Meer bevoegdheden voor bedrijfstak asbest

22-03-2006

De overheid stelt voortaan alleen globale veiligheidseisen voor asbestwerkzaamheden. De gedetailleerde voorschriften zijn een zaak van de betrokken bedrijfstakken zelf. Het ministerie van Sociale Zaken en de bedrijfstak “asbest” hebben daarom op 8 maart j.l. in een convenant vastgelegd dat de certificatie voor veilige werkomstandigheden op nieuwe leest wordt geschoeid. Kern van de afspraak is dat de overheid zich terugtrekt en de gedetailleerde regelgeving overlaat aan de bedrijfstakken zelf. De overheid blijft er wel op toezien dat de afspraken binnen de bedrijfstakken voldoende zijn en blijft ook verantwoordelijk voor de aanwijzing van de onafhankelijke keuringsinstellingen, die de certificatie van bedrijven of werknemers beoordelen. Bron: Arbouw, 9 maart 2006. Meer www.arbouw.nl

Risicobenadering bij asbestverwijdering

22-03-2006

De regels die gelden bij de verwijdering van asbest worden meer in overeenstemming gebracht met de risico’s die kunnen optreden. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. Dit is de strekking van een wijziging van het Arbobesluit waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ingestemd. Aanleiding voor de wijziging is een Europese richtlijn voor de bescherming van werknemers tegen de gevaren van asbest. Een aantal van de huidige verplichtingen vervalt bij werkzaamheden waarbij het risico op vrijkomen van asbestvezels laag is. Werk met een laag risico is bijvoorbeeld het zonder breken demonteren van asbest dat nog in een goede staat verkeert. In dit soort gevallen hoeft de asbestverwijdering niet meer te worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf, maar mag ook een gewone aannemer de klus doen. Wel moet hij het werk laten uitvoeren door medewerkers die daarvoor zijn opgeleid. De invoering van de risicobenadering leidt tot lagere lasten voor bedrijven van 4 miljoen euro per jaar. Daarnaast verminderen de administratieve lasten jaarlijks met zo’n 450 duizend euro. Bron: Ministerie van SZW, 17 maart 2006. Meer http://home.szw.nl/

Onderzoek naar verbetering medicijn Alimta

22-03-2006

Professor Hillary Calvert ontwikkelde aan de universiteit van Newcastle de chemotherapeutische behandeling met het medicijn Alimta. Tot nu toe werkt het voor een bepaalde groep mesothelioompatiënten levensverlengend met enkele maanden. Calvert denkt dat dit effect verbeterd kan worden. Er is een kleine groep patiënten die met Alimta behandeld is en vijf jaar na diagnose nog steeds in leven. Deze groep wordt nu nader onderzocht. Calvert denkt dat deze mensen het zo goed doen door de samenstelling van hun genen en de manier waarop Alimta op hun genen inwerkt. Het medicijn Alimta voorkomt dat tumorcellen zich reproduceren. Sommige tumorcellen kunnen dit proces omzeilen door op gezonde omliggende cellen in te werken. Bij de mensen die langer dan vijf jaar leven lukt die proces niet. Bron: Mesotheliomaweb.org, 3 maart 2006. Meer http://www.mesotheliomaweb.org/alimta-scientist.htm

Asbestschepen: een mondiaal probleem

20-03-2006

Laurie Kazan schrijft in dit artikel op de site van het “International Ban Asbestos Secretariat” over het probleem van de sloop van schepen die vol met asbest zitten. Om de kosten beperkt te houden laten westerse landen hun schepen slopen in lage lonenlanden als India, Bangladesh, Turkije, Argentinië, Brazilië en Polen. Landen waar niet alleen de lonen laag zijn, maar waar bovendien veiligheidsmaatregelen voor asbestverwijdering minder streng zijn of zelfs geheel ontbreken. Greenpeace probeert dit te voorkomen en behaalde onlangs nog een succes door het tegenhouden van het Franse schip de Clemenceau dat, na veel protest, door president Chirac naar Frankrijk werd teruggeroepen. Momenteel probeert Greenpeace te voorkomen dat de asbest uit het Nederlandse schip de SS Rotterdam in Polen wordt verwijderd. Volgens Greenpeace heeft Nederland zelf de wettelijke en morele plicht om voor verwijdering van het eigen gevaarlijke afval te zorgen en dit probleem niet naar een land als Polen te exporteren, waar men geen mogelijkheden heeft om dit op een milieuvriendelijke wijze te doen. In februari heeft het Poolse sloopbedrijf het Nederlandse ministerie van VROM toestemming gevraagd om het te verwijderen asbest naar Nederland te vervoeren. Dit is geweigerd omdat Nederland op basis van nationale wetgeving geen afval mag invoeren dat niet hergebruikt of “gerecycled” kan worden. Het schip ligt nu in de haven van Gdansk zonder dat er iets gebeurt. Bron: International Ban Asbestos Secretariat, 8 maart 2006. Meer www.ibas.btinternet.co.uk

