2-3% van de longkankersterfgevallen in Verenigd Koninkrijk door asbest

23-02-2006

Darnton en collega’s onderzochten welk percentage van de longkankersterfgevallen in het Verenigd Koninkrijk in de periode 1980 tot 2000 asbestgerelateerd was. Dit deden zij door beroepsgroepen te vergelijken op rookgedrag, mesothelioom- en longkankersterftecijfers. Zoals verwacht was de gevonden relatie tussen asbestblootstelling en longkanker veel zwakker dan die tussen roken en longkanker. Beroepsgroepen die intensief aan asbest waren blootgesteld hadden 1,12 keer meer risico op longkanker dan groepen die niet aan asbest waren blootgesteld. De verhouding tussen het aantal gevallen van longkanker door asbest en het aantal gevallen van mesothelioom wordt geschat op 2/3de tot 1 op 1. Concluderend schatten deze onderzoekers dat ongeveer 2 tot 3%, namelijk tussen de 11.500 en 16.500 longkankersterfgevallen in het Verenigd Koninkrijk in de periode 1980 tot 2000 gerelateerd was aan asbest. Dit percentage is relatief lager dan in andere studies gevonden wordt. Bron: Darnton, A.J., et al. (2005). Estimating the number of asbestos-related lung cancer deaths in Great Britain from 1980 to 2000. Annals of occupational hygiene, 50, 10, 29-38.
Darnton, A.J., McElvenny, D.M. & Hodgson, J.T., (2005). Estimating the number of asbestos-related lung cancer deaths in Great Britain from 1980 to 2000. Annals of occupational hygiene, 50, 10, 29-38.

Abstract

Introduction: Inhalation of asbestos fibres is known to cause two main kinds of cancer’

mesothelioma and lung cancer. While the vast majority of mesothelioma cases are generally accepted as being caused by asbestos, the proportion of asbestos-related lung cancers is less clear and cannot be determined directly because cases are not clinically distinguishable from those due to other causes. The aim of this study was to estimate the number of asbestos-related lung cancers among males by modelling their relative lung cancer mortality among occupations within Great Britain in terms of smoking habits, mesothelioma mortality (as an index of asbestos exposure) and occupation type (as a proxy for socio-economic factors).

Methods: Proportional mortality ratios for lung cancer and mesothelioma for the 20-year period from 1980 to 2000 (excluding 1981) were calculated for occupational groups. Smoking indicators were developed from three General Household Surveys carried out during the 1980s and 1990s. Poisson regression models were used to estimate the number of asbestos-related lung cancers by estimating the number of lung cancer deaths in each occupation assuming no asbestos exposure and subtracting this from the actual predicted number of lung cancer deaths.

Results: The effect of asbestos exposure in predicting lung cancer mortality was weak in comparison to smoking habits and occupation type. The proportion of current smokers in occupational groups and average age at which they started smoking were particularly important factors. Our estimate of the number of asbestos-related lung cancers was between two-thirds and one death for every mesothelioma death: equivalent to between 11 500 and 16 500 deaths during the time period studied.

Conclusions: Asbestos-related lung cancer is likely to have accounted for 2-3% of all lung cancer deaths among males in Great Britain over the last two decades of the 20th century. Asbestos-related lung cancers are likely to remain an important component of the total number of lung cancer deaths in the future as part of the legacy of past asbestos exposures in occupational settings.

VK: meer mesothelioom bij personeel electriciteitscentrale

23-02-2006

Nichols en Sorahan vonden een hoger dan gemiddelde incidentie van mesothelioom bij mensen die in de periode tussen 1973 en 1982 minimaal zes maanden bij een elektrische centrale van de voormalige ‘Central Electricity Generating Board of England and Wales’ hadden gewerkt. Bron: Nichols L & Sorahan T. (2005). Mortality of UK electricity generation and transmission workers, 1973-2002. Occupational Medicine Oct.55(7):541-8.
Nichols L & Sorahan T. (2005). Mortality of UK electricity generation and transmission workers, 1973-2002. Occupational Medicine Oct.55(7):541-8.

OBJECTIVE: To examine mortality from cancer and non-malignant causes among a large cohort of UK electricity generation and transmission workers.

METHODS: The mortality experienced by a cohort of 83,923 employees of the former Central Electricity Generating Board of England and Wales was investigated for the period 1973-2002. All employees had worked for at least 6 months with some employment between 1973 and 1982. Standardized mortality ratios (SMRs) were used to assess mortality in the total cohort and in three sub-cohorts: power station workers, substation and transmission workers and workers at non-operational locations. These classifications were based on the place of work of the first known job.

