Schotse mesothelioom-epidemie treft veel vrouwen

30-03-2006

Mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker) wordt meestal geassocieerd met mannen die lang geleden met asbest hebben gewerkt. Opmerkelijk is daarom dat in Schotland het aantal vrouwen met mesothelioom de laatste 20 jaar is verviervoudigd van 8 in 1980 tot 31 in 2002. Bij mannen steeg het aantal gevallen in dezelfde periode van 63 in 1980 tot 148 in 2002 en 166 in 2003. In het Verenigd Koninkrijk als geheel overleden in 2003 1874 mensen aan deze ziekte. Asbestslachtofferverenigingen schatten dat het aantal vrouwen dat deze ziekte krijgt nog veel hoger zal liggen dan de offficële cijfers aangeven omdat bij vrouwen meestal niet aan een relatie met asbest wordt gedacht en er dus sprake is van onderregistratie. Zij schatten dat op dit moment in het Verenigd Koninkrijk als geheel jaarlijks zo’n 120 vrouwen aan mesothelioom overlijden. Soms gaat het om huisgenoten die via de kleding van de asbestwerker zijn blootgesteld. In de meeste gevallen gaat het om vrouwen die in de scheepsbouw hebben gewerkt, de bedrijfstak waarin de meeste mannen aan asbest zijn blootgesteld. Er zijn echter ook gevallen bekend van vrouwelijke gepensioneerde verpleegkundigen en docenten die mesothelioom hebben gekregen. Bron: Sunday Express, 26 maart 2006.

Analyse van asbestvezels met scanning elektronen microscopy (SEM)

30-03-2006

Scanning Elektronen Microscopy (SEM) is een microscopische techniek waarmee asbestvezels in longweefsel kunnen worden geteld en geanalyseerd. Victor Roggli deed dit bij 396 mesothelioompatiënten (longvlies-/buikvlieskanker) waaronder 28 mensen met buikvlieskanker (peritoneum mesothelioom) en 48 vrouwen. De hoogste vezelconcentraties werden gevonden bij de patiënten die ook asbestose hadden (stoflongen door asbest). Een hoger dan gemiddelde abestvezelconcentratie werd gevonden bij 87% van de mensen met longvlieskanker en 75% van de mensen met buikvlieskanker. De patiënten met buikvlieskanker door asbest hadden in het algemeen een hogere vezelconcentratie dan de groep met longvlieskanker. 60% Van de vrouwen met mesothelioom had een verhoogde asbestvezelconcentratie. Het merendeel van hen was als huisgenoot van een asbestwerker blootgesteld. Roggli zag vooral amfiboolasbestvezels (crocidoliet of amosiet), het type vezel dat in het longvlies kan doordringen. Bron: Roggli VL (2006). The role of analytical SEM in the determination of causation in malignant mesothelioma. Ultrastructural Pathology 30, 31-35.
Roggli VL (2006). The role of analytical SEM in the determination of causation in malignant mesothelioma. Ultrastructural Pathology 30, 31-35.

Abstract

The causative relationship between asbestos exposure and mesothelioma is firmly established. Some information in this regard comes from analysis of the fiber content of lung tissue by means of analytical electron microscopy. The author has had the opportunity to study the lung asbestos content of 396 cases of mesothelioma, including 28 peritoneal cases, by means of analytical scanning electron microscopy. The highest fiber levels occurred in patients who also had asbestosis, which was found in 12% of pleural and 43% of peritoneal cases. Elevated tissue asbestos content was identified in 87% of pleural and 75% of peritoneal cases. Peritoneal cases that are asbestos related have on average a higher lung fiber burden than pleural cases. Mesotheliomas in women have elevated tissue asbestos content in about 60% of cases, and many of these had a history of exposure as a household contact of an asbestos worker. The main fiber type identified in our series was amphibole, predominantly amosite. These fibers have been demonstrated to reach the target tissue, the pleura.

Australië: oprichting onderzoeksinstituut voor asbestziekten

30-03-2006

In Sydney (New South Wales) zal een onderzoeksinstituut opgericht worden voor de strijd tegen asbestziekten die jaarlijks bij 350 mensen in dit deel van Australië vastgesteld worden. Het “Asbestos Diseases Research Institute” zal klinisch onderzoek doen naar meer effectieve behandeling en vroegere ontdekking van asbestziekten. Het instituut zal hierin samenwerken met de Australische “Dust Diseases Board”. Bron: The Daily Telegraph, 22 maart 2006.

