Een buschauffeur is bij zijn werkgever, een busbedrijf, tot begin jaren 80 aan wit asbest blootgesteld en aan mesothelioom overleden. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever geen verwijt treft dat zij geen specifieke maatregelen heeft getroffen die erop gericht waren de door wit asbest veroorzaakte ziekte maligne mesothelioom te voorkomen. Uit de door partijen overlegde publicaties volgt dat in de jaren zeventig en tachtig een wetenschappelijke discussie gaande was over de gevaren van de verschillende soorten asbest. Naar het oordeel van de kantonrechter dient aangenomen te worden dat de Nederlandse overheid in de in deze zaak relevante periode weinig maatregelen heeft getroffen om te beschermen tegen de gevaren van wit asbest. Die terughoudendheid is temeer van belang nu de werkgevers geen producent of (directe) verwerker van asbest is. Bron: rechtspraak.nl, 27 mei 2014, kantonrechter Noord-Nederland, nr. KL-2170818- CV EXPL 13-4739 E.