RESULTS: Overall mortality was significantly below that expected, based on national rates [males: observed (Obs) 18,773, expected (Exp) 22,497.9, SMR 83. females: Obs 1122, Exp 1424.9, SMR 79]. Statistically significant deficits of deaths were also found for most of the major disease groupings. However, significant excesses of deaths were found in male power station workers for cancer of the pleura (Obs 129, Exp 30.3, SMR 426) and in male workers from non-operational locations for cancer of the brain (Obs 55, Exp 36.0, SMR 153). There was also a non-significant excess of deaths from cancer of the breast in male power station workers (Obs 10, Exp 5.3, SMR 190).

CONCLUSIONS: Mortality was exceptionally low for most causes of death but late health effects from earlier asbestos exposure were still in evidence.

Asbest: de verborgen tijdbom

14-02-2006

Jukka Takala, directeur van het programma ‘Safe Work’ van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO, de organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met arbeid, licht in een interview toe waarom de asbestziekte-epidemie steeds groter wordt, hoewel het gebruik van asbest in een groot aantal landen al jaren verboden is. Asbestziekten openbaren zich echter pas vele jaren na blootstelling, mesothelioom bijvoorbeeld gemiddeld na 30 tot 40 jaar. Daarnaast is de asbestvervuiling in veel westerse landen een enorm probleem. We zijn, volgens Takala, nog ver van een wereldwijd verbod op het gebruik van asbest. In ontwikkelingslanden wordt nog volop zonder bescherming met asbest gewerkt, bijvoorbeeld bij de sloop van schepen. Het is een uitdaging voor de internationale gemeenschap om deze ontwikkeling tegen te gaan door deze landen kennis en hulp aan te bieden bij het creëren van alternatief werk en bij het invoeren van substituten voor asbest. Volgens de ILO zullen jaarlijks in de komende 20 tot 25 jaar honderdduizend mensen in de hele wereld doodgaan omdat ze zijn blootgesteld aan asbest. Bron: ILO, 19 januari 2006. Meer www.ilo.org

Japan: 100.000 gevallen van longvlieskanker verwacht tot 2040

12-01-2006

Japanse onderzoekers schatten dat tot 2040 ongeveer 100.000 mensen aan longvlieskanker door asbestblootstelling zullen overlijden. Deze schatting is hoger dan in de meeste andere westerse landen. Dit komt doordat in Japan de grootschalige import van asbest veel langer is doorgegaan dan in veel andere landen zoals bijvoorbeeld Nederland. Tot 1990 werd er nog tussen de 250.000-300.000 ton asbest per jaar geïmporteerd. Pas daarna begon de daling. Toch werd er in 2002 nog 43000 ton asbest ingevoerd. Vanaf 2008 geldt er een totaal verbod op productie en gebruik van asbest. Bron: Murayama, T. et all. (2006). Estimation of future mortality from pleural malignant mesothelioma in Japan based on an age-cohort model. American Journal of Industrial Medicine, Volume 49, Issue 1 , Pages 1 – 7
Takehiko Murayama, PhD 1 *, Ken Takahashi, MD 2, Yuji Natori, MD 3, Norio Kurumatani, MD 4 . Estimation of future mortality from pleural malignant mesothelioma in Japan based on an age-cohort model. American Journal of Industrial Medicine, Volume 49, Issue 1 , Pages 1 – 7.

Abstract

Background

Japanese consumption of asbestos increased rapidly after the 1950s and lingered at a high level while the world’s consumption decreased substantially after the 1980s. Mesothelioma is due primarily to asbestos, and the number of deaths in Japan is expected to increase in the future.

Method

We estimated the future number of pleural mesothelioma deaths among males in Japan using an age-cohort model.

Results

Analyses showed that there would be about 100,000 deaths in Japan due to pleural mesothelioma in the next 40 years. Compared with the statistics in European countries, the ratio of expected death numbers to the population size is remarkably close to linear. The data-point for Japan was slightly lower than that which could be expected from the linear relationship.

Conclusions

The limited availability of data may result in underestimation. Taking into consideration the consumption pattern of asbestos in recent decades, the incorporation of later cohorts will improve the estimation.

Italie: veel longvlieskanker in de regio Ligurië als gevolg van asbest

21-11-2005

In de Italiaanse regio Ligurië komt longvlieskanker (pleura mesothelioom) in vergelijking tot Europese gemiddelden vaak voor. In de periode 1996 tot 2002 werd de ziekte vastgesteld bij 945 bewoners, waarvan 80% mannen. Gennaro en collega’s analyseerden bij deze groep de demografische kenmerken en oorzaken van de ziekte. De resultaten laten zien dat het voorkomen van deze vorm van kanker sterk samenhangt met gebieden waar in het verleden veel met asbest is gewerkt (industrie, scheepswerven en bouw). Desondanks kon bij meer dan de helft van de 188 vrouwen geen asbestblootstellingsoorzaak worden aangewezen, ook niet als huisgenoot van een man die met asbest had gewerkt. De onderzoekers suggereren daarom dat mogelijk onbekende vormen van milieublootstelling een grotere rol spelen dan verwacht bij het ontstaan van een pleuraal maligne mesothelioom. Meer onderzoek is nodig. Bron: Gennaro, V. et al. (2005). Incidence of pleural mesothelioma in Liguria Region, Italy (1996-2002). European Journal of Cancer 41(17):2709-2714.
Gennaro V, Ugolini D, Viarengo P, Benfatto L, Bianchelli M, Lazzarotto A, Montanaro F, Puntoni R. Incidence of pleural mesothelioma in Liguria Region, Italy (1996-2002). European Journal of Cancer. 2005 Nov.41(17):2709-2714

