Hof Den Bosch: aannemersbedrijf niet aansprakelijk voor blootstelling na 1980

19-06-2014

In hoger beroep wijst Hof Den Bosch een vordering tegen een klein aannemersbedrijf af.
Een weduwe vordert schadevergoeding van de ex-werkgever van haar man omdat hij na 1980 als uitvoerder aan asbest zou zijn blootgesteld en daardoor in 2009 aan mesothelioom is overleden. Onder verwijzing naar het proefschrift van dr. Stumphius en tal van arresten, stelt zij dat vanaf 1969 algemeen werd aangenomen dat de blootstelling aan asbest het risico van kanker met zich bracht en dat iedere werkgever in Nederland daarvan vanaf toen op de hoogte moet worden geacht. Hof Den Bosch is het daarmee oneens. Het proefschrift van dr. Stumphiums die arts was bij een grote scheepswerf, mag niet zonder meer bekend worden verondersteld in andere branches. Ondanks een stortvloed van stellingen en verwijzingen van naar wetenschap en jurisprudentie, ontbreekt het aan concreetheid waarom in dit geval het aannemersbedrijf een verwijt kan worden gemaakt. Met name is onvoldoende ingegaan op het verweer van de werkgever dat zij vanaf 1975 geen asbesthoudende dakplaten meer heeft gebruikt en dat zij vanaf medio jaren 70 gespecialiseerde bedrijven inschakelde om de dakbedekking te verzorgen. Bron: rechtspraak.nl, Hof Den Bosch, 27 mei 2014, nr. HD 200.110.667 02.

Busbedrijf niet aansprakelijk voor wit asbest tot begin jaren 80

18-06-2014

Een buschauffeur is bij zijn werkgever, een busbedrijf, tot begin jaren 80 aan wit asbest blootgesteld en aan mesothelioom overleden. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever geen verwijt treft dat zij geen specifieke maatregelen heeft getroffen die erop gericht waren de door wit asbest veroorzaakte ziekte maligne mesothelioom te voorkomen. Uit de door partijen overlegde publicaties volgt dat in de jaren zeventig en tachtig een wetenschappelijke discussie gaande was over de gevaren van de verschillende soorten asbest. Naar het oordeel van de kantonrechter dient aangenomen te worden dat de Nederlandse overheid in de in deze zaak relevante periode weinig maatregelen heeft getroffen om te beschermen tegen de gevaren van wit asbest. Die terughoudendheid is temeer van belang nu de werkgevers geen producent of (directe) verwerker van asbest is. Bron: rechtspraak.nl, 27 mei 2014, kantonrechter Noord-Nederland, nr. KL-2170818- CV EXPL 13-4739 E.

Ton compensatie voor huurders asbestpand

15-06-2014

De tijdelijke huurders en gebruikers van een aantal panden in Veenendaal hebben ruim 124.000 euro aan schadevergoeding ontvangen van de eigenaar, de gemeente Veenendaal. In de panden werd begin november 2012 asbest aangetroffen. Na de vondst, gingen de panden direct op slot. De verschillende huurders konden niet meer bij hun spullen. Een door de gemeente ingeschakelde organisatie heeft een deel van de opgeslagen goederen gesaneerd. Waar mogelijk kregen eigenaren deze goederen terug. De gemeente heeft bijna 300.000 euro moeten uitgeven aan de afwikkeling van de kwestie. Veenendaal geeft naar aanleiding van het incident aan niet meer zelf panden te willen verhuren, maar enkel te werken met een leegstandsbeheerder. Bron: De Gelderlander, 11 juni 2014.

