Verenigd Koninkrijk: bijna 2000 mesothelioom sterfgevallen in 2004

28-11-2006

De Britse ‘Health and Safety Commission’, een overheidsinstantie, meldt in haar ‘Statistics 2005/06’ voor het jaar 2004 1969 sterfgevallen van mesothelioom en 100 sterfgevallen van asbestose. Het aantal mesothelioom-sterfgevallen is in de periode 1968 tot 2004 gestegen van 153 naar 1969 per jaar. Projecties voorspellen dat het aantal tussen 2011 en 2015 een piek zal bereiken tussen de 2000 en 2450 sterfgevallen per jaar. Het aandeel van mannen onder de 55 neemt sinds midden jaren 90 af. Bron: Health and Safety Commission, 2 november 1006. Meer http://www.hse.gov.uk

Asbest en asbestziekten in Kroatië

20-11-2006

Trosic geeft een historisch overzicht van het gebruik van asbest in Kroatië en de gevolgen voor de gezondheid en regelgeving in dit land. Tussen 1945 en 1990 had Kroatië een sterke scheepsbouw- en asbestcementindustrie. Op 1 januari j.l. werd er in aansluiting op de EU-richtlijnen een verbod op productie, handel en gebruik van asbest ingevoerd. Onder druk van de industrie was dit algemene verbod maar een maand van kracht. Sinds februari 2006 geldt het verbod niet meer voor de productie van asbestproducten. Deze uitzondering gaat tegen de EU-richtlijnen in en zal daarom in de toekomst bijgesteld moeten worden. Bron: Trosic, Y. (2006). Asbestos and asbestosis in Croatia: Past, present and future. Abstracts/Toxicology Letters 164S, S53-54.

Asbest in Azië

08-11-2006

China, Indonesië en Thailand behoren wereldwijd tot de grootste asbestgebruikers. Omdat asbest in steeds meer westerse landen verboden wordt, richten de asbestproducenten zich met hun promotie steeds meer op Azië. Sri Lanka gebruikt bijvoorbeeld volop wit asbestcement (chrysotiel) in de herstelwerkzaamheden na de Tsunami. Ondanks wijd verbreid gebruik komen asbestziektes in de officiële Aziatische overheidsstatistieken bijna niet voor, omdat de diagnose niet gesteld wordt. Pandita beschrijft in dit artikel de activiteiten van het Asian Network for the Rights of Occupational Accident Victims (ANROAV) om het gebruik van asbest tegen te gaan. Bron: Pandita, S., (2006). Banning Asbestos in Asia: Campaigns and Strategies by the Asian Network for the Rights of Occupational Accident Victims (ANROAV). International Journal of Occupational and Environmental Health.12:248-253.

Asbestgerelateerde ziekte in Zuid Afrika: een onzichtbare epidemie

12-10-2006

Zuid Afrika was meer dan een eeuw lang ’s werelds grootste exporteur van asbest. De slechte arbeidsomstandigheden en enorme milieuverontreiniging die de asbestindustrie veroorzaakte zorgen nu voor een ernstige, maar nog steeds officieel onzichtbare epidemie van asbestzieken. Bron: Braun, L. & Kisting, S. (2006). Asbestos-related Disease in South Africa: The Social Production of an Invisible Epidemic. Public Health Then and Now. American Journal of Public Health, august, 96, 8, p. 1386-96.

Asbest in het milieu kan mesothelioom veroorzaken

15-08-2006

Asbest in het milieu kan mesothelioom veroorzaken. De relatie met longkanker is onduidelijk. Milieu-oorzaken voor longkanker zijn vooral: luchtvervuiling, passief roken en blootstelling aan radon binnenshuis. Dit schrijft Paolo Bofetta na een analyse van epidemiologische studies naar kankerverwekkende stoffen in het milieu. Bofetta werkt als epidemioloog voor de International Agency for Research on Cancer (IARC). Bron: Boffetta P., (2006). Human cancer from environmental pollutants: The epidemiological evidence. Mutation Research july 12.
Boffetta P., (2006). Human cancer from environmental pollutants: The epidemiological evidence. Mutation Research july 12.

Abstract

An increased risk of mesothelioma has been reported among individuals experiencing residential exposure to asbestos, while results for lung cancer are less consistent. Several studies have reported an increased risk of lung cancer risk from outdoor air pollution: on the basis of the results of the largest study, the proportion of lung cancers attributable to urban air pollution in Europe can be as high as 10.7%. A causal association has been established between second-hand tobacco smoking and lung cancer, which may be responsible for 1.6% of lung cancers. Radon is another carcinogen present in indoor air, which may be responsible for 4.5% of lung cancers. An increased risk of bladder might be due to water chlorination by-products. The available evidence on cancer risk following exposure to other environmental pollutants, including, pesticides, dioxins and electro-magnetic fields, is inconclusive.