Abstract

In this study, incidence of pleural malignant mesothelioma (PMM) in the Liguria Region (Italy) (approximately 1.6 million inhabitants), in the presence of asbestos exposure was investigated. New PMM cases recorded by the Mesothelioma Registry of Liguria, from 1996 to 2002 and interviews reported on a standardised questionnaire were analysed according to demographical and etiological characteristics. Nine hundred and forty five PMM cases were recorded (757 males and 188 females). the age standardised (European population) incidence rates per 100000 were 8.51 and 1.43, respectively. The rates among the four provinces ranged between 1.18 and 13.7 for males and 0.68 and 1.44 for females. The questionnaire was evaluated for 786 PMM cases (or next-of-kin). Higher incidence rates were reported in the provinces with larger industrial and harbour areas, including shipyards (construction and repair), dockyards, building activities, chemical and heavy industrial activities. Asbestos exposure was unlikely or unknown for 57.5% females and 15% males. A major role of environmental asbestos exposure in the etiology of PMM is hypothesised for females and for a minor proportion of males.

De regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland

16-11-2005

Begin november zijn de resultaten gepresenteerd van een onderzoek in opdracht van het ministerie van VROM naar de regionale spreiding van het maligne mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker) in Nederland. De analyse is gebaseerd op de zgn. COROP indeling die Nederland verdeelt in 40 gebieden die optelbaar zijn tot provincies. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten. De Nederlandse Kankerregistratie heeft over de periode 1989 tot en met 2002 gegevens ter beschikking gesteld van alle geregistreerde gevallen van longvlies- en buikvlieskanker ouder dan 25 jaar. De resultaten laten zien dat de regionale spreiding van de gevallen van longvlieskanker samenvalt met bekende gebieden met asbestindustrieën met beroepsgroepen met de hoogste risico’s op mesothelioom, met name scheepswerven, asbest-productiebedrijven en asbestisolatie-verwerkende bedrijven. Gebieden waar longvlieskanker in de periode 1989 tot en met 2002 meer dan gemiddeld werd geregistreerd, zijn: de regio rond Rotterdam, Amsterdam, Haarlem, de Zaanstreek, Zeeland, Zuid Limburg, Twente en de kop van Noord Holland. Bron: Burdorf A, Siesling S, Sinninghe Damsté H. Regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland. Deelrapport 1. Rotterdam / Enschede: Erasmus MC Rotterdam, 2005.
Begin november zijn de resultaten gepresenteerd van een onderzoek in opdracht van het ministerie van VROM naar de regionale spreiding van het maligne mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker) in Nederland. De analyse is gebaseerd op de zgn. COROP indeling die Nederland definieert in 40 gebieden die optelbaar zijn tot provincies. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten. De Nederlandse Kankerregistratie heeft over de periode 1989 tot en met 2002 gegevens ter beschikking gesteld van alle geregistreerde gevallen van longvlies- en buikvlieskanker ouder dan 25 jaar. De resultaten laten zien dat de regionale spreiding van de gevallen van longvlieskanker samenvalt met bekende gebieden met asbestindustrieën met beroepsgroepen met de hoogste risico’s op mesothelioom, met name scheepswerven, asbest-productiebedrijven en asbestisolatie-verwerkende bedrijven. Gebieden waar longvlieskanker in de periode 1989 tot en met 2002 meer dan gemiddeld werd geregistreerd, zijn: de regio rond Rotterdam, Amsterdam, Haarlem, de Zaanstreek, Zeeland, Zuid Limburg, Twente en de kop van Noord Holland. Bron: Burdorf A, Siesling S, Sinninghe Damsté H. Regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland. Deelrapport 1. Rotterdam / Enschede: Erasmus MC Rotterdam, 2005. [img=]figuur regionale spreiding mesot[/img] Tabel: COROP-gebieden waar pleuramesothelioom meer dan gemiddeld voorkwam in de periode van 1989 t/m 2002. Bron: Burdorf A, Siesling S, Sinninghe Damsté H. Regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland. Deelrapport 1. Rotterdam / Enschede: Erasmus MC Rotterdam, 2005.

