde bedrijven die gespecialiseerd zijn in het inventariseren en verwijderen van asbest, gaan vaststellen in welke risicocategorie de werkzaamheden vallen en welke beschermende maatregelen noodzakelijk zijn. Bron: ministerie van SZW, 6 september 2005.

Meer http://home.szw.nl/actueel/dsp_persbericht.cfm?jaar=2005&link_id=75647

Vergoeding Alimta goedgekeurd

24-08-2005

Nu de medische beroepsgroep heeft besloten het medicijn Alimta op te nemen in het behandeladvies voor mensen met asbestkanker, komen patiënten in aanmerking voor een vergoeding van de behandeling. Dat heeft minister Hoogervorst (Volksgezondheid) op 16 augustus geschreven in antwoord op Kamervragen van de PvdA en de SP.

Bron: ministerie VWS, 16 augustus 2005. Meer minvws.nl

VS: onderzoek naar gevaar van asbest in de natuur

24-08-2005

In Californië is onderzoek gedaan naar de risico’s van natuurlijke asbestvindplaatsen voor de gezondheid van omwonenden. Dit in verband met bouwprojecten die in dergelijke gebieden plaatsvinden. Hieruit is naar voren gekomen dat iemand die binnen vier mijl van een asbestvindplaats woont ongeveer twee keer zo veel risico op mesothelioom loopt dan gemiddeld.

Bron: Los Angeles Times, 17 juli 2005

Nieuwe norm risicobeoordeling asbest in en rondom gebouwen

24-08-2005

Voor de beoordeling van blootstellingsrisico’s voor gebruikers en derden aan asbest in en rondom gebouwen en objecten, is een nieuwe norm opgesteld: NEN 2991. Met deze norm is het mogelijk de risico’s van blootstelling aan asbest voor gebruikers en derden objectief te beoordelen. Afwijkende saneringsadviezen in vergelijkbare situaties zijn daarmee van de baan. Volgens het centrum van normalisatie NEN geeft de nieuwe norm antwoord op drie vragen: hoe groot de risico’s zijn die samenhangen met de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in onder meer bestaande gebouwen, hoe deze risico’s moeten worden beoordeeld en welke maatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s te beperken. Verder geeft de norm aan waaraan een asbestbeheersplan moet voldoen en op welk moment dit moet worden opgesteld. Bron: nen.nl, arbouw.nl, 23/25 augustus 2005. Meer http://www2.nen.nl/nen/servlet/dispatcher.Dispatcher?id=206211

Japan: zorgen over het grote aantal asbestslachtoffers in bedrijven

23-08-2005

Begin juli 2005 publiceerde de Japanse overheid in een rapport dat bij 23 bedrijven 358 mensen zijn overleden aan asbestgerelateerde ziektes. Dit bracht een stortvloed aan publiciteit op gang. In Japan overleden in 2003 878 mensen aan mesothelioom. Tot op heden heeft de overheid deze ziekte nog niet als arbeidsgerelateerd erkend met als gevolg dat slechts 10% van de slachtoffers tot nu toe een vorm van arbeidscompensatie heeft gehad. Inmiddels zijn ook enkele gevallen van milieuslachtoffers bekend geworden: mensen die in de omgeving van één van de fabrieken wonen. Naar aanleiding van de publiciteit is de overheid begonnen met de voorbereiding van een regeling waarmee asbestslachtoffers arbeidscompensatie en medische hulp ontvangen en een regeling voor de sloop van gebouwen waarin asbest verwerkt is. Bovendien is besloten tot een totaal verbod op productie en gebruik van asbest met ingang van 2008.

In 1971 werden in Japan de eerste beschermende maatregelen tegen asbest genomen. Pas in 1995 werden productie en gebruik van het meest gevaarlijke bruine en blauwe asbest verboden (Nederland: 1978). In oktober 2004 werd een verbod op wit asbest van kracht (Nederland: 1993). Gebruik van asbest is nog steeds toegestaan in producten waarvoor geen alternatieven beschikbaar zijn. Bron: Mainichi Daily News, The Daily Yomiuri en The Japan Times, diverse data in juli, augustus 2005

Noors onderzoek: verhoogd risico op maag-darmkanker

23-08-2005

Een cohort van 726 vuurtorenwachters dat in de periode vanaf 1917 tot 1967 werkzaam was geweest werd onderzocht op kankerincidentie in de periode 1960 tot 2002. Bij de subgroep die asbest via drinkwater had binnengekregen werd een relatief hoge incidentie van maag-darmkanker gevonden. Bron: Kjaerheim, K. et al. (2005).Cancer of the gastrointestinal tract and exposure to asbestos in drinking water among lighthouse keepers (Norway). Cancer causes and control. vol. 16 (2005), afl. 5, pag. 593-598 (6).

Kjaerheim, Kristina. Ulvestad, Bente. Martinsen, Jan Ivar. Andersen, Aage / In: Cancer causes and control. vol. 16 (2005), afl. 5, pag. 593-598 (6) / 2005

Abstract

Objective Previous studies of predominantly ecological design have indicated a possible elevation of gastrointestinal cancer risk in population groups exposed to drinking water contaminated with asbestos from natural sources or asbestos’ cement containing water pipes. In the present study the possible effect of ingested asbestos fibers on gastrointestinal cancer risk was investigated in an occupational group where a proportion of the employees was exposed to asbestos in their drinking water.

