Fred van Leeuwen, oud timmerman met mesothelioom

De 74-jarige Fred van Leeuwen is vastberaden om de negentig te halen. ‘Of 85, dat is toch ook mooi?’ zegt hij. ‘Ik kijk niet zo op een jaartje meer of minder.’ De oud-timmerman uit het Gelderse Tiel is opgewekt en wil het leven blijven omarmen, ondanks de diagnose mesothelioom die in februari 2025 bij hem is gesteld.


Kort daarvoor is Van Leeuwen tijdens een wandeling met zijn vrouw ineens heel erg benauwd geworden. Hij bezoekt zijn huisarts, die hem doorverwijst naar Ziekenhuis Rivierenland. Hier wordt een CT-scan gemaakt. Uit zijn longvlies moet direct twee liter vocht worden afgetapt. ‘Daarna kreeg ik de uitslag dat het niet goed was. Dat was even schrikken natuurlijk, ook omdat ik mij verder nog hartstikke goed voelde. Toen het gesprek klaar was, zei ik tegen de arts: ik ben wel van plan om negentig te worden. Ze glimlachte en zei: tachtig is natuurlijk ook al heel wat. Maar ik wist: nu wil ik door. Niet bij de pakken neerzitten, want zo ben ik niet. Gewoon verder gaan met leven.’

Direct en indirect met asbest in aanraking
Van Leeuwen kijkt terug op een rijke en gevarieerde loopbaan die begint in 1967. In dat jaar gaat hij als leerling-timmerman aan de slag. Een technisch beroep is voor hem de meest logische keuze. ‘Ik kom uit een echt arbeidersgezin, met vijf oudere broers die destijds al op de LTS zaten, of hadden gezeten. Het lag natuurlijk in die lijn dat ik ook naar de technische school ging. Ik knutselde graag en ik was lid van een figuurzaagclub. Het hout was me dus niet vreemd. Het werken als timmerman was mooi, al heeft het achteraf ook een zeer nadelige kant gehad.’

Tijdens het werk in de bouw komt Van Leeuwen regelmatig direct of indirect met asbest in aanraking. Zoals op een project in Utrecht, waar hij zich herinnert volledig onbeschermd met een cirkelzaag asbesthoudende cementplaten te hebben gezaagd. Ook bevestigt hij met een handboor hang- en sluitwerk op asbesthoudende deuren. Bij een school in Utrecht wordt in zijn directe nabijheid fanatiek gezaagd in asbest-golfplaten. In een bedrijfshal in Amersfoort worden de staalconstructies bespoten met een asbesthoudend brandwerend materiaal. Ook daar staat hij met de neus boven op. ‘Asbest zat in die jaren in zoveel dingen, dat je achteraf niet precies weet waar je bent blootgesteld. Bewust van het gevaar was eigenlijk niemand. Je vond stof natuurlijk wel hinderlijk, maar in die tijd ging je gewoon door. Nu is het met de maatregelen op het werk goed geregeld, zestig jaar geleden was dat anders.’

Naast zijn werk in de bouw volgt Van Leeuwen in de avonduren meerdere opleidingen. In 1980 neemt zijn loopbaan een wending. Vanaf dat jaar werkt hij onder andere als administrateur bij de Rijksgebouwendienst en als buitendienstinspecteur voor het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en het UWV. ‘Toen daar vijfduizend mensen waaronder ik weg moesten, ben ik een koeriersbedrijf begonnen. Ook gaven we exposities in onze tuin. Mijn vrouw schilderde en ik maakte beelden. Dat doen we tegenwoordig niet meer, ik ben nu meer aan het tuinieren. We fietsen veel, doen leuke dingen samen. We hebben fijne zoons, schoondochters en kleinkinderen, onder wie één nog heel jong. Mijn loopbaan was bepaald niet saai, maar dat is mijn leven op dit moment zeker ook niet.’

Geen zin in lange juridische procedures
Al vrij snel na de diagnose meldt Van Leeuwen zich bij het IAS. Als hij op internet zoekt naar informatie over zijn ziekte, leest hij ook over de regeling voor asbestslachtoffers. ‘Nadat de huisbezoeker hier is geweest en alle medische stukken zijn verzameld, is de tegemoetkoming snel gestort. Ik vind het heel goed dat de regeling er is. Mensen worden toch geconfronteerd met een ziekte die ze niet hadden verwacht en voortkomt uit het werk dat ze hebben gedaan. In mijn geval bestaan veel bedrijven niet meer. De bewijslast is er vaak ook niet. Het is zestig jaar geleden. Ik was nog een jonge jongen. Veel mensen waar ik toen mee heb gewerkt, zijn er niet meer. En wie heeft er nu zin in lange juridische procedures? Ik wil gewoon lekker leven, met leuke dingen bezig zijn.’

Het gaat naar omstandigheden goed met zijn gezondheid. Na enkele pogingen is het de artsen gelukt om het longvlies te plakken, zodat er geen vocht meer tussen kan komen. ‘En ik heb immuuntherapie ondergaan, die zijn werk heel goed heeft gedaan. De saturatiemeter geeft nog steeds 98, 99 procent zuurstof aan in mijn bloed. Nu voel ik mij weer honderd procent. De kankercellen zijn ten opzichte van de laatste CT-scan zelfs gehalveerd. Binnenkort heb ik weer een nieuwe scan. Ik hoop dat het allemaal hetzelfde is en de tumoren in het longvlies niet verder zijn gegroeid. Zoals ik mij nu voel, heb ik daar goede hoop in. Samen met mijn vrouw wil ik nog wel een tijdje verder.’