210.000 gasmaskers met asbest in beslag genomen

14-06-2017

In Limburg zijn 210.000 gasmaskers in beslag genomen, omdat er asbest in de filters zit. De maskers werden gevonden in een loods in de gemeente Maasgouw, bij Roermond. Volgens de Inspectie Leefomgeving en Transport zit er asbest in de filterbussen en dat is verboden, omdat het gevaarlijk is voor de gezondheid. De maskers, die waarschijnlijk zijn geïmporteerd uit Rusland, werden aangetroffen in 5250 oude legerkisten. Bron: nos.nl, 30 mei 2017
 

Tweede Kamer vraagt aandacht voor verjaring bij asbestslachtoffers

13-06-2017

In een debat op 8 juni  2017 is de Tweede Kamer eensgezind in het oordeel dat asbestslachtoffers niet zouden moeten worden geconfronteerd met een beroep op verjaring in de juridische rechtsgang. Staatssecretaris Dijksma zegt toe dat de minister van Sociale Zaken kort na de zomer de Kamer zal informeren over zijn pogingen om de problematiek in samenspraak met verschillende betrokken partijen op te lossen. In aansluiting op het debat is een motie aangenomen die de regering vraagt mogelijkheden te onderzoeken om slachtoffers zonder juridische omwegen een snelle en volledige schadevergoeding te geven. 

Het debat over de rol van de overheid inzake asbestslachtoffers is aangevraagd door het kamerlid Laçin van de SP. Aanleiding hiervoor is het nieuws dat in 2016 een record aantal mensen met maligne mesothelioom zich heeft gemeld bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Hij betoogt dat de afgelopen jaren tien- tot vijftienduizend mensen zijn overleden aan de gevolgen van asbestblootstelling: “Wie is hiervoor verantwoordelijk? Dat zijn de overheid en de bedrijven? En wie betaalt de prijs? Dat zijn de werknemers en hun gezinnen.”

De SP heeft respect voor de snelheid waarmee slachtoffers door het IAS worden geholpen, maar Laçin wijst ook op het feit dat de meeste slachtoffers alleen de tegemoetkoming van de overheid en niet een volledige schadevergoeding ontvangen. Naar zijn mening moet de overheid aan slachtoffers een volledige schadevergoeding betalen en deze vervolgens zelf verhalen op de veroorzakende bedrijven.

Alle politieke partijen zijn van mening dat de samenleving compassie moet tonen met asbestslachtoffers. VVD-er Dijkstra: “Asbest is een gevaarlijke stof. Het leed veroorzaakt door asbest, hoe vreselijk ook, kunnen we niet wegnemen.” Maar de VVD vindt het positief dat de bemiddeling zo snel verloopt en twijfelt niet aan de inzet van de specialisten, zowel medisch als op het gebied van de schadevergoeding.

Kamerbreed stellen partijen vraagtekens bij de verjaringstermijn van dertig jaar. Von Martels van het CDA: “De verplichting tot schadevergoeding is in veel gevallen verjaard. Het grootste discussiepunt is de verjaring. Eigenlijk gaat de minister van SZW daar over.” Het CDA verzoekt de staat met een oplossing te komen.

In haar antwoord maakt staatssecretaris Dijksma van de gelegenheid gebruik de Kamer eraan te herinneren dat het wetsontwerp omtrent de asbestdaken controversieel is verklaard. GroenLinks had eerder in het debat om een integrale aanpak van de asbestproblematiek samen met verduurzaming gevraagd. Volgens de staatssecretaris zou het helpen in de snelheid van het beleid als de Kamer het standpunt over de asbestdaken herziet.

Als het gaat om verjaring wijst de staatssecretaris naar de minister van SZW: “Mijn collega is op dit moment in gesprek met convenantspartijen en er zal op niet al te lange termijn een brief aan de Kamer worden gestuurd.” De staatssecretaris is het eens met de Kamer dat bij de bemiddeling voor asbestslachtoffers de verjaring geen rol mag spelen.

In de tweede termijn worden twee moties ingediend waarin de regering wordt gevraagd het overleg met betrokken partijen te voeren over verjaring, maar als dat niets oplevert wijziging van wetgeving te overwegen.

De staatssecretaris kan de gevolgen van het buiten werking stellen van de wettelijke verjaringstermijn voor asbestslachtoffers niet overzien. Wel merkt ze op dat dit volgens haar “een enorme toestand” zou worden. Zij belooft de Kamer dat na de zomer de brief er zal zijn: “Het is heel goed dat de Kamer laat zien dat het menens is en wij zijn allemaal van mening dat de verjaring geen rol mag spelen voor asbestslachtoffers. In dit standpunt is geen millimeter verschil tussen Tweede Kamer en regering.” Bron: IAS – Jan Warning, 9 en 13 juni 2017.