Indiase slopers in hongerstaking na terugroepen Clemenceau

20-03-2006

Indiase slopers dreigden in februari in hongerstaking te gaan uit protest tegen het terugroepen van het Franse vliegdekschip Clemenceau dat vol zit met asbest en onderweg was naar India om te worden ontmanteld. De Indiërs vrezen dat met het besluit van Chirac definitief een einde komt aan de werkgelegenheid in de Indiase sloopindustrie in de stad Alang . De ontmanteling van het schip zou aan 200 tot 400 mensen een jaar werk hebben gegeven. De Franse president riep het schip uit de Indische Oceaan terug naar Frankrijk nadat de Franse Raad van State het besluit om het schip aan een sloopwerf in India over te dragen, had geschorst. Dat gebeurde op verzoek van vier milieuorganisaties die wezen op de risico’s voor vooral de Indiase arbeiders die het schip zouden moeten demonteren. Bovendien voldoet het schip niet aan de normen voor de export van gevaarlijk afval, zoals geregeld in het Verdrag van Basel. Greenpeace noemde het besluit van Chirac ‘een overwinning voor de de arbeiders in India, het milieu en het recht’. Eerder had het Indiase hooggerechtshof al een sloopverbod afgekondigd zolang niet duidelijk was hoeveel gevaarlijke stoffen er in het schip waren verwerkt. Volgens milieuorganisaties zit er zeker 500 tot 1000 ton asbest in de ‘Clem’. Als gevolg van deze ontwikkeling heeft nu ook de regering van Bangladesh een schip vol asbest de toegang geweigerd. Het gaat om het cruiseschip de SS Norway dat door een Bengalese opkoper is gekocht om te worden gesloopt. Volgens Greenpeace zit in dit uit 1960 daterende schip, dat in Frankrijk is gebouwd en vroeger de SS France heette, 1250 ton asbest. Bron: ANP/De Tijd, 17 februari 2006.

Verwarring in Kroatië over asbestverbod

20-03-2006

Sinds 1 januari dit jaar geldt er in Kroatië een verbod op handel in en gebruik van asbest en asbestproducten. Hiermee handelt dit land in lijn met de Europese Gemeenschap, waarvan het graag lid wil worden. Dit verbod brengt de Kroatische asbestfabriek Salonit in grote problemen. Onder grote commerciële druk heeft het Ministerie van Gezondheid daarom per 14 februari j.l. de productie van asbestproducten voor export naar niet-EU-landen van het verbod uitgesloten. Kroatiës grootste oppositiepartij, de Sociaal Democratische Partij, heeft nu tegen deze wijziging protest aangetekend op grond van de resultaten van onderzoek naar de gezondheidsschade die de fabriek aanricht. Uit dit onderzoek komt naar voren dat onder de 200.000 mensen die binnen 11 km van de fabriek wonen kanker meer dan gemiddeld voorkomt. Bron: International Ban Asbestos Secretariat, 6 maart 2006. Meer www.ibas.btinternet.co.uk

Verzet tegen opknapbeurt SS Rotterdam in Polen

20-03-2006

Begin maart ontstond er in Polen ophef over de voorgenomen opknapbeurt van de SS Rotterdam in de haven van Gdansk. Plaatselijke vertegenwoordigers van Greenpeace dachten dat er uit de Rotterdam 1500 ton asbest zou worden gesloopt. Het blijkt echter om veel minder te gaan, zo’n 180 ton asbest. Bovendien hebben de nieuwe eigenaren van het schip Greenpeace betrokken bij alle plannen. Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat er een fonds wordt gevormd waaruit op termijn de verantwoorde sloop van het schip kan worden betaald. ,,Het is voor het eerst dat zo’n fonds is gevormd,” vertelt een vertegenwoordiger van Greenpeace Nederland. Wel vraagt Greenpeace zich nog af of Polen de asbest kan verwerken. Ook is de Nederlandse overheid gevraagd het afval terug te nemen. Dat kan namelijk niet zo maar.

