Vierhonderd mogelijke asbestlocaties in Zaanstad

15-04-2008

De gemeente Zaanstad telt vierhonderd plekken waar mogelijk asbest in de grond zit. Op veertien locaties is de kans zelfs groot tot zeer groot dat er asbest aanwezig is in de grond. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Asbest in de Zaanstreek’ van het historisch onderzoeksbureau Register. Aanleiding waren twee eerdere onderzoeken. Het ene wees uit dat in het verleden een kwart van de totale hoeveelheid in Nederland verwerkte asbestvezels in de Zaanstreek is gebruikt. Uit ander onderzoek bleek dat de ziekte mesothelioom in de Zaanstreek relatief vaker voorkomt dan in de rest van Nederland. Bron: ANP 4 april 2008.

Aansprakelijkheid niet-loondienstgerelateerde asbestschade

15-04-2008

Het risico aangesproken te worden voor schade door asbest op andere gronden dan werkgeversaansprakelijkheid lijkt te groeien. Er kunnen echter nog geen algemene lessen uit de rechtspraak geleerd worden. Daarvoor zijn de tot op heden gewezen uitspraken tè casuïstisch. Dit concludeert advocaat Vloemans na analyse van de jurisprudentie op het gebied van niet-loondienstgerelateerde asbestschade. Dat werkgevers op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk kunnen zijn jegens anderen dan hun (eigen) werknemers is inmiddels algemeen aanvaard. Dit laat zich verklaren door de kennis over de gevaren van asbest die bij werkgevers aanwezig mag worden verondersteld. Men dient zich echter wel af te vragen waar de grenzen van deze aansprakelijkheid liggen. Bron: Vloemans, N. (2008). Kroniek aansprakelijkheid voor niet-loondienstgerelateerde asbestschade. AV&S, nummer 1, februari 2008, pag. 35-47.

Operatieve behandeling bij mesothelioom

03-04-2008

Mesothelioompatiënten die een operatie ondergaan waarbij de zieke long, het aangetaste vlies, hartzakje en middenrif worden verwijderd hebben meer complicaties dan andere patënten maar leven gemiddeld vijf maanden langer. Bron: Schipper, P.H. et al., (2008). Surgery for malignant pleural mesothelioma. Ann. Thorac. Surg.. 85:257-64.

Schipper, P.H. et al., (2008). Surgery for malignant pleural mesothelioma. Ann. Thorac. Surg.. 85:257-64.
Abstract
Background.
Malignant pleural mesothelioma is a rare, aggressive, and deadly malignancy. Despite increasing incidence, no treatment modality is accepted standard of care. This report analyzes our experience with surgical management of mesothelioma.
Methods. All patients with surgery for mesothelioma from January 1985 through December 2003 were retrospectively reviewed.
Results. There were 285 patients with a median age of 66 years (range, 26 to 91 years). One hundred forty-six patients (51%) had biopsy only, 73 (26%) had extrapleural pneumonectomy, 34 (12%) had subtotal parietal pleurectomy, 22 (8%) underwent exploration without resection, and 10 (3%) had total pleurectomy. Histopathology was epithelial, nonepithelial, and unclassified in 134, 108, and 43 patients, respectively. Twenty patients were stage IA, 82 patients were stage IB, 24 patients were stage II, 75 patients were stage III, 60 patients were stage IV, and 24 patients were of unknown stage. Fifty-three patients (19%) had chemotherapy alone, 16 (5.6%) had radiation alone, and 42 (14.7%) had both. Thirty-day operative mortality was 6.3% and was not significantly associated with the operative procedure (p 0.79). Fifty-one percent of extrapleural pneumonectomy patients had major complications, significantly greater than patients having any other procedure (p &lt. 0.001). Median follow-up was 11 months (range, 0 to 7 years). Overall median survival was 10.7 months. however, for patients having extrapleural pneumonectomy, median survival was 16 months. One-, 2-, and 3-year survival after extrapleural pneumonectomy was 61%, 25%, and 14%, respectively.
Conclusions. Extrapleural pneumonectomy can be performed
with similar 30-day mortality as other procedures for malignant pleural mesothelioma with a median survival better than subtotal pleurectomy, exploration without resection, and biopsy alone. However, extrapleural pneumonectomy has significant morbidity and a 3-year survival of only 14%.