Hoge Raad bevestigt: Rijk niet nalatig in asbestregelgeving en toezicht

07-06-2017

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt daarmee het arrest van Hof Den Haag dat het Rijk niets te verwijten valt in de zaak van het Vlissingse asbestslachtoffer Klaas Jasperse. “Gesteld noch gebleken is dat de Arbeidsinspectie in de relevante periode meldingen heeft ontvangen over overtredingen van het asbestverbod bij Zalco. Gelet op het voorgaande, en voorts gelet op de beleids- en beoordelingsvrijheid die de Staat toekomt bij het houden van toezicht op de naleving van regelgeving, moet de stelling dat de Staat wegens (algemeen of concreet) toezichtsfalen onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld, worden verworpen. Van een jegens [eiser] onrechtmatige schending van een waarschuwingsplicht van de Staat is evenmin sprake.” Bron: rechtspraak.nl, 2 juni 2017; Hoge Raad ECLI:NL:HR:2017:987, 24 februari 2017

Jaarverslag Inspectie SZW

01-06-2017

Gecertificeerde asbestverwijderaars leefden ook in 2016 de wet- en regelgeving weer beter na. Een trend die zich sinds 2012 heeft ingezet (van 30% naar ca. 70% in 2016). Dat meldt het jaarverslag van de Inspectie dat door minister Asscher op 16 mei aan de Tweede Kamer is aangeboden. Bron: rijksoverheid.nl, 16 mei 2017

Jaarverslag IAS 2016: Asbestschade slachtoffers sneller vergoed

22-05-2017

Asbestslachtoffers kregen vorig jaar binnen minder dan negentig werkdagen te horen of ze voor een schadevergoeding in aanmerking kwamen. In het kader van hun gezondheidssituatie is deze snelheid van cruciaal belang. Ook was er in 2016 een piek in het aantal asbestslachtoffers met de ziekte longvlieskanker (mesothelioom) dat bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) aanklopte voor een schadevergoeding. Dit staat in het jaarverslag van het IAS.

Sneller schadevergoeding

Het IAS streeft naar een snelle bemiddeling bij asbestschade, zodat slachtoffers bij leven een schadevergoeding ontvangen. De bemiddeling tussen een asbestslachtoffer en zijn (ex-)werkgever of diens verzekeraar mag in beginsel niet langer duren dan 125 werkdagen. In 2016 is dit gemiddelde teruggebracht naar minder dan 90 dagen. Niet eerder was dit zo snel. Dit is van belang omdat mensen tientallen jaren nadat ze met asbest hebben gewerkt een asbestziekte kunnen oplopen. Als ze eenmaal ziek zijn, gaat het met hun gezondheid snel bergafwaarts. Mensen met longvlieskanker overlijden in de regel binnen één à twee jaar, soms al enkele weken na het vaststellen van de diagnose. In 2016 is 85 procent van alle tegemoetkomingen aan asbestslachtoffers bij leven verstrekt.

Meer aanvragen

Jaarlijks melden zich meer dan 500 asbestslachtoffers met longvlieskanker bij het IAS. In 2016 waren dat er 580. Sinds 2008, toen de regeling TNS werd geïntroduceerd, is het aantal meldingen niet zo hoog geweest. Het IAS heeft het afgelopen jaar voor 276 asbestslachtoffers bemiddeld, daarvan is in 167 gevallen een volledige schadevergoeding gerealiseerd. In lang niet in alle situaties is het mogelijk te bemiddelen voor een volledige schadevergoeding, bijvoorbeeld omdat de (ex-)werkgever niet meer bestaat en het niet bekend is of er een verzekeraar was. In 2016 heeft het IAS in 498 gevallen voor de ziekte mesothelioom en in 32 gevallen voor de ziekte asbestose een positief advies verstrekt voor een tegemoetkoming van de overheid.

Compliment

IAS-directeur Jan Warning: ‘Deze snelheid van bemiddeling is een resultaat van goed samenspel tussen werkgevers, verzekeraars en het IAS. Voor onze dossierbehandelaars staat alles in het teken om bij leven tot een schadevergoeding te komen. Maar ook de verzekeraars en werkgevers die de schadevergoeding verstrekken zijn zeer gevoelig voor dit argument. Zij werken adequaat mee om snel tot een oordeel te komen of recht bestaat op een schadevergoeding.’

Over het IAS

Het IAS is in 1999 opgericht om te voorkomen dat slachtoffers van asbest in een lang juridisch gevecht verwikkeld raken om een schadevergoeding te krijgen van hun voormalige werkgever. Het IAS bemiddelt met de (ex-)werkgever of diens verzekeraar over een schadevergoeding. Daarnaast heeft het IAS een verwijs- en voorlichtingsfunctie. Ook geeft het IAS advies aan de Sociale Verzekeringsbank over het toekennen van een tegemoetkoming door de overheid.

