Harderwijk kampt met asbestresten

29-03-2006

Harderwijk voorziet een miljoenenstrop bij het opruimen van de oude Asbestona asbestfabriek en ander asbestafval, dat verwijderd moet worden in verband met de bouw van woningen en toeristische voorzieningen. De gemeente schat de saneringskosten op vijftig miljoen euro en vraagt samen met de provincie Gelderland of Den Haag wil bijspringen. Asbestona was van 1935 tot 1985 een van de twee asbestverwerkende industrieën van Nederland (naast Eternit in Goor). In een ander deel van Harderwijk blijkt een deel van de bodem door particulieren met asbest te zijn vervuild. Een derde probleem zijn de vele eendenhouderijen in de omgeving die met asbesthoudend materiaal zijn gebouwd. Door sloop en verval hiervan is nog eens 120 hectare grond vervuild. Bron: Volkskrant, 14 maart 2006.

VS: misleidende informatie na 11 september

29-03-2006

Een federale rechter heeft vastgesteld dat het voormalig hoofd van de “Environmental Protection Agency”(EPA), Christie Whitman, misleidende informatie heeft gegeven over de luchtkwaliteit direct na 11 september 2001. Whitman vertelde toen de pers dat de lucht veilig was om in te ademen. Epa’s eigen luchtkwaliteitsonderzoeken laten echter zien dat bij het instorten van de WTC-torens een wolk vrij kwam met 50.000 ton lood uit personal computers en ongeveer 2000 ton asbest. Bron: Daily News New York, 3 februari 2006.

Mesotheline, een diagnostische merker voor mesothelioom

29-03-2006

Scherpereel en collega’s onderzochten de niveaus van het eiwit soluble mesothelin-related protein (SMRP) in het bloedplasma (serum) en in het pleuraal vocht (vocht uit het longvlies) van 74 mensen met (maligne) mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker), 35 mensen met uitzaaiingen van andere tumoren in het longvlies en 28 mensen met goedaardige afwijkingen door asbestblootstelling. Het gemiddelde SMRP-niveau was bij de mesothelioompatiënten hoger dan bij de andere groepen, zowel in het bloedplasma als in het pleuraal vocht. De onderzoekers concluderen dat SMRP een veelbelovende merker voor de diagnose van mesothelioom zou kunnen worden. Het SMRP-niveau in het pleuraal vocht liet de grootste verschillen zien tussen de groep mesothelioompatiënten en de groep met uitzaaiingen van andere tumoren. Bron: Scherpereel, A. et al. (2006). Soluble mesothelin-related protein in the diagnosis of malignant pleural mesothelioma. Amercan Thoracic Society: Am J Respir Crit Care Medicine, Feb 2.
Scherpereel A, Grigoriu BD, Conti M, Gey T, Gregoire M, Copin MC, Devos P, Chahine B, Porte H, Lassalle P. (2006). Soluble Mesothelin-related Protein in the Diagnosis of Malignant Pleural Mesothelioma. American Thoracic Society. Am J Respir Crit Care Medicine, Feb 2

Background: Diagnosis of malignant pleural mesothelioma is a challenging issue. Potential markers in mesothelioma diagnosis include soluble mesothelin-related peptides (SMRP) and osteopontin but no subsequent validation have been published yet.

Methods: We prospectively evaluated SMRP in serum and pleural effusion from patients with mesothelioma (n=74), pleural metastasis of carcinomas (n=35), or benign pleural lesions associated with asbestos exposure (n=28), recruited when first suspected for mesothelioma.

Findings: Mean serum SMRP level was higher in mesothelioma (2.05 +/- 2.57 nM/l – median +/- interquartile range) than in metastasis (1.02 +/- 1.79 nM/l) or benign lesions (0.55 +/- 0.59 nM/l) patients. The area under the receiver operating characteristic curve (AUC) for serum SMRP was 0.872 for differentiating mesothelioma and benign lesions. cut-off= 0.93 nM/l (Sensitivity= 80%, Specificity= 82.6%). The AUC for serum SMRP differentiating metastasis and mesothelioma was 0.693. cut-off= 1.85 nM/l (Sensitivity = 58.3%. Specificity = 73.3%). SMRP values in pleural fluid were higher than in serum in all groups (mesothelioma: 46.1 +/- 83.2 nM/l. benign lesions: 6.4 +/- 11.1 nM/l. metastasis: 6.36 +/- 21.73 nM/l). The AUC for pleural SMRP differentiating benign lesions and mesothelioma was 0.831. cut-off= 10.4 nM/l (Sensitivity = 76.7%, Specificity = 76.2%). The AUC for pleural SMRP differentiating metastasis and mesothelioma was 0.793.

