Beroep op verjaring Wilton Fijenoord niet onaanvaardbaar

15-11-2009

Als alle gezichtspunten in combinatie met elkaar worden bezien is het beroep op verjaring van voormalig scheepswerf Wilton Fijenoord naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Aldus het vonnis van de Kantonrechter Rotterdam op 27 oktober jl.
De vordering betreft een oud-medewerker die tussen 1957 en 1960 als lasser voor het bedrijf had gewerkt en daarbij aan asbest was blootgesteld. De man overleed op 31 juli 2006 aan de ziekte mesothelioom. Diverse gezichtspunten vallen in het nadeel van de eiser uit: Wilton Fijenoord behoefde in de periode 1957-1960 niet met deze aanspraken rekening te houden (c). Het bedrijf kan zich in redelijkheid nauwelijks verweren op het punt van de aansprakelijkheid en de verwijtbaarheid (e) en de vordering is niet voortvarend ingesteld (g). Bron: Rechtbank Rotterdam, 27 oktober 2009: zaaknummer 954230 CV EXPL 09-315.

Spaans bouwbedrijf Uralita aansprakelijk

15-11-2009

De Spaanse producent van bouwmaterialen Uralita is aansprakelijk voor de asbestziekten bij 27 medewerkers en een huisgenote van een medewerker.
Het is de eerste keer dat in Spanje een bedrijf veroordeeld wordt voor de asbestziekte bij een huisgenote. Zij is met asbest in aanraking gekomen door het wassen van de werkkleding van haar man en daardoor ziek geworden. Bron: EFE Newswire, 23 oktober 2009.

Afwijzing vordering wegens onbekendheid met gevaren wit asbest

29-10-2009

De rechtbank Almelo wijst een vordering tot schadevergoeding af omdat de werkgever, een klein houtbedrijf, in de periode van asbestblootstelling (1964-1968) onbekend zou zijn geweest met de gevaren verbonden aan het werken met wit asbest.
Het beroep op verjaring van de werkgever wordt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar geacht. De vordering was ingediend door de weduwe van een timmerman die tot 1968 voor het bedrijf had gewerkt. In juli 2006 werd diagnose mesothelioom bij hem gesteld, ca. 38 jaar na het einde van zijn dienstverband bij het bedrijf. In februari 2007 overleed hij op 57-jarige leeftijd aan de ziekte. Bron: Rechtspraak.nl. Rechtbank Almelo, 13 oktober 2009, BK0098.

Niet aansprakelijk wegens verjaring

22-10-2009

De rechtbank Almelo wijst een vordering tot schadevergoeding af wegens verjaring. Het beroep van de aangesproken partij, rechtsopvolger van de Koninklijke Twentse Stoomblekerij (KTS) op die verjaring is niet onaanvaardbaar.
Met het faillissement van KTS is op 16 januari 1980 een eind gekomen aan de mogelijkheid voor eiser en of de erven van eiser om een rechtsopvolgster van KTS aan te spreken voor schade als gevolg van blootstelling aan asbest tussen 1962 en 1969. De eiser had in die periode als monteur meet- en regeltechniek bij dit bedrijf gewerkt. In januari 2005 is bij hem de diagnose mesothelioom gesteld, waaraan hij op 2 maart 2006 overleed. Bron: Rechtspraak.nl, Rechtbank Almelo, LJN: BJ9333, 286535, 25 augustus 2009.

Celstraf en geldboete voor verzwijgen asbestgevaar

15-10-2009

Een directeur van een aannemersbedrijf is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Het bedrijf moet een boete van 125 duizend euro betalen.
Het bedrijf moet een boete van 125 duizend euro betalen. Dat bepaalde de rechtbank Arnhem op 8 oktober jl. De directeur was er als leidinggevende van op de hoogte dat werklui bij de sloopt van een droogkamer in een voormalige steenfabriek niet goed waren beschermd tegen asbest. Een deel van het puin inclusief de asbest is daarnaast op twee verschillende plekken gestort in oppervlaktewater. Hoewel asbest in natte vorm in principe ongevaarlijk is, is door het storten van het puin het oppervlaktewater wel vervuild. Bron: Trouw, 9 oktober 2009.