Australische asbestwerkers hebben meer risico op longkanker ondanks stoppen met roken

15-08-2006

Voormalige Australische asbest-werkers hebben een extra risico op het krijgen van longkanker tot 20 jaar na het stoppen met roken. De extra kans op longkanker van iemand die én heeft gerookt én asbestvezels heeft ingeademd is minder dan het product van de verhoging bij alleen roken en die bij alleen asbestblootstelling. Dit concludeerde Reid et al. na een onderzoek onder bijna 3000 ex-werknemers van de asbestmijnen in het Australische Wittenoom. In Wittenoom werd tussen 1943 en 1966 het meest gevaarlijke blauwe asbest (crocidoliet) gewonnen. Reid A., et al. (2006). The risk of lung cancer with increasing time since ceasing exposure to asbestos and quitting smoking. Occupational Environmental Medicine, Aug.63(8):509-12.
Reid A, de Klerk NH, Ambrosini GL, Berry G, Musk AW., (2006). The risk of lung cancer with increasing time since ceasing exposure to asbestos and quitting smoking. Occupational Environmental Medicine, Aug.63(8):509-12.

ABSTRACT

OBJECTIVES: To examine if the risk of lung cancer declines with increasing time since ceasing exposure to asbestos and quitting smoking, and to determine the relative asbestos effect between non-smokers and current smokers. METHODS: A cohort study of 2935 former workers of the crocidolite mine and mill at Wittenoom, who responded to a questionnaire on smoking first issued in 1979 and on whom quantitative estimates of asbestos exposure are known. Conditional logistic regression was used to relate asbestos exposure, smoking category, and risk of lung cancer. RESULTS: Eighteen per cent of the cohort reported never smoking. 66% of cases and 50% of non-cases were current smokers. Past smokers who ceased smoking within six years of the survey (OR = 22.1, 95% CI 5.6 to 87.0), those who ceased smoking 20 or more years before the survey (OR = 1.9, 95% CI 0.50 to 7.2), and current smokers (<20 cigarettes per day (OR = 6.8, 95% CI 2.0 to 22.7) or >20 cigarettes per day (OR = 13.2, 95% CI 4.1 to 42.5)) had higher risks of lung cancer compared to never smokers after adjusting for asbestos exposure and age. The asbestos effect between non-smokers and current smokers was 1.23 (95% CI 0.35 to 4.32). CONCLUSION: Persons exposed to asbestos and tobacco but who subsequently quit, remain at an increased risk for lung cancer up to 20 years after smoking cessation, compared to never smokers. Although the relative risk of lung cancer appears higher in never and ex-smokers than in current smokers, those who both smoke and have been exposed to asbestos have the highest risk. this study emphasises the importance of smoking prevention and smoking cessation programmes within this high risk cohort.

Duitsland: in 2005 bijna 2000 sterfgevallen door blootstelling aan gevaarlijke stoffen

07-08-2006

Volgens het ‘Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften (HVBG)’ zijn er in Duitsland in 2005 1982 mensen overlijden door blootstelling aan niet-organische stoffen in het werk, vooral asbest. Met betrekking tot beroepsziekten in het algemeen meldt deze organisatie een geleidelijke afname van het aantal claims. Bron: Eurogip infomail, 38, 1 augustus 2006. Meer http://www.hvbg.de/d/pages/presse/preme/beitrag.html

Midden Oosten: nog volop gebruik van asbest

07-08-2006

18 van de 20 landen in het Midden Oosten importeren nog steeds asbest. Alleen Egypte en Saoedi Arabië hebben dit product inmiddels verboden. Geen enkel land in deze regio heeft ILO-verdrag nr. 162 geratificeerd: een verdrag dat landen verplicht werknemers tegen asbestblootstelling te beschermen. Iran en de Verenigde Arabische Emiraten zijn de grootste verbruikers in deze regio. Bron: International Ban Asbestos Secretariat, juli 2006. Meer www.ibas.btinternet.co.uk

Australië: mesothelioom bij medewerkers olie-raffinaderij

12-07-2006

Australische onderzoekers constateerden dat mesothelioom bij medewerkers van een olie-raffinaderij meer dan gemiddeld voorkomt. Waarschijnlijk komt dit door blootstelling aan asbest, hoewel bij de betreffende groep geen verhoogde incidentie van longkanker gevonden werd, een vorm van kanker die ook een relatie heeft met asbestblootstelling. De onderzoekers concluderen daarom dat raffinaderijpersoneel dat met asbest heeft gewerkt geen verhoogd risico op longkanker heeft.

Bron: Gun RT et al., (2006). Update of mortality and cancer incidence in the Australian petroleum industry cohort. Occupational Environmental Medicine, 63(7):476-81.