Interpretation: We show that SMRP may be a promising marker for mesothelioma diagnosis when measured either in serum or pleural fluid. The diagnostic value of SMRP was similar in both types of samples, but pleural fluid SMRP may better discriminate mesothelioma from pleural metastasis.

VK: huiseigenaren en klussers gewaarschuwd

28-03-2006

De meeste huizen die in het Verenigd Koninkrijk gebouwd zijn tussen 1950 en 1980 bevatten asbest. Wegens de voorspelling dat in 2050 asbestblootstelling aan ca. 185.000 Britten het leven zal hebben gekost, is de “British Lung Foundation” een bewustwordingscampagne gestart voor huiseigenaren die tevens klussen aan hun huis. Slechts 6 procent van de Britten kennen de ziekte maligne mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker), een vorm van kanker door asbest, terwijl in dit land elke vijf uur iemand aan deze ziekte overlijdt. Eigenaren die asbest uit hun huizen willen verwijderen worden verzocht contact op te nemen met de plaatselijke milieu-instantie voor informatie over hoe de asbest op een veilige manier weggehaald kan worden. Bron: Daily Mail, 28 februari 2006.

Australië: de kinderen van Wittenoom worden nu ziek

23-03-2006

Veertig jaar na sluiting van de blauwe asbestmijn in het Australische plaatsje Wittenoom, zijn nog steeds tragische gevolgen zichtbaar. In het afgelopen half jaar is bij tenminste negen mensen die als kind in Wittenoom woonden een asbestziekte geconstateerd. Omdat een ziekte als mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker) zich pas ongeveer 40 jaar na blootstelling openbaart worden nu mensen ziek die als kind in de jaren 60 en 70 in Wittenoom woonden en speelden. Geschat wordt dat het om enkele honderden kinderen gaat die na de sluiting van de mijn tot eind jaren 70 in het plaatsje bleven wonen. Zij speelden op plekken waar overal asbest was. Bron: The West Australian, 6 maart 2006.

Boek ‘Asbestos house’

23-03-2006

De Australische schrijver Gideon Haigh beschrijft de asbestgeschiedenis van James Hardie, één van Australiës oudste en ooit meest bewonderde bedrijven. Hoe is het gekomen dat zo’n bedrijf zoveel asbestslachtoffers in de steek liet? Haigh beschrijft James Hardie niet als de enig verantwoordelijke voor alle asbest-ellende. Integendeel de asbestgevaren werd in de vorige eeuw op alle niveaus in de maatschappij genegeerd, zowel door vakbondsvertegenwoordigers als door de officiële gezondheidsauthoriteiten. Uiteindelijk hebben de advocaten de strijd gewonnen. Haigh concludeert dat de schadelijke gevolgen van asbest een last zijn die door de hele maatschappij gedragen moet worden. Bron: Herald Sun, 25 februari 2006.

Meer bevoegdheden voor bedrijfstak asbest

22-03-2006

De overheid stelt voortaan alleen globale veiligheidseisen voor asbestwerkzaamheden. De gedetailleerde voorschriften zijn een zaak van de betrokken bedrijfstakken zelf. Het ministerie van Sociale Zaken en de bedrijfstak “asbest” hebben daarom op 8 maart j.l. in een convenant vastgelegd dat de certificatie voor veilige werkomstandigheden op nieuwe leest wordt geschoeid. Kern van de afspraak is dat de overheid zich terugtrekt en de gedetailleerde regelgeving overlaat aan de bedrijfstakken zelf. De overheid blijft er wel op toezien dat de afspraken binnen de bedrijfstakken voldoende zijn en blijft ook verantwoordelijk voor de aanwijzing van de onafhankelijke keuringsinstellingen, die de certificatie van bedrijven of werknemers beoordelen. Bron: Arbouw, 9 maart 2006. Meer www.arbouw.nl