Celstraf voor overtreden asbestwetgeving

22-09-2009

De rechtbank Den Bosch heeft begin september twee directeuren van een asbestsaneringsbedrijf veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden (waarvan zes maanden voorwaardelijk) wegens het doelbewust en met grote regelmaat overtreden van verschillende regels ten aanzien van asbestsanering.
Controles werden omzeild en controleurs op het verkeerde been gezet. Omdat ook het bedrijf profijt heeft gehad van de strafbare gedragingen, werd de onderneming een boete opgelegd van 30.000 euro en een stillegging van zes maanden voorwaardelijk. Volgens de rechtbank konden de directeuren door in strijd met de regels te handelen, eenvoudiger en zonder rompslomp werken. Ze riepen daarmee welbewust grote risico’s in het leven. Zo lieten ze Poolse medewerkers die daarvoor niet de bevoegdheid hadden, met asbest werken. Bron: Eindhovens Dagblad, Het Juridisch Dagblad, 8 september 2009.

Juridische knelpunten bij geringe en/of incidentele asbestblootstelling

22-09-2009

In Groot Brittannie is sprake van een toenemend aantal claims van asbestslachtoffers die de ziekte mesothelioom hebben gekregen door incidenteel of gering asbestcontact.
Een van de problemen is het aanwijzen van de blootstellingsoorzaak. Asbest zit nog overal. Een ander probleem is dat de blootstelling tegen officieel aanvaarde niveaus kan zijn geweest. Er bestaat immers geen drempelwaarde voor het krijgen van de ziekte mesothelioom. Er zijn wel drempelwaardes vastgesteld voor de mate waarin iemand aan asbest mag worden blootgesteld. Bron: Mondaq, 10 september 2009.

Duitsland: geen schadevergoeding wegens angst

09-09-2009

Een Duitse rechter heeft bepaald dat een oud-arbeider van een Eternitfabriek geen recht heeft op schadevergoeding op grond van zijn angst voor een asbestziekte.
De man heeft sinds 1979 een door asbest veroorzaakte afwijking aan het longvlies die hem echter vrijwel geen overlast geeft. In oktober 2007 oordeelde het Britse House of Lords, het hoogste rechtsorgaan, hetzelfde, namelijk dat pleurale plaques, een niet-kwaadaardige verdikking van het longvlies, niet als ziekte aangemerkt kan worden omdat deze afwijking zelden pijn of andere ziekteverschijnselen geeft. Angst voor eventuele toekomstige klachten is niet voldoende om vergoeding te kunnen eisen. Bron: Tages-Anzeiger, 19 augustus 2009, The Times, 18 oktober 2007.

Hof Den Haag: asbestblootstelling niet aannemelijk gemaakt

27-08-2009

Niet vast is komen te staan dat de eiser gedurende zijn dienstbetrekking bij de werkgever aan asbeststof is blootgesteld. Of het bedrijf aan haar zorgplicht heeft voldaan en of de vordering van de nabestaanden (gedeeltelijk) is verjaard behoeft derhalve geen behandeling. Het hoger beroep faalt.
Deze uitspraak van het Hof den Haag volgt op een verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 17 februari 2006 (AU6927). Het hof acht van belang dat de werkgever heeft gesteld dat zij geen gegevens heeft over het arbeidsverleden van de eiser bij haar rechtsvoorganger en de werkomstandigheden van destijds, en dat dit door de eiser en zijn nabestaanden onvoldoende is weersproken. Naar het oordeel van het hof kan het gebrek aan onderbouwing op dit punt de werkgever niet worden aangerekend, omdat het werkzaamheden en werkomstandigheden van (bij aanvang van de procedure in eerste aanleg) meer dan dertig jaren geleden betreft en er geen verplichting voor het bedrijf is (geweest) om gegevens als hier aan de orde, gedurende die lange periode te bewaren. Om die reden en in het licht van het sub 10 overwogene ziet het hof geen aanleiding de bewijslast om te draaien of een bewijsvermoeden te hanteren. Bron: Hof den Haag, 18 augustus 2009, BJ5651, arrest Hoge Raad, 17 februari 2006, AU6927.

Verjaring: verdieping gezichtspunt f nodig

27-08-2009

Hoewel zes van de zeven gezichtspunten zich niet verzetten tegen de doorbreking van de verjaringstermijn, acht de Rotterdamse kantonrechter het niettemin wenselijk de kwestie van de verzekering (gezichtspunt f) verder uit te diepen. Het is immers niet zo dat er sprake is van een hierarchie in de “gezichtspuntencatalogus”.
Het feit dat de werkgever stelt dat er geen dekking is, betekent nog niet dat de verjaring niet doorbroken zou mogen worden. Eerst moet vastgesteld worden of en in hoeverre het in de periode 1958 – 1972 gebruikelijk was, of gaandeweg werd, dat werkgevers zich verzekerden tegen aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten. Bron: LJN: BJ4403,Sector kanton Rechtbank Rotterdam.