Biomerkers voor mesothelioom

27-06-2007

Biomerkers als Soluble mesothelin-related peptide (SMRP), osteopontine en megakaryocyte potentiating factor (MPF) zijn nog niet voldoende accuraat om cytohistologie als gouden standaard voor de diagnose van maligne mesothelioom te vervangen. Aldus een overzichtsartikel en een onderzoeksverslag. Biomerkers zijn eiwitten in het bloed die iets kunnen zeggen over de aanwezigheid of verloop van sommige ziektes. Bron: Scherpereel, A. &amp. Lee, G. (2007). Biomarkers for mesothelioma. Current Opinion in Pulmonary Medicine 2007, 13:339. Grigoriu, B.D. et al., (2007). Utility of Osteopontin and SerumMesothelin in Malignant Pleural Mesothelioma Diagnosis and Prognosis Assessment. Clin Cancer Res 13 (10), may 15, p 2928-35-343.
Scherpereel, A. &amp. Lee, G. (2007). Biomarkers for mesothelioma. Current Opinion in Pulmonary Medicine 2007, 13:339-343.

Purpose of review


Mesothelioma is an incurable cancer and its global incidence continues to increase. There has been strong interest in the search for a biomarker that would be of value for the diagnosis, prognosis and disease monitoring of mesothelioma. Large series evaluating the use of novel candidate markers have recently been published.

Recent findings

To date, global gene profiling studies have failed to find a molecule that reliably captures all subtypes of mesothelioma, and differentiates it from benign pathologies and metastatic carcinomas. Soluble mesothelin-related peptide (SMRP), osteopontin and megakaryocyte potentiating factor have been assessed as markers. SMRP testing is clinically available and provides reasonable diagnostic sensitivity and specificity when applied to serum or pleural fluid. Elevated SMRP levels can occur in metastatic, especially ovarian and pancreatic, adenocarcinomas. False negatives are common with sarcomatoid mesothelioma. SMRP levels may reflect tumor load and disease progression. The role of SMRP in predicting mesothelioma development in subjects exposed to asbestos has raised interest. Osteopontin lacks specificity as a diagnostic marker for mesothelioma but may have value in disease monitoring.

Summary

The proposed markers have insufficient accuracy to replace cytohistology as the gold standard for diagnosis for mesothelioma. Elevated SMRP levels raise suspicion of mesothelioma although negative values do not exclude disease. Its role in disease monitoring in patients and in predicting disease development in at-risk individuals warrant further study.



Grigoriu, B.D. et al., (2007). Utility of Osteopontin and SerumMesothelin in Malignant Pleural Mesothelioma Diagnosis and Prognosis Assessment. Clin Cancer Res 13 (10), may 15, p 2928-35

Abstract

Purpose:
Malignant mesothelioma is a highly aggressive tumor and is often diagnosed too late for a curative treatment.We compared diagnostic and prognostic values ofmesothelin and osteopontin in172 patients suspected ofmalignant pleuralmesothelioma (MPM) and in a control group

of 112 asymptomatic asbestos-exposed subjects.

Experimental Design: Osteopontin and mesothelin were assayed with commercial ELISA kits in a series of 43 patients with pleural metastases of various carcinomas, 33 patients with benign pleural lesions associated with asbestos exposure, 96 patients with MPMs, and 112 asbestos-exposed healthy subjects. Results were correlated with patient’s diagnosis and survival.

Results: Serumosteopontin level was higher in MPMpatients compared with healthy asbestos exposed subjects and had a good capability to distinguish between these two populations. However, osteopontin was unable to distinguish between MPM and pleural metastatic carcinoma or benign pleural lesions associated with asbestos exposure. Neither plasma nor pleural fluid osteopontin were more powerful in this respect. Serum mesothelin had a good ability for diagnosing MPM but was unable to identify patients with nonepithelioid mesothelioma subtypes. Survival analysis identified tumor histologic subtype along with serum osteopontin and serum mesothelin as independent prognostic factors in mesothelioma patients.