Voor meer informatie: Jan Warning, directeur IAS, 06-13490476

Jaarverslag IAS 2016: Asbestschade slachtoffers sneller vergoed

22-05-2017

Asbestslachtoffers kregen vorig jaar binnen minder dan negentig werkdagen te horen of ze voor een schadevergoeding in aanmerking kwamen. In het kader van hun gezondheidssituatie is deze snelheid van cruciaal belang. Ook was er in 2016 een piek in het aantal asbestslachtoffers met de ziekte longvlieskanker (mesothelioom) dat bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) aanklopte voor een schadevergoeding. Dit staat in het jaarverslag van het IAS.

Sneller schadevergoeding

Het IAS streeft naar een snelle bemiddeling bij asbestschade, zodat slachtoffers bij leven een schadevergoeding ontvangen. De bemiddeling tussen een asbestslachtoffer en zijn (ex-)werkgever of diens verzekeraar mag in beginsel niet langer duren dan 125 werkdagen. In 2016 is dit gemiddelde teruggebracht naar minder dan 90 dagen. Niet eerder was dit zo snel. Dit is van belang omdat mensen tientallen jaren nadat ze met asbest hebben gewerkt een asbestziekte kunnen oplopen. Als ze eenmaal ziek zijn, gaat het met hun gezondheid snel bergafwaarts. Mensen met longvlieskanker overlijden in de regel binnen één à twee jaar, soms al enkele weken na het vaststellen van de diagnose. In 2016 is 85 procent van alle tegemoetkomingen aan asbestslachtoffers bij leven verstrekt.

Meer aanvragen

Jaarlijks melden zich meer dan 500 asbestslachtoffers met longvlieskanker bij het IAS. In 2016 waren dat er 580. Sinds 2008, toen de regeling TNS werd geïntroduceerd, is het aantal meldingen niet zo hoog geweest. Het IAS heeft het afgelopen jaar voor 276 asbestslachtoffers bemiddeld, daarvan is in 167 gevallen een volledige schadevergoeding gerealiseerd. In lang niet in alle situaties is het mogelijk te bemiddelen voor een volledige schadevergoeding, bijvoorbeeld omdat de (ex-)werkgever niet meer bestaat en het niet bekend is of er een verzekeraar was. In 2016 heeft het IAS in 498 gevallen voor de ziekte mesothelioom (asbestkanker) en in 32 gevallen voor de ziekte asbestose een positief advies verstrekt voor een tegemoetkoming van de overheid.

Compliment

IAS-directeur Jan Warning: ‘Deze snelheid van bemiddeling is een resultaat van goed samenspel tussen werkgevers, verzekeraars en het IAS. Voor onze dossierbehandelaars staat alles in het teken om bij leven tot een schadevergoeding te komen. Maar ook de verzekeraars en werkgevers die de schadevergoeding verstrekken zijn zeer gevoelig voor dit argument. Zij werken adequaat mee om snel tot een oordeel te komen of recht bestaat op een schadevergoeding.’

Over het IAS

Het IAS is in 1999 opgericht om te voorkomen dat slachtoffers van asbest in een lang juridisch gevecht verwikkeld raken om een schadevergoeding te krijgen van hun voormalige werkgever. Het IAS bemiddelt met de (ex-)werkgever of diens verzekeraar over een schadevergoeding. Daarnaast heeft het IAS een verwijs- en voorlichtingsfunctie. Ook geeft het IAS advies aan de Sociale Verzekeringsbank over het toekennen van een tegemoetkoming door de overheid.

Voor meer informatie: Jan Warning, directeur IAS, 06-13490476

Puin als indicator voor asbest

18-05-2017

Een locatie is per definitie asbestverdacht als er puin of (lichte) sporen van puin aanwezig zijn. Kun je het tegendeel niet bewijzen, dan staan er forse straffen op. Bovendien bestaat de kans dat het werk wordt stilgelegd. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) handhaaft scherper dan ooit. Reden daarvan is een uitspraak van de Raad van State, eind 2016. Een bedrijf had terecht een last onder dwangsom gekregen omdat het puin in de bodem op een locatie niet aangemerkt had als asbestverdacht. Anton Roeloffzen van de Milieudienst Rijnmond meent dat er veel meer aandacht moet komen voor asbestverdachte bedrijfstakken, vooral als ze met niet-hechtgebonden asbest hebben gewerkt. Te vaak wordt er alleen gekeken naar wat we zien.
Bron: asbestmagazine.nl, 24 maart 17