Sloop van schepen in Azië eist duizenden mensenlevens

02-01-2006

De milieubeweging Greenpeace, FIHD (International Federation for Human Rights) en YPSA (Young Power in Social Action Bangladesh) boden op 13 december j.l. de Verenigde Naties het rapport “End of life ships” aan met het schrikbarende verhaal van meer dan honderd mensen die zijn gestorven of gewond zijn geraakt bij de scheepssloop in Azië. De te slopen schepen zitten vol met asbest, olieresten, giftige stoffen en explosieve gassen. Bij het slopen gelden geen regels, arbeiders krijgen geen beschermende kleding en geen adequaat gereedschap. Men vermoedt dat er in de laatste 20 jaar duizenden doden en gewonden zijn gevallen. Greenpeace, FIHD en YPSA eisen dat schepen die zijn afgeschreven, worden behandeld als chemisch afval. Daarmee wordt voorkomen dat honderden enkelwandige schepen die de komende jaren worden afgeschreven, onder geen enkele regeling zullen vallen. Zonder regeling zal de sloop ervan opnieuw een onbekend aantal slachtoffers eisen. Bron: Greenpeace, 12 december 2005. Meer http://www.greenpeace.nl/news/dood-arbeiders-door-giftige-sl

Drempel weggenomen voor Alimta bij mesothelioom

27-12-2005

Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) heeft op 12 december besloten om Alimta, medicijn voor de behandeling van mesothelioom en niet-kleincellig longkanker, te plaatsen op de lijst van dure ziekenhuisgeneesmiddelen. Hiermee is een belangrijke drempel weggenomen voor longartsen om Alimta voor te schrijven, omdat het nu niet meer volledig ten laste komt van het ziekenhuisbudget. De regeling is effectief met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2005 op grond van de contractvoorwaarden van ziekenhuizen met zorgverzekeraars. Vanaf 1 januari 2006 geldt de verruimde regeling voor vergoeding van dure geneesmiddelen, die inhoudt dat 80% van de kosten niet ten laste komt van het ziekenhuisbudget, maar vergoed wordt door de verzekeraars. Bron: ANP, 15 december 2005. Meer http://www.kankerpatient.nl/avn/

Staatssecretaris Van Geel werkt aan landelijke regeling voor milieuslachtoffers

27-12-2005

Staatssecretaris Van Geel en het voormalige asbestverwerkende bedrijf Eternit zijn het erover eens dat een landelijke aanpak nodig is voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn geworden door asbest uit het milieu. Vooruitlopend op een nationale oplossing is Eternit bereid een tegemoetkoming uit te keren aan asbestzieken uit de regio’s Hof van Twente en Harderwijk. Zij gebruikten gratis, door Eternit weggegeven asbestmateriaal om paden en erven te verharden. Uit onderzoek is gebleken dat onder inwoners van Goor (Hof van Twente), en dan vooral vrouwen, veel meer longvlieskanker (mesothelioom) voorkomt dan elders in Nederland. Ten aanzien van de landelijke oplossing voor de problematiek van de niet beroepsgebonden mesothelioomslachtoffers is Van Geel bereid een bemiddelaar aan te stellen vanuit het ministerie van VROM die in overleg met de partijen treedt om binnen de kaders van de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade een oplossing te creëren. Hierbij is mogelijk ook een taak weggelegd voor het Instituut asbestslachtoffers (IAS). In januari 2006 wil de staatssecretaris, met vertegenwoordigers van slachtoffers, het IAS en de (voormalig) belangrijkste spelers binnen de asbestindustrie, gaan werken aan een landelijke oplossing voor dit probleem. Bron: Ministerie VROM, 20 december 2005. Meer http://www.vrom.nl/pagina.html?id=22222