Conclusions: Osteopontin has a lower diagnostic accuracy than mesothelin in patients suspected of MPM. Insufficient specificity limits osteopontin utility as diagnosticmarker. Bothmolecules have a potential value as prognostic markers.


Eternit weer aansprakelijk voor schadelijke gevolgen asbestproduct

27-06-2007

Voormalig asbestproducent Eternit moet een klant met mesothelioom een voorschot van dertigduizend euro betalen. Dat heeft de voorzieningenrechter van Groningen op 15 juni j.l. bepaald in een kort geding dat tegen het bedrijf was aangespannen. Van 1967-1973 heeft de man asbesthoudende platen, afkomstig van Eternit, op maat gezaagd in het bedrijf van zijn vader en daardoor nu de ziekte mesothelioom gekregen. Het bedrijf heeft – naar voorlopig oordeel van de rechter – in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidsnormen die toen ook al golden. Eternit verzuimde namelijk de klant te waarschuwen voor de gevaren van asbest en gaf geen aanwijzingen voor het veilig verwerken van het materiaal. Eerder werd het bedrijf om dezelfde reden aansprakelijk gesteld voor asbestafval dat tussen 1967 en 1970 aan derden ter beschikking was gesteld. Bron: BA7469, Voorzieningenrechter Rechtbank Groningen , 94157/KG ZA 07-170, 15 juni 2007, Gerechtshof Arnhem, 5 juni 2007, BA6364, 2006/586.

Proefschrift Peeters: asbestslachtoffers ongelijk gecompenseerd

27-06-2007

Werknemers met asbestziekten als asbestose en longkanker of andere beroepsziekten komen waarschijnlijk niet binnen afzienbare tijd in aanmerking voor een collectieve regeling (gecollectiviseerde compensatie). Dit stelt Margo Peeters in haar rechtssociologisch proefschrift Compensatie en erkenning voor werknemers met asbestziekten tussen 1978 en 2005. Relevante belanghebbende partijen zijn via recht, politiek of publieke opinie, minder goed onder druk te zetten om deze ziekten in een collectieve regeling op te nemen, dan destijds met de asbestziekte mesothelioom het geval was. Dit maakt het IAS en de TAS-regeling enerzijds tot een bijzonder compensatiesysteem dat vooral een ad hoc karakter lijkt te hebben, concludeert de promovenda. Anderzijds passen het IAS en de TAS-regeling in een tendens van groeiende interesse in de specifieke compensatie van beroepsziekten, aldus Peeters. Bron: Erasmus Universiteit, 27 juni 2007. Meer http://www.eur.nl/nieuws/detail/article/873/

Amerikaanse asbesttextielwerkers hebben vaker longkanker en asbestose

27-06-2007

Textielwerkers uit South Carolina die met chrysotiel (wit) asbest hebben gewerkt hebben vaker dan gemiddeld longkanker. Hein et al. constateerden bovendien een sterk verband tussen de mate van blootstelling en het aantal sterfgevallen aan longkanker en asbestose. Zij onderzochten de sterftecijfers tot 2001 van bijna 3100 ex-werknemers die tussen 1940 en 1975 tenminste ëën maand productiewerk hadden gedaan. Bron: Hein, M.J. et al. (2007). Follow-up study of chrysotile textile workers: cohort mortality and exposure-response. Bron: OEM online 20 april, doi:10.1136/oem.2006.031005.
Hein, M.J. et al. (2007). Follow-up study of chrysotile textile workers: cohort mortality and exposure-response. Bron: OEM online 20 april, doi:10.1136/oem.2006.031005.

ABSTRACT

Objectives

This report provides an update of the mortality experience of a cohort of South Carolina asbestos textile workers.

Methods

A cohort of 3,072 workers exposed to chrysotile in a South Carolina asbestos textile plant (1916-1977) was followed up for mortality through 2001. Standardized mortality ratios (SMRs) were computed using U.S. and South Carolina mortality rates. A

job exposure matrix provided calendar time dependent estimates of chrysotile exposure concentrations. Poisson regression models were fitted for lung cancer and asbestosis. Covariates considered included sex, race, age, calendar time, birth cohort, and time since

first exposure. Cumulative exposure lags of 5 and 10 years were considered by disregarding exposure in the most recent 5 and 10 years, respectively.

