Europese aanpak asbestprobleem
15-03-2010Het asbestprobleem moet Europees worden aangepakt. Dat vindt de Europese Federatie van Bouw- en Houtbonden (EFBH).
Het asbestprobleem moet Europees worden aangepakt. Dat vindt de Europese Federatie van Bouw- en Houtbonden (EFBH).
Een Australisch overheidsrapport meldt dat veel Australische onderhoudsmedewerkers en bouwvakkers asbest niet herkennen als ze er in aanraking mee komen.
Verder nemen zij weinig beschermende maatregelen bij het werken met asbestmaterialen. Het merendeel is echter wel op de hoogte van de risico s van het werken met asbest. Het gaat echter voornamelijk om kleine zelfstandigen en kleine bedrijven (85%) die aangeven geen middelen te hebben om deze maatregelen te nemen. Meer dan 40% geeft aan ondeugdelijke methodes te gebruiken om asbest te verwijderen. Bron: Safe Work Australie, 16 februari 2010.
De schadevergoeding voor Britse milieu-asbestslachtoffers met mesothelioom wordt met 40% verhoogd tot een niveau gelijk aan mensen die via hun werk de ziekte hebben gekregen.
Een veel nauwere samenwerking tussen gemeenten en Arbeidsinspectie, gecombineerd met veel hogere boetes, is een absolute voorwaarde om een einde te maken aan het ontduiken van de asbestregelgeving.
Het Britse ministerie van justitie kondigt eind februari extra maatregelen af ter ondersteuning van asbestslachtoffers.
Per 1 januari 2011 komen Zuid Koreanen die ziek zijn geworden door blootstelling aan asbest in het milieu in aanmerking voor schadevergoeding.
De Amerikaanse Mesothelioma Applied Research Foundation (MARF) geeft in 2010 800.000 us-dollar subsidie aan acht onderzoeken naar de behandeling van mesothelioom.
Het gaat om een onderzoek naar doelgerichte medicijnen (targeted therapy), een onderzoek naar de rol van hormonen in mesothelioom, een onderzoek naar peritoneaal mesothelioom (buikvlieskanker) en verscheidene onderzoeken die tot doel hebben momenteel al beschikbare medicijnen te verbeteren. De MARF is een non-profit stichting waarin nabestaanden, artsen, juristen en onderzoekers samenwerken in de strijd tegen mesothelioom. In totaal heeft de stichting tot nu toe 7 miljoen us-dollar beschikbaar gesteld voor onderzoek naar de behandeling van mesothelioom. Bron: Marf, 24 februari 2010.
Volgens het Belgische Asbestfonds hebben tot nu toe heel weinig zelfstandigen een beroep gedaan op het fonds.
In twee verschillende zaken oordeelt het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep dat als alle gezichtspunten in combinatie met elkaar worden bezien het beroep op verjaring van de rechtsopvolger van de oud-werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid terecht is.
In beide gevallen oordeelt het hof ook dat er geen feiten en/of omstandigheden zijn aangevoerd of gebleken op grond waarvan gezegd kan worden dat sprake is van een hoge mate van verwijtbaarheid, waarbij het hof mede in aanmerking neemt dat de werkgevers niet asbestproducerende, niet asbestverwerkende ondernemingen exploiteerden. In een van de twee gevallen oordeelt het hof dat een vordering tot schadevergoeding onvoldoende voortvarend is ingesteld, ook al heeft de bemiddeling door het IAS termijnschorsend gewerkt. De eerste zaak (d.d. 15/12/09) betreft de claim van een nabestaande van een man die tussen 1960 en 1975 bij een Technisch Bureau in dienst was geweest en daar aan asbest was blootgesteld. Deze man overleed in 2006 aan mesothelioom. In het tweede geval gaat het om een nabestaande van een machinebankwerker die tussen 1955 en 1972 in dienst van het bedrijf was geweest en eveneens in 2006 aan mesothelioom is overleden. Bron: Jure; Gerechtshof Amsterdam, LJN BL3708 d.d. 15 december 2009 en LJN BL3742 d.d. 19 januari 2010.
De kantonrechter Venlo oordeelt dat het beroep op verjaring van een werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Ook het verweer dat de werkgever niet bekend hoefde te zijn met het gevaar van asbestose als gevolg van de blootstelling aan wit asbest wordt niet overgenomen omdat de werkgever ter onderbouwing van dit standpunt geen wetenschappelijke/maatschappelijke publicaties heeft overgelegd en zodoende niet heeft voldaan aan de op haar rustende stelplicht. Bron: Kantonrechter Venlo, 10 februari 2010, BL3084.