Gun RT, Pratt N, Ryan P, Roder D. (2006). Update of mortality and cancer incidence in the Australian petroleum industry cohort. Occupational Environmental Medicine, 63(7):476-81.

ABSTRACT

OBJECTIVES: To update the analysis of the cohort mortality and cancer incidence study of employees in the Australian petroleum industry. METHODS: Employees of Australian Institute of Petroleum member companies were enrolled in the cohort in four industry-wide surveys between 1981 and 1999. Mortality of 16,547 males and 1356 females was determined up to 31 December 2001 and cancer incidence to 31 December 2000. Cause specific mortality and cancer incidence were compared with those of the Australian population by means of standardised mortality ratios (SMRs) and standardised incidence ratios (SIRs). Associations between increased incidence of specific cancers and employment in the petroleum industry were tested by trends according to period of first employment, duration of employment, latency, and hydrocarbon exposure, adjusting for personal smoking history where appropriate. RESULTS: There was a significant elevation of the incidence of mesothelioma (SIR 1.77, 95% CI 1.05 to 2.79), melanoma (SIR 1.37, 95% CI 1.19 to 1.58), and prostate cancer (SIR 1.18, 95% CI 1.04 to 1.34). The SIRs of all leukaemias and of acute non-lymphocytic leukaemia (ANLL) were not significantly different from unity, but all 11 ANLL cases were clustered in the middle to high hydrocarbon exposure categories. Tanker drivers had a significantly elevated incidence of kidney cancer (12 cases v 5.84 expected, SIR 2.05, 95% CI 1.06 to 3.59). Lung cancer incidence was significantly reduced (SIR 0.69, 95% CI 0.57 to 0.83) CONCLUSIONS: Most cases of mesothelioma are probably related to past exposure to asbestos in refineries. No occupational cause has been identified for the excess of melanoma, or prostatic or bladder cancer. The possibility of a causal relationship between cancer of the kidney and hydrocarbon exposure warrants further study. It is uncertain whether benzene exposures, particularly past levels of exposure, have been high enough to cause ANLL.

Poolse asbestwerkers hebben groter risico op mesothelioom en longkanker

12-07-2006

Sinds 1980 zijn de sterftecijfers van 4187 ex-werknemers van een Poolse fabriek van asbestproducten vergeleken met de Poolse bevolking in het algemeen. Zowel longkanker als mesothelioom kwamen bij de asbestwerkers vaker voor. Bij vrouwen was het verschil nog groter, volgens de onderzoekers een aanwijzing dat vrouwen wellicht gevoeliger voor asbest zijn dan mannen. Er werd geen direct verband gevonden tussen het hebben van asbestose (een stoflongziekte) en een verhoogd risico op longkanker. Bron: Wilczynska U. et al., (2005) Mortality from malignant neoplasms among workers of an asbestos processing plant in Poland: results of prolonged observation. International Journal of Occupational Medicine and Environmental Health 18(4):313-26.
Wilczynska U, Szymczak W, Szeszenia-Dabrowska N., (2005). Mortality from malignant neoplasms among workers of an asbestos processing plant in Poland: results of prolonged observation. International Journal of Occupational Medicine and Environmental Health 18(4):313-26.

ABSTRACT

OBJECTIVES: The study on mortality from cancer among workers of an asbestos plant manufacturing asbestos yarn, cloth, cords, packings, stuffing, brake linings and asbestos-rubber sheets was launched in the 1980s. The present paper discusses the results of further tracing of asbestos workers of the same plant. MATERIALS AND METHODS: The study cohort covered 4497 workers employed at the asbestos plant in 1945-1980. The follow-up of the cohort continued until 31 December 1999. Deaths by causes were analyzed using standardized mortality ratio (SMR) calculated by the person-years method. The mortality pattern of the general population of Poland was used as reference. RESULTS: The availability of the cohort was 93.1% (2805 men and 1382 women were traced). Mortality from malignant neoplasms in total (281 deaths among men, SMR = 118, 95%CI: 105-133 and 135 deaths among women, SMR = 159, 95%CI: 133-188) as well as that from lung cancer (102 deaths among men, SMR = 126, 95%CI: 103-153 and 18 deaths among women, SMR = 259, 95%CI: 153-409) were significantly higher than in the general population. Unlike earlier stages of analysis, the present study revealed an increased risk of pleural mesothelioma (2 deaths among men, SMR = 510, 95%CI: 62-1842 and 3 deaths among women, SMR = 2033, 95%CI: 419-5941). Mortality analysis among workers with asbestosis and in those without diagnosed asbestosis, did not reveal direct association between the risk of asbestos-induced lung cancer and previously diagnosed asbestosis. CONCLUSIONS: The prolonged cohort tracing showed an increased risk of asbestos-related cancers. It concerned mainly workers hired by the plant between 1945-1955, when the working condition were most strenuous.