Results

A majority of the cohort was deceased (64%) and 702 of the 1,961 deaths occurred since the previous update. Mortality was elevated based on U.S. referent rates for a priori causes of interest including all causes combined (SMR 1.33, 95% confidence interval (CI) 1.28-1.39). all cancers (SMR 1.27, 95% CI 1.16-1.39). esophageal cancer (SMR 1.87, 95% CI 1.09-2.99). lung cancer (SMR 1.95, 95% CI 1.68-2.24). ischemic heart disease (SMR 1.20, 95% CI 1.10-1.32). and pneumoconiosis and other respiratory

diseases (SMR 4.81, 95% CI 3.84-5.94). Mortality remained elevated for these causes when South Carolina referent rates were used. Three cases of mesothelioma were observed among cohort members. Exposure-response modeling for lung cancer, using a linear relative risk model, produced a slope coefficient of 0.0198 (fiber-years/ml)-1 (standard error 0.00496), when cumulative exposure was lagged 10 years. Poisson regression modeling confirmed significant positive relationships between estimated

chrysotile exposure and lung cancer and asbestosis mortality observed in previous updates of this cohort.

ConclusionsThis study confirms the findings from previous investigations of excess mortality from lung cancer and asbestosis and a strong exposure-response relationship between estimated exposure to chrysotile and mortality from lung cancer and asbestosis.

India: dorpen door asbest vervuild

19-06-2007

14 dorpen in het Indiase district Singbhum zijn zwaar vervuild met asbest uit de voormalige asbestmijn. Dat afval komt o.a. voor op speelplaatsen voor kinderen en in het water dat over het land stroomt. Asbestziekten komen er nauwelijks voor omdat artsen bij mensen met asbestose of mesothelioom de diagnose TBC stellen, aldus een vertegenwoordiger van het Indiase Ban Asbestos Network. Dit om werkgevers claims te besparen. Ex-mijnwerkers hebben geen ziektekostenverzekering en verdienden maar 7 roepies (1 euro 20) per dag met hun gevaarlijke werk. Bron: CNN-IBN News, 17 juni 2007. Meer www.ibnlive.com

8ste bijeenkomst International Mesothelioma Interest Group

19-06-2007

Deskundigen analyseren in het blad Oncogene de meest interessante presentaties die gegeven werden op de 8ste bijeenkomst van de International Mesothelioma Interest Group (IMIG). een groep medici met bijzondere belangstelling voor de ziekte maligne mesothelioom. Zij concluderen dat op dit moment operatieve verwijdering van de tumor in combinatie met andere behandelvormen (multimodale therapie) de beste kansen op lange termijn overleving geven. Bron: Carbone, M. et al. (2007). Eighth International Mesothelioma Interest Group. Oncogene advance online publication, 14 may 2007. doi:10.1038/sj.onc.1210515.
Carbone, M. et al. (2007). Eighth International Mesothelioma Interest Group. Oncogene advance online publication, 14 may 2007. doi:10.1038/sj.onc.1210515.

Abstract

The eighth International Mesothelioma Interest Group (IMIG) meeting was held in Chicago, IL, United States, in 19-22 October 2006 to discuss mesothelioma & the cancer often linked to asbestos exposure. It is a very

aggressive malignancy with a median survival of less than 1 year from diagnosis. Millions of people have been exposed worldwide to asbestos, especially during the second half of the twentieth century when asbestos use increased significantly. The tons of asbestos utilized in the past remain a health hazard for current and future generations because asbestos is difficult to be disposed off. This makes asbestos and mesothelioma research a public health issue in addition to a medical problem. Moreover, the very high costs of asbestos litigation have a significant impact on the whole economy. In the United States, up until 2001, defendant companies had paid 54 billion dollars in claims and estimated future liabilities ranged from 145 to 210 billion. Therefore, asbestos research is of great interest to a large audience that includes patients, millions of asbestos-exposed individuals, scientists, physicians,

