Aantal asbestvezels in longen voorspelt overleving mesothelioom

24-06-2008

Er is een relatie tussen het aantal asbestvezels dat in de longen aangetroffen wordt en de levensverwachting van een mesothelioompatiënt.

Dat concluderen Amerikaanse onderzoekers na onderzoek bij 80 mesothelioompatiënten. Deze relatie wordt waarschijnlijk wel beïnvloed door de aanleg/gevoeligheid van de patiënt. Andere factoren die de levensverwachting beïnvloeden zijn het geslacht en het type tumor.

Bron: Christensen, B.C. et. al. (2008). Asbestos burden predicts survival in pleural mesothelioma. Environmental  Health Perspectives, Jun;116(6):723-6.

Abstract

Background: Malignant pleural mesothelioma (MPM) is a rapidly fatal asbestos-associated malignancy with a median survival time of <1 year following diagnosis. Treatment strategy is determined in part using known prognostic factors. OBJECTIVE: The aim of this study was to examine the relationship between asbestos exposure and survival outcome in MPM in an effort to advance the understanding of the contribution of asbestos exposure to MPM prognosis. Methods: We studied incident cases of MPM patients enrolled through the International Mesothelioma Program at Brigham and Women's Hospital in Boston, Massachusetts, using survival follow-up, self-reported asbestos exposure (n=128), and a subset of cases (n=80) with quantitative asbestos fiber burden measures. Results: Consistent with the established literature, we found independent, significant associations between male sex and reduced survival (p<0.04), as well as between nonepithelioid tumor histology and reduced survival (p<0.02). Although self-reported exposure to asbestos was not predictive of survival among our cases, stratifying quantitative asbestos fiber burden [number of asbestos bodies per gram of lung (wet weight)] into groups of low (0-99 asbestos bodies), moderate (100-1,099), and high fiber burden (>1,099), suggested a survival duration association among these groups (p=0.06). After adjusting for covariates in a Cox model, we found that patients with a low asbestos burden had a 3-fold elevated risk of death compared to patients with a moderate fiber burden [95% confidence interval (CI), 0.95-9.5; p=0.06], and patients with a high asbestos burden had a 4.8-fold elevated risk of death (95% CI, 1.5-15.0; p<0.01) versus those with moderate exposure. Conclusion: Our data suggest that patient survival is associated with asbestos fiber burden in MPM and is perhaps modified by susceptibility.

Verenigd Koninkrijk: zes beroepszaken tegen verzekeraars

24-06-2008

Zes hoger beroep zaken van nabestaanden van mesothelioomslachtoffers tegen verzekeraars kunnen van groot belang zijn voor de ontwikkeling van de jurisprudentie in het Verenigd Koninkrijk. De verzekeraars ontkennen aansprakelijkheid omdat er geen polisdekking was op het moment dat de ziekte zich begon te ontwikkelen. Dit moment zou niet gelijk zijn aan het moment van blootstelling aan asbest. Eén van hen stelt bijvoorbeeld dat het medisch aantoonbaar is dat de kanker niet 40 jaar geleden begon toen de asbestblootstelling plaatsvond maar pas 10 jaar vóórdat de ziekte zich openbaarde. Op dat moment bestond het bedrijf niet meer en was er geen sprake meer van polisdekking. De zaken zullen 9 weken in beslag nemen. Bron: The Guardian, 2 juni 2008.

Japan: asbestafwijkingen bij 18% omwonenden fabriek

24-06-2008

Ca. 18 procent van de omwonenden van Japanse asbestverwerkende fabrieken hebben last van asbestgerelateerde aandoeningen. Dit zijn de resultaten van een onderzoek dat het Japanse ministerie van Milieu begin juni naar buiten bracht. Bron: The Yomiuri Shimbun, Engelstalig, 5 juni 2008. Meer http://www.yomiuri.co.jp/

Multimodale behandeling bij mesothelioom

11-06-2008

Mesothelioompatiënten die in aanmerking komen voor operatieve verwijdering van de tumor hebben, volgens chirurg en oncoloog dr. Robert Cameron van de Universiteit van Californië. (UCLA), de meeste baat bij een multimodale behandeling. Deze behandeling bestaat uit een operatie, bestraling en chemotherapie. Patiënten zouden hierover zowel advies moeten vragen aan een thoracaal chirurg als aan een oncoloog. Bron: www.mesothel.com, 21 mei 2008. Meer http://www.mesothel.com/