Harderwijk kampt met asbestresten

29-03-2006

Harderwijk voorziet een miljoenenstrop bij het opruimen van de oude Asbestona asbestfabriek en ander asbestafval, dat verwijderd moet worden in verband met de bouw van woningen en toeristische voorzieningen. De gemeente schat de saneringskosten op vijftig miljoen euro en vraagt samen met de provincie Gelderland of Den Haag wil bijspringen. Asbestona was van 1935 tot 1985 een van de twee asbestverwerkende industrieën van Nederland (naast Eternit in Goor). In een ander deel van Harderwijk blijkt een deel van de bodem door particulieren met asbest te zijn vervuild. Een derde probleem zijn de vele eendenhouderijen in de omgeving die met asbesthoudend materiaal zijn gebouwd. Door sloop en verval hiervan is nog eens 120 hectare grond vervuild. Bron: Volkskrant, 14 maart 2006.

VS: misleidende informatie na 11 september

29-03-2006

Een federale rechter heeft vastgesteld dat het voormalig hoofd van de “Environmental Protection Agency”(EPA), Christie Whitman, misleidende informatie heeft gegeven over de luchtkwaliteit direct na 11 september 2001. Whitman vertelde toen de pers dat de lucht veilig was om in te ademen. Epa’s eigen luchtkwaliteitsonderzoeken laten echter zien dat bij het instorten van de WTC-torens een wolk vrij kwam met 50.000 ton lood uit personal computers en ongeveer 2000 ton asbest. Bron: Daily News New York, 3 februari 2006.

Onderzoek naar asbest in Zaanstad en Wormerland

29-03-2006

De gemeenten Zaanstad en Wormerland gaan in kaart brengen of en waar er asbest in de Zaanse bodem aanwezig zou kunnen zijn. Dat hebben de gemeenten op 16 maart aangekondigd. Aanleiding voor de inventarisatie is een recent onderzoek van het ministerie van VROM. In Wormer stond van 1965 tot 1981 Van Gelder Papier, dat asbestvezels verwerkte. Forbo in Assendelft paste van 1968 tot 1979 asbest toe in de vinylproductie. Bron: NRC Handelsblad en Het Parool, 16 maart 2006.

Voorschot te laat voor milieuslachtoffer asbest

29-03-2006

De aangekondigde voorschotregeling voor milieuslachtoffers door asbest van het Rijk komt voor een 70-jarige inwoonster van Goor te laat. Ze overleed vorige week aan de gevolgen van mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker), opgelopen door asbestverhardingen bij haar woning. Voor haar dood klopte de vrouw bij de overheid aan voor smartengeld. Tevergeefs. Staatssecretaris Van Geel (milieu) deed ruim een maand geleden, tijdens een werkbezoek in Goor, de toezegging dat het rijk smartengeld gaat voorschieten aan inwoners van Goor en omgeving die mesothelioom hebben gekregen door asbest in het milieu. Dit naar aanleiding van een onderzoek waaruit bleek dat onder inwoners van Goor veel meer mesothelioom voorkomt dan elders in Nederland, ook bij mensen die niet in de plaatselijke Eternit-fabriek hebben gewerkt. Van Geel meldde toen ook dat de regeling terugwerkende kracht zal hebben. Maar wanneer het eerste voorschot smartengeld aan een (niet-beroepsgebonden) mesothelioomslachtoffer door het rijk wordt uitbetaald, is tot heden niet duidelijk. Bron: Tubantia Twentsche Courant, 28 maart 2006.