public health officials, politicians, unions of asbestos workers, lawyers and the public at large. During the past few years, there has been significant progress in understanding the process of mineral fiber carcinogenesis

and mesothelioma pathogenesis. With improved understanding of the pathogenesis of mesothelioma, new diagnostic, preventive and therapeutic options are being developed. A total of 247 papers were presented at the IMIG: the abstracts of these presentations were published in Lung Cancer, Supplement 1, October 2006. Here, experts in different disciplines critically review some of the most exciting presentations of the IMIG meeting. The result is a comprehensive review of the research field of asbestos carcinogenesis and mesothelioma, and of the progress that has been made in recent years in both basic and clinical sciences.

Verschillen tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk

19-06-2007

In Frankrijk wordt 42% van de gevallen van mesothelioom bij vrouwen geweten aan beroepsmatige blootstelling, in het Verenigd Koninkrijk 6%. Dat is één van de verschillen die naar voren kwam in de presentaties op de 8ste bijeenkomst van de International Mesothelioma Interest Group (IMIG), een groep medici met bijzondere belangstelling voor mesothelioom.De Britse epidemioloog Peto meldde verder dat in zijn land de beroepen met het hoogste risico op mesothelioom die van timmerman, loodgieter, electricien, schilder en behanger zijn. In Frankrijk worden, volgens epidemioloog Rolland de hoogste risico’s op mesothelioom gezien bij loodgieters, pijpfitters, metaalwerkers en mensen die werkzaam zijn in de scheepsreparatie, asbest- en metaalproductieindustrie en in de bouw. In de toekomst worden meer slachtoffers verwacht die in kleine sloop- en renovatiebedrijven hebben gewerkt. Bron: Carbone, M. et al. (2007). Eighth International Mesothelioma Interest Group. Oncogene advance online publication, 14 may 2007. doi:10.1038/sj.onc.1210515.

Toepassing verjaringstermijn asbestoseclaim niet onaanvaardbaar

14-06-2007

De rechtbank Amsterdam oordeelt in het geval van een ex-werknemer van de ADM scheepswerf toepassing van de 30-jarige verjaringstermijn niet onaanvaardbaar. Dit op basis van de beoordeling van de gezichtspunten c, d, e en g: door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten op grond waarvan de verjaringstermijn in bepaalde gevallen buiten toepassing zou kunnen blijven. De man was tot uiterlijk 1967 aan asbeststof van het bedrijf Hertel op de ADM-werf blootgesteld. 39 jaar later werd bij hem op 20 juni 2005 de ziekte asbestose vastgesteld. De ADM-scheepswerf is in 1984 failliet verklaard. Hertel werd daarom aansprakelijk gesteld. Bron: Rechtbank Amsterdam, BA5593, 349104, 16 mei 2007.

Australië: studie naar effect asbest op vrouwen

13-06-2007

Voor het eerst komt er een onderzoek naar het effect van asbestblootstelling op vrouwen. De universiteit van West Australië zal nationale gegevens over asbestziekten bij vrouwen bestuderen en vergelijken met gegevens van (ex-)werknemers uit het voormalige asbestmijnplaatsje Wittenoom. Ook zal onderzocht worden of er een relatie is tussen asbestblootstelling en baarmoederhalskanker. Bron: abc south west australia, 30 mei 2007. abc.net.au

Japan: inwoners Amagasaki hebben veel vaker mesothelioom

13-06-2007

Mensen die tussen 1950 en 1970 in de Japanse stad Amagasaki hebben gewoond hebben 14 x vaker mesothelioom dan het nationaal gemiddelde, aldus een rapport van het ministerie van milieu. Het aandeel mesothelioom is extra hoog onder vrouwen die rondom de asbestfabrieken woonden. Bron: The Asahi Shimbun, 30 mei 2007. Meer www.asahi.com