TAS regeling voldoet aan eisen

27-12-2005

De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) die sinds drie jaar van kracht is, voldoet aan de eisen. Vóór invoering van de regeling overleed 90 procent van de asbestslachtoffers met mesothelioom vóór ze een schadevergoeding kregen. Nu krijgt meer dan 90 procent een uitkering tijdens het leven. Dat staat in een evaluatie van de regeling die staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Onderzoeksbureau Research voor Beleid heeft de doelmatigheid van de regeling geëvalueerd. Van Hoof is tevreden over het resultaat van de evaluatie, maar stelt dat er nog wel verdere verbeteringen in de uitvoering mogelijk zijn. Het IAS heeft in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank, die de regeling uitvoert, een plan gemaakt om in de praktijk enkele verbeteringen door te voeren. Daardoor moeten meer slachtoffers sneller geholpen worden. Bovendien wordt er gewerkt aan betere manieren om aansprakelijke werkgevers uit het verleden op te sporen, zodat meer kosten kunnen worden verhaald op de verantwoordelijke werkgevers. De staatssecretaris is bereid de regeling ook open te stellen voor werknemers die door het werken met asbest de ziekte asbestose hebben gekregen. Voorwaarde is wel dat alle betrokken partijen het hierover eens worden. Daarbij gaat het om vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, asbestslachtoffers, verzekeraars en de overheid. Van Hoof noemt het “teleurstellend” dat deze partijen nog niet op één lijn zitten. Bron: ministerie SZW, 22 december 2005. Meer szw

Ontdekking van mesothelioom in een vroeg stadium mogelijk

21-12-2005

Osteopontine is een eiwit dat in een significant hoger gehalte in het bloedplasma voorkomt bij een aantal vormen van kanker. Pass en collega’s onderzochten of dit bij longvlieskanker (pleuraal mesothelioom) ook zo is. Bloedplasma-monsters van drie groepen werden vergeleken: een groep van 69 personen met een niet kwaadaardige asbestgerelateerde aandoening, 45 rokers of ex-rokers bij wie geen asbestblootstelling is geconstateerd, en 76 personen met longvlieskanker (pleuraal mesothelioom). Bij de groep met longvlieskanker werden significant hogere osteopontine-niveaus in het bloedplasma gevonden dan bij de aan asbest blootgestelde groep zonder kanker. Een osteopontine bloedplasmatest zou volgens Pass daarom als instrument gebruikt kunnen worden voor de vroege ontdekking van pleuraal mesothelioom. De vraag is echter hoe zinvol vroeg-screening zou zijn, omdat de ziekte (nog) niet te genezen is. Volgens Pass is het echter wel zo dat bij ontdekking in een vroeg stadium de overlevingskans meer dan 5 jaar is als de tumor operatief geheel verwijderd kan worden. Momenteel wordt bij slechts 5% van de patiënten de ziekte in zo’n vroeg stadium ontdekt. Bron: Pass HI, et al. (2005). Asbestos exposure, pleural mesothelioma, and serum osteopontin levels. N Engl J Med. 2005 Oct 13.353(15):1564-73.

In een commentaar op dit onderzoek relativeert Cullen de conclusies van Pass over het gebruik van de osteopontine-test bij vroeg-screening van mesothelioom. Eerst moeten de resultaten afgewacht van het onderzoek naar deze test bij andere asbestgerelateerde afwijkingen, zoals bijvoorbeeld asbestgerelateerde longkanker. Ook vermeldt hij dat de door Pass vermelde risicopercentages op mesothelioom gebaseerd zijn op intensieve blootstelling aan het meest gevaarlijke blauwe asbest (crocidoliet). Deze percentages liggen lager voor wit asbest (chrysotiel) dat veel meer werd gebruikt. Tot slot twijfelt hij aan de vermelde overlevingskans van 5 jaar bij diagnose in een vroeg stadium en algehele verwijdering van de tumor. De onderzoeksresultaten hierover zijn niet eenduidig. Bron: Cullen, mr. (2005). Comment: serum osteopontin levels – is it time to screen asbestos-exposed workers for pleural mesothelioma? N Engl J Med. Oct 13.353(15):1617-8.

Pass HI, Lott D, Lonardo F, Harbut M, Liu Z , Tang N, Carbone M, Webb C, Wali A. Asbestos exposure, pleural mesothelioma, and serum osteopontin levels. N Engl J Med. 2005 Oct 13.353(15):1564-73.

BACKGROUND: We investigated the presence of osteopontin in pleural mesothelioma and determined serum osteopontin levels in three populations: subjects without cancer who were exposed to asbestos, subjects without cancer who were not exposed to asbestos, and patients with pleural mesothelioma who were exposed to asbestos.