Mesotheline, een diagnostische merker voor mesothelioom

29-03-2006

Scherpereel en collega’s onderzochten de niveaus van het eiwit soluble mesothelin-related protein (SMRP) in het bloedplasma (serum) en in het pleuraal vocht (vocht uit het longvlies) van 74 mensen met (maligne) mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker), 35 mensen met uitzaaiingen van andere tumoren in het longvlies en 28 mensen met goedaardige afwijkingen door asbestblootstelling. Het gemiddelde SMRP-niveau was bij de mesothelioompatiënten hoger dan bij de andere groepen, zowel in het bloedplasma als in het pleuraal vocht. De onderzoekers concluderen dat SMRP een veelbelovende merker voor de diagnose van mesothelioom zou kunnen worden. Het SMRP-niveau in het pleuraal vocht liet de grootste verschillen zien tussen de groep mesothelioompatiënten en de groep met uitzaaiingen van andere tumoren. Bron: Scherpereel, A. et al. (2006). Soluble mesothelin-related protein in the diagnosis of malignant pleural mesothelioma. Amercan Thoracic Society: Am J Respir Crit Care Medicine, Feb 2.
Scherpereel A, Grigoriu BD, Conti M, Gey T, Gregoire M, Copin MC, Devos P, Chahine B, Porte H, Lassalle P. (2006). Soluble Mesothelin-related Protein in the Diagnosis of Malignant Pleural Mesothelioma. American Thoracic Society. Am J Respir Crit Care Medicine, Feb 2

Background: Diagnosis of malignant pleural mesothelioma is a challenging issue. Potential markers in mesothelioma diagnosis include soluble mesothelin-related peptides (SMRP) and osteopontin but no subsequent validation have been published yet.

Methods: We prospectively evaluated SMRP in serum and pleural effusion from patients with mesothelioma (n=74), pleural metastasis of carcinomas (n=35), or benign pleural lesions associated with asbestos exposure (n=28), recruited when first suspected for mesothelioma.

Findings: Mean serum SMRP level was higher in mesothelioma (2.05 +/- 2.57 nM/l – median +/- interquartile range) than in metastasis (1.02 +/- 1.79 nM/l) or benign lesions (0.55 +/- 0.59 nM/l) patients. The area under the receiver operating characteristic curve (AUC) for serum SMRP was 0.872 for differentiating mesothelioma and benign lesions. cut-off= 0.93 nM/l (Sensitivity= 80%, Specificity= 82.6%). The AUC for serum SMRP differentiating metastasis and mesothelioma was 0.693. cut-off= 1.85 nM/l (Sensitivity = 58.3%. Specificity = 73.3%). SMRP values in pleural fluid were higher than in serum in all groups (mesothelioma: 46.1 +/- 83.2 nM/l. benign lesions: 6.4 +/- 11.1 nM/l. metastasis: 6.36 +/- 21.73 nM/l). The AUC for pleural SMRP differentiating benign lesions and mesothelioma was 0.831. cut-off= 10.4 nM/l (Sensitivity = 76.7%, Specificity = 76.2%). The AUC for pleural SMRP differentiating metastasis and mesothelioma was 0.793.

Interpretation: We show that SMRP may be a promising marker for mesothelioma diagnosis when measured either in serum or pleural fluid. The diagnostic value of SMRP was similar in both types of samples, but pleural fluid SMRP may better discriminate mesothelioma from pleural metastasis.

VK: huiseigenaren en klussers gewaarschuwd

28-03-2006

De meeste huizen die in het Verenigd Koninkrijk gebouwd zijn tussen 1950 en 1980 bevatten asbest. Wegens de voorspelling dat in 2050 asbestblootstelling aan ca. 185.000 Britten het leven zal hebben gekost, is de “British Lung Foundation” een bewustwordingscampagne gestart voor huiseigenaren die tevens klussen aan hun huis. Slechts 6 procent van de Britten kennen de ziekte maligne mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker), een vorm van kanker door asbest, terwijl in dit land elke vijf uur iemand aan deze ziekte overlijdt. Eigenaren die asbest uit hun huizen willen verwijderen worden verzocht contact op te nemen met de plaatselijke milieu-instantie voor informatie over hoe de asbest op een veilige manier weggehaald kan worden. Bron: Daily Mail, 28 februari 2006.

Australië: de kinderen van Wittenoom worden nu ziek

23-03-2006

Veertig jaar na sluiting van de blauwe asbestmijn in het Australische plaatsje Wittenoom, zijn nog steeds tragische gevolgen zichtbaar. In het afgelopen half jaar is bij tenminste negen mensen die als kind in Wittenoom woonden een asbestziekte geconstateerd. Omdat een ziekte als mesothelioom (longvlies-/buikvlieskanker) zich pas ongeveer 40 jaar na blootstelling openbaart worden nu mensen ziek die als kind in de jaren 60 en 70 in Wittenoom woonden en speelden. Geschat wordt dat het om enkele honderden kinderen gaat die na de sluiting van de mijn tot eind jaren 70 in het plaatsje bleven wonen. Zij speelden op plekken waar overal asbest was. Bron: The West Australian, 6 maart 2006.