Als alle gezichtspunten in combinatie met elkaar worden bezien is het beroep op verjaring van voormalig scheepswerf Wilton Fijenoord naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Aldus het vonnis van de Kantonrechter Rotterdam op 27 oktober jl.
De vordering betreft een oud-medewerker die tussen 1957 en 1960 als lasser voor het bedrijf had gewerkt en daarbij aan asbest was blootgesteld. De man overleed op 31 juli 2006 aan de ziekte mesothelioom. Diverse gezichtspunten vallen in het nadeel van de eiser uit: Wilton Fijenoord behoefde in de periode 1957-1960 niet met deze aanspraken rekening te houden (c). Het bedrijf kan zich in redelijkheid nauwelijks verweren op het punt van de aansprakelijkheid en de verwijtbaarheid (e) en de vordering is niet voortvarend ingesteld (g). Bron: Rechtbank Rotterdam, 27 oktober 2009: zaaknummer 954230 CV EXPL 09-315.