IAS Jaarverslag 2007: meer dan 3000 aanvragen van asbestslachtoffers sinds 2000

01-04-2008

Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) heeft sinds de oprichting in 2000 3033 aanvragen van asbestslachtoffers en nabestaanden in behandeling genomen. Dat staat in het jaarverslag over 2007. Het aantal aanmeldingen (503) was in 2007 aanzienlijk hoger dan in 2006 (371). Dit heeft onder andere te maken met de invoering van de TNS-regeling op 1 december 2007: een financiële tegemoetkomingsregeling van de overheid voor mesothelioomslachtoffers die niet als werknemer aan asbest zijn blootgesteld, maar bijvoorbeeld als zelfstandige of via het milieu. Tot 1 december konden alleen werknemers met mesothelioom in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de overheid via de TAS-regeling. Sinds de invoering van deze regeling in 2000 hebben 1626 slachtoffers na positief advies van het IAS een vergoeding ontvangen in de vorm van een voorschot of eenmalige uitkering. Deze groep bestaat vrijwel geheel (96%) uit mannen, met een gemiddelde leeftijd van 68 jaar.

Veel informatie over asbest en gezondheid

Naast een beschrijving van de activiteiten van het instituut zelf geeft het verslag een overzicht van het nieuws dat in 2007 wereldwijd over asbest en gezondheid is gepubliceerd. Highlights zijn de interviews: onder andere met minister Cramer van VROM over de invoering van de TNS-regeling op 1 december 2007: een financiële tegemoetkomingsregeling van de overheid voor mesothelioomslachtoffers die niet als werknemer aan asbest zijn blootgesteld, maar bijvoorbeeld als zelfstandige of via het milieu. Epidemioloog Burdorf verwacht dat het aantal slachtoffers voorlopig nog niet zal dalen. TNO-onderzoeker Jan Tempelman vraagt aandacht voor de problematiek van van slecht gesaneerde gebouwen. Advocate Lydia Charlier meent dat het IAS-convenant dat 10 jaar geleden tot stand gekomen is, aan herbezinning toe is. Verder gesprekken met bestuursleden van het IAS: Rob van der Heijden, de nieuwe voorzitter en Bas de Mol, hoogleraar cardio thoracale chirurgie, die zijn visie geeft op de medische ontwikkelingen bij de ziekte mesothelioom.

IAS-publicatie 2008/1, IAS jaarverslag 2007. Den Haag, Instituut Asbestslachtoffers, april 2008, 48 pag. Meer informatie: via het secretariaat Postbus 90405 – 2509 LK Den Haag – 070-3499754. Email: secrias@ser.nl of de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.

Download Jaarverslag IAS 2007

Instituut Asbestslachtoffers (IAS)

Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl

School niet aansprakelijk voor asbestziekte leerling

28-03-2008

Een basisschool in De Bilt hoeft geen schadevergoeding te betalen aan een oud-leerling met buikvlieskanker. De oud-leerling stelde zijn school aansprakelijk, omdat hij meende dat hij de ziekte alleen kon hebben gekregen door de asbest die op school aanwezig was. De rechtbank bepaalde dat de oud-leerling onvoldoende heeft bewezen dat zijn ziekte in verband staat met de destijds aanwezige asbestplaten in de school. Hij had zijn aanklacht beter moeten onderbouwen, bijvoorbeeld met een rapport van een deskundige, oordeelde de rechter. De SP gebruikt het voorbeeld van de oud-leerling in een vijfpuntenplan dat aan minister Cramer van VROM overhandigd is. In dit plan vraagt de SP om verdergaande stappen zoals een inventarisatieplicht en een schoonmaak- en saneringsregeling voor gebouwen die vóór 1993 zijn gebouwd en waarin asbest is gebruikt. Minister Cramer heeft de Tweede Kamer toegezegd extra voorlichting te geven aan burgers zodat ,,klip en klaar” is wat de gevaren van asbest zijn. Zij legt wel de eerste verantwoordelijkheid bij gemeenten. Bron: Rechtbank Utrecht, Voorzieningenrechter, 244286 – 26 maart 2008. ANP, diverse kranten: 12,13 februari 2008, 26 maart 2008.