 

Japanse criteria asbestgerelateerde longkanker onredelijk

01-06-2014

Het Gerechtshof van het Japanse district Kobe vindt dat een locale autoriteit onterecht een aanvraag voor schadevergoeding van een man met asbestgerelateerde longkanker heeft afgewezen. De door de overheid toegepaste criteria zijn volgens het hof in deze zaak onredelijk. Die criteria zijn: minimaal 10 jaar een asbestrisicoberoep en de longen moeten 5000 asbestvezels per gram bevatten. De 60-jarige man had sinds 1967 als timmerman in de bouw gewerkt, maar zijn longen bevatten slechts 918 asbestvezels per gram weefsel. Het hof beoordeelt dit laatste criterium als onredelijk omdat de man asbestsoorten had ingeademd die niet makkelijk asbestdeeltjes in de long vormen. Verder was de 918 gram die wel gevonden is veel hoger dan gemiddeld in de bevolking voorkomt. Bron: Mainichi Japan, 13 mei 2014.

Hof Arnhem: onvoldoende bewijs voor blootstelling bij scheepsbouwer na 1977

19-05-2014

In vervolg op een uitspraak van 7 juni 2013 oordeelt Hof Arnhem dat de nabestaanden er niet in geslaagd zijn te bewijzen dat een man daadwerkelijk na 13 juli 1977 bij een ex-scheepsbouwer aan asbest blootgesteld is geweest. Ten aanzien van het ontstaan van mesothelioom oordeelt het hof dat aangenomen kan worden dat dit is te wijten aan blootstelling aan asbest. Anders dan de werkgever bepleit, is de mate en duur van de blootstelling niet van belang voor het al dan niet toepassen van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel op situaties van mesothelioom. Wel kan gesteld worden dat naarmate de blootstelling intensiever is en langer duurt, de kans op overlijden daardoor toeneemt. Aan de Asbestkaart kent het hof bij de bewijswaardering zeker gewicht toe, naast andere bewijsmiddelen. In een concreet geval kan de classificering op de Asbestkaart de balans in het voordeel van een van partijen doen uitvallen. Het feit dat in een deel van de relevante periode volgens de Asbestkaart sprake is geweest van een goede kans op blootstelling, is echter onvoldoende nu ander overtuigend bewijsmateriaal ontbreekt of is geneutraliseerd. Bron: rechtspraak.nl, Hof Arnhem-Leeuwarden, 25 maart 2014, nr. 200.104.783-01.

Hof Den Bosch: Bouwbedrijf aansprakelijk voor wit asbest 1977-78

19-05-2014

Een ten gevolge van mesothelioom overleden man is rond 1977-78 gedurende 4 à 5 uur betrokken geweest bij het leggen van (chrysotiel -wit asbest- bevattende) golfplaten op het dak van een loods. Het gerechtshof Den Bosch oordeelt de werkgever aansprakelijk voor de blootstelling. Dit ondanks dat niet aangenomen kan worden dat in de periode van eind 1977 tot en met januari 1978 een klein bouwbedrijf bekend hoorde te zijn met de specifieke gevaren van wit asbest, te weten dat elke relevante blootstelling aan asbeststofvezels – zonder drempelwaarde – het gevaar van het ontstaan van mesothelioom met zich kon brengen. Uitgangspunt is echter dat het bouwbedrijf destijds niet wist, noch behoorde te weten, dat de onderhavige platen slechts wit asbest bevatten. Op grond van de omstandigheid dat de werkgever wist dat met asbestplaten werd gewerkt en ook wist, althans had moeten weten, dat inademing van asbestvezels tot asbestose/longkanker kan leiden, heeft deze ten onrechte nagelaten veiligheidsmaatregelen te nemen ter voorkoming van asbestose/longkanker. Bron: rechtspraak.nl, Hof Den Bosch: nr.HD 200.042.868-01, 11 maart 2014.
Toelichting: met name bij het zagen van asbestcementplaten laten studies zien dat de blootstelling tijdens het zagen fors hoger kunnen zijn geweest dan de toen geldende grens/MAC-waarde van 2 vezels/ml en dat overschrijding van deze MAC-waarde ook relevant kon zijn voor werknemers die zich in de directe nabijheid van deze zaagwerkzaamheden bevonden. Bij andere taken rondom de werkzaamheden zoals relevant voor deze expertise was de blootstelling lager.