Frankrijk: 60 tot 100 duizend asbestdoden verwacht in de komende 25 jaar

07-11-2005

Op 26 oktober j.l. werd in Frankrijk een overheidsrapport gepubliceerd waarin vermeld staat dat in Frankrijk tussen 1965 en 1995 35.000 mensen aan de gevolgen van asbestblootstelling zijn overleden en dat er in de komende 25 jaar nog zo’n 60 tot 100 duizend sterfgevallen verwacht kunnen worden. Zowel de laksheid van de overheid als de manipulatie door de industriële asbestlobby tussen 1982 en 1995 worden in het rapport aan de kaak gesteld. Dit heeft ervoor gezorgd dat in Frankrijk langer dan in andere landen het beleid van ‘gecontroleerd gebruik van asbest’ werd gevoerd. Bron: Internationaal Asbestsecretariaat, 28 oktober 2005. Meer

http://www.ibas.btinternet.co.uk/

Italië: verwachting: 800 mesothelioom-sterfgevallen per jaar tussen 2012 en 2024

18-10-2005

Italië was één van de asbestproducerende landen in Europa. Beschermende maatregelen tegen het gebruik van asbest werden er ongeveer 10 jaar later ingevoerd dan in de Noord Europese landen. Op basis van de ontwikkeling in het gebruik van asbest en het aantal mesothelioom-sterfgevallen tot 1999 werd in dit onderzoek een voorspelling gemaakt van het toekomstig aantal mesothelioom-sterfgevallen. Geschat wordt dat dit tussen 2012 en 2024 een piek zal bereiken van ongeveer 800 sterfgevallen per jaar. Bron: Marinaccio A et al. (2005). Predictions of mortality from pleural mesothelioma in Italy: a model based on asbestos consumption figures supports results from age-period-cohort models. Int J Cancer. May 20.115(1):142-7.

Marinaccio A, Montanaro F, Mastrantonio M, Uccelli R, Altavista P, Nesti M,

Costantini AS, Gorini G. Predictions of mortality from pleural mesothelioma in Italy: a model based on asbestos consumption figures supports results from age-period-cohort models. Int J Cancer. 2005 May 20.115(1):142-7.

Safety and Prevention, Rome, Italy. [email protected]

Abstract

Italy was the second main asbestos producer in Europe, after the Soviet Union,

until the end of the 1980s, and raw asbestos was imported on a large scale until

1992. The Italian pattern of asbestos consumption lags on average about 10 years

behind the United States, Australia, the United Kingdom and the Nordic

countries. Measures to reduce exposure were introduced in the mid-1970s in some

workplaces. In 1986, limitations were imposed on the use of crocidolite and in

1992 asbestos was definitively banned. We have used primary pleural cancer

mortality figures (1970-1999) to predict mortality from mesothelioma among

Italian men in the next 30 years by age-cohort-period models and by a model

based on asbestos consumption figures. The pleural cancer/mesothelioma ratio and

mesothelioma misdiagnosis in the past were taken into account in the analysis.

Estimated risks of birth cohorts born after 1945 decrease less quickly in Italy

than in other Western countries. The findings predict a peak with about 800

mesothelioma annual deaths in the period 2012-2024. Results estimated using

age-period-cohort models were similar to those obtained from the asbestos

consumption model.

RIVM Rapport: asbestziekten vrijwel altijd door blootstelling in het werk

03-10-2005

In opdracht van het ministerie van SZW heeft het RIVM een verkennend onderzoek gedaan naar gezondheiddsschade door blootstelling aan stoffen op de werkplek. De onderzoekers concluderen dat mesothelioom, asbest-gerelateerde longkanker en asbestose vrijwel uitsluitend worden veroorzaakt door hoge dan wel langdurige blootstelling aan asbest. Dergelijke blootstellingen werden (worden) vrijwel uitsluitend aangetroffen in arbeidssituaties. Voor de totale bevolking bedraagt de ziektelast van deze ziekten 11.300 DALY’s. De sterfte bedraagt jaarlijks 778 gevallen. DALY staat voor ‘Disability Adjusted Life Years’, waarin vroegtijdige sterfte en jaren doorgebracht met ziekte op gewogen wijze bij elkaar worden opgeteld. Bron:Agriholland Nieuws, 30 september 2005. Meer http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/320100001.pdf

CBS: longkanker in 2004 doodsoorzaak nummer 1

03-10-2005

Volgens het CBS zijn vorig jaar ruim 40 duizend personen overleden als gevolg van kanker. Bijna een kwart daarvan kwam voor rekening van longkanker. Longkanker is daarmee veruit de belangrijkste doodsoorzaak. Volgens de Gezondheidsraad komt naar schatting iets meer dan 10 procent van de gevallen van longkanker voor rekening van blootstelling aan asbest bij het werk. Bron: CBS webmagazine, 5 september 2005. Meer cbs.