TNO rapport over verwering van asbesthoudende daken

26-03-2008

Veel asbesthoudende dakplaten zijn aan het verweren maar dit betekent niet dat dit in alle gevallen acute risico’s voor mens en milieu oplevert. Aldus minister Cramer van Vrom in een brief aan de Tweede Kamer. Bron: Brief minister Vrom d.d. 20 februari 2008. Meer http://www.vrom.nl/

VS: 30,3 miljoen dollar schadevergoeding voor mesothelioom

25-03-2008

In de Amerikaanse staat New Jersey is een recordbedrag aan schadevergoeding, namelijk 30,3 miljoen us-dollar, toegekend aan de nabestaanden van een in 2002 overleden 50-jarige reclamemaker. De man had vakantiewerk gedaan in de magazijnen van de General Motors fabriek. Daarnaast was hij met asbest in aanraking gekomen via de werkkleding van zijn vader en broer, die ook voor General Motors werkten. Bron: PR Newswire, 27 februari 2008.

VK: helft werkgerelateerde kankersterfgevallen door asbest

25-03-2008

Asbest is verantwoordelijk voor de helft van de werkgerelateerde kankersterfgevallen in het Verenigd Koninkrijk in 2004. Het gaat om, naar schatting, 3300 mannen en 540 vrouwen in dat jaar, waarvan de helft aan longkanker en de andere helft aan mesothelioom overleed. Bron: Rushton, L., et al. (2008). The Burden of Cancer at Work: Estimation as the first step to prevention. Occup. Environ. Med. published online 31 Jan 2008. doi:10.1136/oem.2007.037002.

Rushton, L., et al. (2008). The Burden of Cancer at Work: Estimation as the first step to prevention. Occup. Environ. Med. published online 31 Jan 2008. doi:10.1136/oem.2007.037002.
ABSTRACT
Objectives:
Work-related cancers are largely preventable. The overall aim of this project is to estimate the current burden of cancer in Great Britain attributable to occupational factors and identify carcinogenic agents, industries and occupations for targeting risk prevention.
Methods: Attributable fractions and numbers were estimated for mortality and incidence for bladder, lung, non-melanoma skin, and sinonasal cancers, leukaemia and mesothelioma for agents and occupations classified as IARC group 1 and 2A carcinogens with “strong” or “suggestive” evidence for carcinogenicity at the specific cancer site in humans. Risk estimates were obtained from published literature and national data sources used for estimating proportions exposed.
Results: In 2004, 78237 men and 71666 women died from cancer in Great Britain. Of these, 7317 (4.9%) deaths (men: 6259 (8%). women: 1058 (1.5%)) were estimated to be attributable to work-related carcinogens for the 6 cancers assessed. Incidence estimates were 13338 (4.0%) registrations (men: 11284 (6.7%). women 2054 (1.2%)). Asbestos contributed over half the occupational attributable deaths, followed by silica, diesel engine exhaust, radon, work as a painter, mineral oils in metal workers and in the printing industry, environmental tobacco smoke (non-smokers), work as a welder and dioxins. Occupational exposure to solar radiation, mineral oils and coal tars/pitches contributed 2557, 1867 and 550 skin cancer registrations respectively. Industries/occupations with large numbers of deaths and/or registrations include construction, metal working, personal and household services, mining (not metals), land transport and services allied to transport, roofing, road repair/construction, printing, farming, the Armed Forces, some other service industry sectors and manufacture of transport equipment, fabricated metal products, machinery, non-ferrous metals and metal products, and chemicals.
Conclusions: Estimates for all but leukaemia are greater than those currently used in UK health and safety strategy planning and contrast with small numbers (200-240 annually) from occupational accidents. Sources of uncertainty in the estimates arise principally from approximate data and methodological issues. On balance, the estimates are likely to be a conservative estimate of the true risk. Long latency means that past high exposures will continue to give substantial numbers in the near future. Although levels of many exposures have reduced, recent measurements of others, such as wood dust and respirable quartz, show continuing high levels.

Britse campagne waarschuwt voor asbestgevaar

25-03-2008

Elke week overlijden 20 Britse bouwvakkers, waaronder 6 elektriciens en drie loodgieters, aan de gevolgen van asbestblootstelling tijdens hun werk, aldus een waarschuwingscampagne van de overheidsautoriteit “Health and Safety Executive (HSE)”. De HSE meldt verder dat onderzoek laat zien dat jonge loodgieters , elektriciens en andere zelfstandigen wel weten dat asbest gevaarlijk is, maar niet geloven dat zij persoonlijk risico lopen. Bron: Europees Vakbondsinstituut Hesa, 26 februari 2008. Meer http://hesa.etui-rehs.org/