Geschil gemeente met school over asbestsaneringskosten

15-05-2014

De gemeente Stede Broec en de leiding van het Martinuscollege leggen een geschil over een rekening van 4,5 miljoen euro voor asbestsaneringskosten van de school aan de rechter voor. Vanwege asbestvondsten moest de middelbare school in Grootebroek vanaf augustus 2011 een half jaar dicht. De leerlingen moesten worden ondergebracht in noodlokalen in Grootebroek. En in kantoorruimtes in Hoorn, waar ze dagelijks met bussen heen worden gebracht. Dit kostte samen met de sanering van het asbest totaal 4,5 miljoen. Stede Broec schoot dit geld voor om een snelle oplossing mogelijk te maken. De leerlingen mochten immers niet de dupe van het asbest worden. Later zou de vraag beantwoord moeten worden wie voor de kosten moest opdraaien. Hier zijn beide partijen niet uitgekomen. Bron: Noordhollands Dagblad, 6 mei 2014.

Asbestclaims wegens angst

15-05-2014

Tien medewerkers van de Franse farmaceut Sanofi vorderen via de rechter elk 30.000 euro compensatie voor de angst die hun blootstelling aan asbest heeft veroorzaakt. De farmaceut erkent dat die blootstelling lang geleden, rond 1975 heeft plaatsgevonden. Dit was echter een periode waarin alle fabrieken nog met asbest werkten. Aangezien de latentietijd volgens Sanofi tussen de 20 en 40 jaar ligt, lopen de werknemers nu vrijwel geen risico meer. De uitspraak wordt rond 11 juli verwacht. Bron: International Ban Asbestos Secretariaat, 28 april 2014.

Nedstaal mag asbestproef doen

07-05-2014

Staalverwerkingsbedrijf Nedstaal in Alblasserdam mag een proef doen met het omsmelten van asbesthoudend schroot. Dat heeft de rechtbank in Den Haag dinsdag bepaald. Nedstaal wil deze zomer al starten met de proef. Het staalbedrijf had toestemming voor de proef gekregen van de Provincie Zuid-Holland, op advies van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). Tegen dat besluit werd door het aktiecomite Asbest Nedstaal Nee en de colleges van B&W van Alblasserdam, Papendrecht en Hendrik Ido Ambacht beroep aangetekend. De Haagse rechtbank heeft de bezwaren nu afgewezen. Bron: rechtbank Den Haag, 14 april 2014, SGR 13/8712 en 13/8715.

Kamervragen arrest Europees Hof verjaring

05-05-2014

In antwoord op SP-kamervragen meldt Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) dat de Nederlandse wet- en regelgeving in tegenstelling tot de Zwitserse wel in overeenstemming is met de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de verjaringstermijn van civiele vorderingen van asbestslachtoffers en de toegang tot het recht. In Nederland geldt een langere verjaringstermijn en geldt vanaf 2004 een speciale regeling voor verborgen personenschade. Verder heeft de Hoge Raad gezichtspunten opgesteld aan de hand waarvan kan worden bepaald of een beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarnaast bestaat in Nederland het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Het IAS biedt asbestslachtoffers met mesothelioom of asbestose die geen schadevergoeding kunnen krijgen in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een financiele tegemoetkoming op basis van de Regeling TAS of TNS. Doordat de regeling voorziet in een voorschot, kunnen het slachtoffer en diens nabestaanden op korte termijn na ontdekking van de asbestgerelateerde schade over een uitkering beschikken. Dit voorschot hoeft niet te worden terugbetaald als geen schadevergoeding wordt verkregen. Het IAS bemiddelt daarnaast tussen het slachtoffer en de door hem aansprakelijk gestelde (ex-) werkgever over het betalen van een schadevergoeding. Bron: IAS Nieuws, 11 maart, Rijksoverheid.nl, 2 mei.