METHODS: A group of 69 subjects with asbestos-related nonmalignant pulmonary disease were compared with 45 subjects without exposure to asbestos and 76 patients with surgically staged pleural mesothelioma. Tumor tissue was examined for osteopontin by immunohistochemical analysis, and serum osteopontin levels were measured by an enzyme-linked immunosorbent assay.

RESULTS: There were no significant differences in mean (+/-SE) serum osteopontin levels between age-matched subjects with exposure to asbestos and subjects without exposure to asbestos (30+/-3 ng per milliliter and 20+/-4 ng per milliliter, respectively. P=0.06). In the group with exposure to asbestos, elevated serum osteopontin levels were associated with pulmonary plaques and fibrosis (56+/-13 ng per milliliter) but not with normal radiographic findings (21+/-5 ng per milliliter), plaques alone (23+/-3 ng per milliliter), or fibrosis alone (32+/-7 ng per milliliter) (P=0.004). Serum osteopontin levels were significantly higher in the group with pleural mesothelioma than in the group with exposure to asbestos (133+/-10 ng per milliliter vs. 30+/-3 ng per milliliter, P<0.001). Immunohistochemical analysis revealed osteopontin staining of the tumor cells in 36 of 38 samples of pleural mesothelioma. An analysis of serum osteopontin levels comparing the receiver-operating-characteristic curve in the group exposed to asbestos with that of the group with mesothelioma had a sensitivity of 77.6 percent and a specificity of 85.5 percent at a cutoff value of 48.3 ng of osteopontin per milliliter. Subgroup analysis comparing patients with stage I mesothelioma with subjects with exposure to asbestos revealed a sensitivity of 84.6 percent and a specificity of 88.4 percent at a cutoff value of 62.4 ng of osteopontin per milliliter. CONCLUSIONS: Serum osteopontin levels can be used to distinguish persons with exposure to asbestos who do not have cancer from those with exposure to asbestos who have pleural mesothelioma.

Asbestose gaat niet altijd samen met longkanker

21-12-2005

Reid en collega’s onderzochten of bij mensen die door blootstelling aan blauwe asbest (crocidoliet) longkanker hebben gekregen ook altijd sprake is van asbestose (stoflongen door asbest). De onderzoeksgroep bestond uit 1988 ex-werknemers en omwonenden van de blauwe asbestmijnen bij het Australische plaatsje Wittenoom. Bij 58 van hen werd de diagnose longkanker gesteld. Hoewel er wel een relatie is tussen asbestose en longkanker concluderen de onderzoekers dat beide aandoeningen lang niet altijd samengaan. bij slechts 12% van de mensen met longkanker werd op röntgenfoto’s bewijs van asbestose gezien. Rookgedrag was de sterkste voorspeller van longkanker: 56 van de 58 mensen hadden in het verleden gerookt of rookten nog steeds. Verder constateerden Reid en collega’s ook een verhoogd risico op longkanker naarmate de asbestblootstellingsduur en/of intensiteit groter was geweest. Bron: Reid, A., et al. (2005). The effect of asbestosis on lung cancer risk beyond the dose related effect of asbestos alone. Occupational Environmental Medicine, dec.62(12):885-9.
Reid A, de Klerk N, Ambrosini GL, Olsen N, Pang SC, Berry G, Musk AW (2005). The effect of asbestosis on lung cancer risk beyond the dose related effect of asbestos alone. Occup Environ Med. 2005 Dec.62(12):885-9.

AIMS: To determine if the presence of asbestosis is a prerequisite for lung cancer in subjects with known exposure to blue asbestos (crocidolite).

METHODS: Former workers and residents of Wittenoom with known amounts of asbestos exposure (duration, intensity, and time since first exposure), current chest x ray and smoking information, participating in a cancer prevention programme (n = 1988) were studied. The first plain chest radiograph taken at the time of recruitment into the cancer prevention programme was examined for radiographic evidence of asbestosis according to the UICC (ILO) classification. Cox proportional hazards modelling was used to relate asbestosis, asbestos exposure, and lung cancer.