Method A cohort of 726 lighthouse keepers first employed between 1917 and 1967 were followed up for cancer incidence from 1960 to 2002. The standardized incidence ratio (SIR) was calculated as the number of new cancer cases divided by the expected number based on five-year age and sex specific incidence rates in the general rural population of Norway. A 95% confidence interval (CI) was calculated for all SIR values assuming a Poisson distribution of the cancer cases.

Results Risk of stomach cancer was elevated in the whole cohort (SIR: 1.6, CI: 1.0-2.3), in the subgroup with definite asbestos exposure (SIR: 2.5, CI: 0.9-5.5), and when the group was followed for 20&#8201.years and more after first possible exposure (SIR: 1.7, CI: 1.1-2.7). Less consistent results were found for colon cancer. SIR was 1.5 (CI: 0.9-2.2) overall, 0.8 (CI: 0.1-2.9) among the exposed, and 1.6 (CI: 1.0-2.5) twenty years and more after first possible exposure.

Conclusion The results support the hypothesis of an association between ingested asbestos and gastrointestinal cancer risk in general and stomach cancer risk specifically.

Onderzoek: korte dunne asbestvezels zijn ook gevaarlijk

23-08-2005

De Stanton Hypothese stelt dat lange dunne asbestvezels meer kankerverwekkend zijn dan korte dikke vezels. De Amerikaanse onderzoeker Suzuki en collega’s vinden in dit pathologische onderzoek andere aanwijzingen. Het bestudeerde long- en mesotheelweefsel van 168 mesothelioompatiënten bevatte voor slechts 2,3% vezels die aan de Stanton hypothese voldeden (langer of gelijk aan 8 &#956.m en dunner of gelijk aan 0.25 &#956.m). Ongeveer 90% van de gevonden vezels was kort en dun (korter of gelijk aan 5 &#956.m en dunner of gelijk aan 0.25 &#956.m) en vaak van het chryostiel type (wit asbest). Zij concluderen dat ook korte dunne asbestvezels lijken bij te dragen aan het ontstaan van maligne mesothelioom.

Bron: Suzuki, Y, et al. (2005). Short, thin asbestos fibers contribute to the development of human malignant mesothelioma : pathological evidence. International journal of hygiene and environmental health. vol. 208, afl. 3, pag. 201-210 (10).

Short, thin asbestos fibers contribute to the development of human malignant mesothelioma : pathological evidence

Suzuki, Yasunosuke. Yuen, Steven R.. Ashley, Richard / In: International journal of hygiene and environmental health. vol. 208 (2005), afl. 3, pag. 201-210 (10) / 2005

Abstract

Based on animal studies, long and thin asbestos fibers (8 &#956.m in length and 0.25 &#956.m in width) have been postulated to be strongly carcinogenic inducing pleural malignant mesothelioma, while shorter, thicker fibers have been postulated to pose a lesser risk (Stanton hypothesis). The objective of this study is to test the validity of the Stanton hypothesis through direct pathologic analysis of human mesothelioma tissue. Digested bulk tissue samples, or ashed 25 &#956.m thick sections, or both, were prepared from lung and mesothelial tissues taken from 168 cases of human malignant mesothelioma. In these tissues, 10,575 asbestos fibers (4820 in the lung and 5755 in mesothelial tissues (1259 in fibrotic serosa and 4496 in mesotheliomatous tissue)) were identified by high-resolution analytical electron microscopy. Dimensions of these asbestos fibers were measured in printed electron micrographs. Results were as follows: (1) long, thin asbestos fibers c onsistent with the Stanton hypothesis comprised only 2.3% of total fibers (247/10,575) in these tissues. (2) the majority (89.4%) of the fibers in the tissues examined were shorter than or equal to 5 &#956.m in length (9454 of 10,575), and generally (92.7%) smaller than or equal to 0.25 &#956.m in width (9808 of 10,575). (3) Among asbestos types detected in the lung and mesothelial tissues, chrysotile was the most common asbestos type to be categorized as short, thin asbestos fibers. (4) Compared with digestion technique of the bulk tissue, ashing technique of the tissue section was more effective to detect short, thin fibers. We conclude that contrary to the Stanton hypothesis, short, thin, asbestos fibers appear to contribute to the causation of human malignant mesothelioma. Such fibers were the predominant fiber type detected in lung and mesothelial tissues from human mesothelioma patients. These findings suggest that it is not prudent to take the position that short asbestos fibers convey little risk of disease.

Weinig verbetering overlevingskansen longkanker en mesothelioom

23-08-2005

De overlevingskansen van kankerpatiënten in Noord-Holland/Flevoland zijn sinds 1988 duidelijk gestegen.Bij sommige vormen van kanker is echter weinig verbetering opgetreden. Dit geldt bijvoorbeeld voor longkanker en mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker). Bron: IKCnet.nl, 1 augustus 2005. Meer http://www.ikcnet.nl/nieuws/index.php?id=1220