Risicobenadering bij asbestverwijdering

22-03-2006

De regels die gelden bij de verwijdering van asbest worden meer in overeenstemming gebracht met de risico’s die kunnen optreden. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. Dit is de strekking van een wijziging van het Arbobesluit waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ingestemd. Aanleiding voor de wijziging is een Europese richtlijn voor de bescherming van werknemers tegen de gevaren van asbest. Een aantal van de huidige verplichtingen vervalt bij werkzaamheden waarbij het risico op vrijkomen van asbestvezels laag is. Werk met een laag risico is bijvoorbeeld het zonder breken demonteren van asbest dat nog in een goede staat verkeert. In dit soort gevallen hoeft de asbestverwijdering niet meer te worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf, maar mag ook een gewone aannemer de klus doen. Wel moet hij het werk laten uitvoeren door medewerkers die daarvoor zijn opgeleid. De invoering van de risicobenadering leidt tot lagere lasten voor bedrijven van 4 miljoen euro per jaar. Daarnaast verminderen de administratieve lasten jaarlijks met zo’n 450 duizend euro. Bron: Ministerie van SZW, 17 maart 2006. Meer http://home.szw.nl/

Onderzoek naar verbetering medicijn Alimta

22-03-2006

Professor Hillary Calvert ontwikkelde aan de universiteit van Newcastle de chemotherapeutische behandeling met het medicijn Alimta. Tot nu toe werkt het voor een bepaalde groep mesothelioompatiënten levensverlengend met enkele maanden. Calvert denkt dat dit effect verbeterd kan worden. Er is een kleine groep patiënten die met Alimta behandeld is en vijf jaar na diagnose nog steeds in leven. Deze groep wordt nu nader onderzocht. Calvert denkt dat deze mensen het zo goed doen door de samenstelling van hun genen en de manier waarop Alimta op hun genen inwerkt. Het medicijn Alimta voorkomt dat tumorcellen zich reproduceren. Sommige tumorcellen kunnen dit proces omzeilen door op gezonde omliggende cellen in te werken. Bij de mensen die langer dan vijf jaar leven lukt die proces niet. Bron: Mesotheliomaweb.org, 3 maart 2006. Meer http://www.mesotheliomaweb.org/alimta-scientist.htm

Asbest nog volop aanwezig in VS

22-03-2006

Volgens een artikel in de februari-uitgave van het blad “Cancer Wire” wordt asbest in de Verenigde Staten nog steeds volop gebruikt, zowel in bestaande structuren als in nieuwe toepassingen. Het artikel is een weergave van een interview met Linda Reinstein, mede-oprichter van de Asbestos Disease Awareness Organization (ADAO), een asbestslachtoffervereniging. Volgens Reinstein overlijden er elk jaar 10.000 mensen in de VS aan een asbestziekte. Al die gevallen hadden voorkomen kunnen worden omdat de gevaren van asbest al sinds het begin van de 19de eeuw bekend waren. Reinstein denkt dat het asbestprobleem ernstig onderschat wordt, omdat asbestziekten zo moeilijk herkenbaar zijn. Hoeveel mensen zullen er daarom niet overlijden aan een “gewone” hartaaanval of “longontsteking” zonder dat asbest als oorzaak gezien wordt? Veel mensen hebben bovendien, zonder te weten, blootgestaan aan asbest via asbestproducten, asbest in de natuur of bijvoorbeeld via kleding van iemand die met asbest werkte. Volgens Reinstein is er sinds 1989 sprake van een paradox in de VS: er geldt geen asbestverbod maar een regulering om de blootstelling zoveel mogelijk te beperken, terwijl er geen veilige drempelwaarde voor blootstelling aanwijsbaar is. Daarnaast vermeldt Reinstein dat, hoewel bekend is dat asbest een tijdbom is, de productie in zogenaamde ontwikkelde landen als Rusland en Canada nog steeds doorgaat. Deze landen exporteren hun asbest naar ontwikkelingslanden waar nog onbeschermd met het materiaal gewerkt wordt. Tot slot vermeldt Reinstein dat de ADAO tegen het onlangs door de Senaat afgestemde voorstel voor een asbestcompensatiefonds is met als belangrijkste argumenten: de onjuiste medische criteria die toegepast worden, de verwachte bureaucratische rompslomp die vertragend zal werken en het te lage gereserveerde bedrag, dat onvoldoende zal zijn om alle asbestslachtoffers te compenseren. Bron: www. Newsinferno.com, 8 februari 2006. Meer http://www.newsinferno.com/archives/817