Bron: ANP/AD, 2 maart 2005

Twintig milieuslachtoffers door Japanse asbestfabriek

17-03-2006

Tussen 2002 en 2004 overleden in het Japanse Amagasaki 143 mensen aan een asbestgerelateerde ziekte. Twintig van hen hadden nooit met asbest gewerkt. Drie van deze twintig waren huisgenoten. zij kwamen in aanraking met asbest via de werkkleding van de (ex-)werknemer van de machinefabriek, waar voorheen met asbest werd gewerkt. Bij 17 mensen kon geen specifieke blootstellingsoorzaak worden aangewezen. Zij zaten op school, werkten en woonden in de directe omgeving van de fabriek, maar hadden er nooit gewerkt. Dit meldde het Japanse ministerie van milieu begin februari. Bron: The Yomiuri Shimbun, 11 februari 2006.

Onderzoek naar asbestbodemverontreiniging in Nederland

17-03-2006

Asbest wordt niet alleen aangetroffen op wegen en erven, maar ook op andere plekken in de grond. In opdracht van het ministerie van VROM is daarom een asbestinventarisatie uitgevoerd in het kader van het “Landsdekkend Beeld Bodem”. Het doel van deze inventarisatie was het inzichtelijk maken waar de asbestindustrieën aanwezig zijn geweest. Daarnaast was de inventarisatie gericht op het ontwikkelen van een methode voor het opstellen van een asbestkansenkaart waarop de kans van aanwezigheid van asbest zichtbaar kan worden gemaakt. Op grond van de resultaten laat staatssecretaris Van Geel nader onderzoek uitvoeren naar de ernst en omvang van de potentiële asbestbodemverontreiniging bij die locaties die expliciet naar voren zijn gekomen uit de rapportage, te weten Van Gelder te Wormer, Forbo te Assendelft (en Coevorden) en Balamundi in Huizen. Bron: Ministerie van VROM: voortgang asbestdossier, 10 maart 2006, brief staatssecretaris Van Geel aan Tweede Kamer. Meer http://www.vrom.nl/pagina.html?id=16541.

Hoge Raad: zorgplicht werkgever afhankelijk van omstandigheden

17-03-2006

Een werknemer is tijdens zijn dienstverband van 1965 tot 1967 als monteur bij een verwarmingsinstallatiebedrijf blootgesteld geweest aan asbest. In 1998 is hij overleden als gevolg van mesothelioom. De rechtbank oordeelde dat ook niet asbestverwerkende bedrijven bekend waren met de gevaren van asbest en dat de werkgever de verplichting had alle veiligheidsmaatregelen te nemen die waren vereist om haar werknemers tegen dat gevaar te beschermen. De Hoge Raad vernietigt dit oordeel omdat het “blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting”. Het is volgens de Hoge Raad ‘afhankelijk van de omstandigheden van het geval en van de toentertijd bestaande kennis en inzichten, welke veiligheidsmaatregelen van de werkgever konden worden verwacht’. De Hoge Raad concludeert dat ‘het enkele feit dat gedurende het dienstverband van benadeelde bekend was, ook aan niet asbestverwerkende bedrijven, dat blootstelling aan asbeststof gevaar voor asbestose opleverde, er nog niet toe leidt dat op de werkgever de verplichting rustte veiligheidsmaatregelen te nemen om haar werknemers tegen dat gevaar te beschermen, ongeacht de duur en intensiteit van die blootstelling’. Het geding wordt verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling en beslissing. Bron: Hoge Raad, 17 februari 2006, AU6927/C04199HR. Samenvatting www.rechtspraak.nl