RESULTS: Between 1990 and 2002 there were 58 cases of lung cancer. Thirty six per cent of cases had radiographic evidence of asbestosis compared to 12% of study participants. Smoking status was the strongest predictor of lung cancer, with current smokers (OR = 26.5, 95% CI 3.5 to 198) having the greatest risk. Radiographic asbestosis (OR = 1.94, 95% CI 1.09 to 3.46) and asbestos exposure (OR = 1.21 per f/ml-year, 95% CI 1.02 to 1.42) were significantly associated with an increased risk of lung cancer. There was an increased risk of lung cancer with increasing exposure in those without asbestosis. CONCLUSION: In this cohort of former workers and residents of Wittenoom, asbestosis is not a mandatory precursor for asbestos related lung cancer. These findings support the hypothesis that it is the asbestos fibres per se that cause lung cancer, which can develop with or without the presence of asbestosis.

Antwoorden kamervragen over de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtof

13-12-2005

De Wit en Van Velzen (SP) vroegen staatssecretaris van Hoof (SZW) of hij bereid is de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers uit te breiden met de mensen die zijn blootgesteld aan asbest in het milieu. De staatssecretaris antwoordt hierop dat de problematiek van milieuslachtoffers in de evaluatie van de regeling zal worden meegenomen. Hij streeft ernaar om deze evaluatie voor het eind van dit jaar aan de Tweede Kamer te zenden. Verder wijst van Hoof er op dat staatssecretaris Van Geel tijdens een Algemeen Overleg op 24 november jl. heeft toegezegd dat hij het bedrijf Eternit aan zal spreken over schadevergoeding aan milieuslachtoffers. Eveneens is hij bereid deze slachtoffers indien van toepassing, procedureel en juridisch te ondersteunen. Bron: overheid.nl: ministerie van SZW nr. 2050602800, 5 december 2005.

Canadees asbest: de mythe van gecontroleerd gebruik

13-12-2005

Sinds 1880 heeft Canada zo’n 61 miljoen ton wit asbest (chrysotiel) verkocht met een totale omzet van bijna 13 biljoen Canadese dollars. Nog in november jl. verkondigde de Canadese asbestlobby op een workshop georganiseerd door het Wereld Gezondheids Organisatie dat chrysotiel veilig gebruikt kan worden onder “gecontroleerde” condities. De Internationale Asbestslachtoffers Vereniging beschrijft op haar site dat deze stelling een mythe is. Overal ter wereld worden bewijzen gevonden dat er toch slachtoffers vallen, ondanks zgn. “gecontroleerd” gebruik van asbest. Bron: International Ban Asbestos Secretariat, 28 november 2005

Meer http://www.ibas.btinternet.co.uk/Frames/f_lka_can_asb_fallacy_con_use_05.htm

James Hardie reserveert 3 miljard euro voor asbestslachtoffers

13-12-2005

De Australische fabrikant van bouwmaterialen James Hardie Industries NV trekt 4,5 miljard Australische dollar (3 miljard euro) uit voor de slachtoffers van door het bedrijf geproduceerde asbest. Met het bedrag moeten mensen nu en in de toekomst verzekerd zijn van schadeloosstellingen, meldt de Australische zender ABC. Het statutair in Amsterdam gevestigde bedrijf bereikte een juridisch bindende overeenkomst met de overheid van de Australische deelstaat New South Wales voor het speciale fonds. Daaruit zullen slachtoffers schadevergoedingen krijgen. In eerste instantie maakt Hardie 154 miljoen dollar over naar het fonds. Bron: Trouw, 2 december 2005.

Japan: eindelijk compensatie voor asbestslachtoffers

13-12-2005

De Japanse overheid heeft overeenstemming bereikt over de compensatie van asbestslachtofferfamilies (slachtoffers en nabestaanden) met ingang van 2006. Elke familie krijgt een som ineens van 2,6 miljoen Yen (ca. 19.000 euro) en ongeveer 200.000 yen (1500 euro) voor overlijdensschade. Milieuslachtoffers (huisgenoten en omwonenden van asbestfabrieken) krijgen daarnaast een bedrag van 2,4 miljoen yen per jaar (ca. 18.000 euro) voor kosten die bij hen niet gedekt worden door een arbeidsongevallenverzekering. Naar schatting krijgen in 2006 ongeveer 10.000 families een vergoeding. Het budget dat hiervoor gereserveerd wordt zal in de vorm van belasting van alle werkgevers worden teruggevorderd. Bron: The Daily Yomiuri, 30 november 2005.