1993 tot nu
Het ‘Asbestverbod’ zorgt er vanaf 1993 voor dat er geen nieuwe asbesthoudende producten en materialen meer bijkomen, een paar uitzonderingen daargelaten. De wet- en regelgeving is na 1993 geheel gericht op het voorkomen van milieuverontreiniging als gevolg van asbesthoudend afval en het opruimen van het asbest dat al in het milieu terecht is gekomen. Verantwoord slopen en storten en sanering van de asbesthoudende wegen en erven in de buurt van de vroegere asbestcementfabrieken, worden de belangrijkste thema’s. Gedurende de jaren negentig wordt ook steeds duidelijker, dat asbest op heel veel plaatsen in de bodem terecht is gekomen, waardoor het onderzoek naar de aanwezigheid ervan een regulier item wordt bij het meeste bodemonderzoek. Na publicatie van een onderzoek van de Gezondheidsraad in 2010 verschuift de aandacht naar het verwijderen van asbesthoudende daken en aanscherping van de normen voor blootstelling aan asbest. Sinds 1 januari 2005 geldt in de gehele Europese Unie een verbod op verbruik, gebruik en handel in alle asbestsoorten. HetInformatiepunt Leefomgeving (IPLO) publiceert op haar website een compleet overzicht van de regelgeving op alle niveaus met een korte toelichting per onderdeel.
Asbest in het milieu
Bij de productie en toepassing van asbest ontstaat asbesthoudend afval dat in het milieu, in of op de bodem terecht is gekomen. Het bekendste voorbeeld daarvan zijn de met afval van de Eternit- en Asbestona-fabriek verharde ‘asbestwegen’ rond Goor en Harderwijk. Asbest kan ook via de woningbouw of boerderijen in de bodem terechtgekomen zijn, dan wel bij sloopwerkzaamheden.