Op 22 januari is voor de eerste keer het deskundigenpanel verjaring van het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) bijeengekomen. Het panel oordeelt over de juistheid van een beroep op verjaring bij aansprakelijkheid voor een asbestziekte.
Tot vandaag konden asbestslachtoffers die geconfronteerd worden met een beroep op verjaring van de aansprakelijkheid voor de bij hen geconstateerde longvlieskanker (mesothelioom) als gevolg van blootstelling aan asbest, dit alleen aanvechten bij de rechter. Met deze door het IAS ontwikkelde oplossing is dat niet meer nodig. Een panel van door de betrokken partijen erkende deskundigen, zal binnen enkele weken de juistheid van het beroep op verjaring beoordelen. Het panel staat onder voorzitterschap van mr. C.M. Aarts, (oud) raadsheer Hof ‘s-Hertogenbosch.
Chris Aarts: “Wie te maken krijgt met de diagnose mesothelioom heeft vaak nog maar weinig tijd van leven. Een gerechtelijke procedure om het beroep op verjaring aan te vechten, biedt dan, gelet op de daarmee gemoeide tijd, weinig soelaas voor het slachtoffer. De aard van de ziekte is nu eenmaal zo dat deze zich vaak pas na zeer lange tijd, vaak wel 40 tot 50 jaar na de blootstelling, openbaart. Daarmee is in beginsel de aansprakelijkheidsvordering verjaard. Het gaat echter tegen het rechtsgevoel in dat alleen daarom aansprakelijkheid kan worden vermeden. Dit panel wordt erkend door alle betrokken partijen. Ik ga er dan ook vanuit dat onze beoordeling ertoe bijdraagt dat de rechter niet meer nodig is en slachtoffers snel weten waar ze aan toe zijn”.
Jaarlijks krijgen ruim vijfhonderd mensen de diagnose van longvlieskanker als gevolg is van blootstelling aan asbest. De blootstelling kan soms wel vijftig jaar geleden hebben plaatsgevonden, toch geldt een wettelijke verjaringstermijn van dertig jaar voor het verkrijgen van een schadevergoeding. Hoewel in veel gevallen aansprakelijke partijen of verzekeraars geen beroep doen op de verjaringstermijn, is het beroep hierop toch een van de meest voorkomende struikelblokken in die gevallen dat de bemiddeling voor schadevergoeding niet slaagt.
In deze eerste zitting wordt aan het deskundigenpanel een beoordeling gevraagd van het beroep op verjaring in de zaak van een 82-jarige voormalig loodgieter, bij wie een jaar geleden mesothelioom is vastgesteld. De laatst mogelijke asbestblootstelling dateert van rond 1970.
De oplossing van beoordeling door een deskundigenpanel is mogelijk omdat het beroep op verjaring bij asbestzaken niet absoluut is. De Hoge Raad heeft bepaald dat er redenen kunnen zijn waardoor de verjaring niet standhoudt, maar dan moet het asbestslachtoffer naar de rechter stappen. Om te voorkomen dat het asbestslachtoffer in een moeizame en langdurige juridische procedure terecht komt, is gekozen voor deze oplossing. Het panel zal alleen een rol spelen bij asbestslachtoffers met de ziekte maligne mesothelioom en als er in de bemiddeling geen andere geschilpunten zijn. Het oordeel van het panel is niet bindend, maar de verwachting is dat dit zelden zal worden aangevochten bij de rechter.
Het deskundigenpanel verjaring asbestziekten bestaat uit: mr. Chris Aarts, (oud) senior raadsheer Hof ‘s-Hertogenbosch; mr. Lydia Charlier, advocaat Beer Advocaten; mr. Theo Kremer, voormalig directeur Stichting Personenschade Instituut Verzekeraars en voormalig directeur Letselschaderaad a.i.
Den Haag, 22 januari 2019
Voor meer informatie: Maarten Uri 06-20440870