Australie: nieuwe wetgeving voor asbestcompensatie

11-06-2008

Australiërs die eerst de ziekte asbestose krijgen en daarna mesothelioom kunnen via een nieuwe wet voor beide ziektes schadevergoeding claimen. Momenteel vervalt het recht op schadevergoeding voor mesothelioom als men al een vergoeding wegens asbestose heeft gehad. De wetswijziging wordt dit najaar aan het parlement voorgelegd. De regering verwacht dat jaarlijks ca. 50 mensen van deze wijziging kunnen profiteren. Bron: abcnet, 23 mei 2008. Meer http://www.abc.net.au/

Zwitserland: toename asbestcompensatie

31-05-2008

SUVA, de Zwitserse nationale ongevallen verzekeraar heeft tussen 1939 en 2006 meer dan 470 mln chf (290 mln euro) uitgekeerd aan 2104 asbestslachtoffers en hun nabestaanden. Sinds 2000 is het aantal uitkeringen per jaar gestegen van 100 tot 285 in 2006, waarvan 127 voor pleurale plaques, 101 voor mesothelioom en 7 voor asbestgerelateerde longkanker. De toename is vooral te danken aan de erkenning van pleurale plaques sinds 2006 als beroepsziekte. Bron: Associated Press, 15 mei 2008.

Nanobuisjes net als asbest

31-05-2008

Koolstof nanobuisjes, een van de belangrijkste nieuwe moleculen in de nanotechnologie, kunnen in het buikvlies van muizen een ontstekingsreactie veroorzaken die lijkt op het beginstadium van mesothelioom. Dat blijkt uit een studie die deze week is gepubliceerd in het tijdschrift Nature Nanotechnology. Volgens Ken Donaldson (universiteit van Edinburgh), één van de auteurs, is het te vroeg om te concluderen dat mensen die in contact komen met nanobuisjes daar ook echt kanker van kunnen krijgen. De muizen kregen de nanobuisjes namelijk ingespoten in hun buikvlies. Om het risico voor mensen te bepalen moet vast staan hoeveel nanobuisjes mensen inademen en of die moleculen in het long- of buikvlies terecht kunnen komen. Nanobuisjes bestaan uit koolstofatomen die op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Ze worden al jaren verwerkt in consumentenproducten als tennisrackets, schokbestendige fietssturen en auto-onderdelen. Bron: NRC en kennislink, 22 mei 2008. Meer http://www.kennislink.nl/

Twijfels over effecten chemotherapie bij mesothelioom

31-05-2008

Een studie in het medische tijdschrift Lancet meldt dat honderden mesothelioompatiënten van een groep van 409 geen baat hadden bij een chemokuur met mitomycin, vinblastine en cisplatine. Behandeling met vinorelbine verdient echter nader onderzoek. Bron: BBC news, 15 mei. Muers, M.F., et. al. (2008). Active symptom control with or without chemotherapy in the treatment of patients with malignant pleural mesothelioma (MS01): a multicentre randomised trial. Lancet 2008. 371:1685-94. Meer http://news.bbc.co.uk/

Muers, M.F., et. al. (2008). Active symptom control with or without chemotherapy in the treatment of patients with malignant pleural mesothelioma (MS01): a multicentre randomised trial. Lancet 2008. 371:1685-94.
BACKGROUND:
Malignant pleural mesothelioma is almost always fatal, and few treatment options are available. Although active symptom control (ASC) has been recommended for the management of this disease, no consensus exists for the role of chemotherapy. We investigated whether the addition of chemotherapy to ASC improved survival and quality of life. METHODS: 409 patients with malignant pleural mesothelioma, from 76 centres in the UK and two in Australia, were randomly assigned to ASC alone (treatment could include steroids, analgesic drugs, bronchodilators, palliative radiotherapy [n=136]). to ASC plus MVP (four cycles of mitomycin 6 mg/m2, vinblastine 6 mg/m2, and cisplatin 50 mg/m2 every 3 weeks [n=137]). or to ASC plus vinorelbine (one injection of vinorelbine 30 mg/m2 every week for 12 weeks [n=136]). Randomisation was done by minimisation, with stratification for WHO performance status, histology, and centre. Follow-up was every 3 weeks to 21 weeks after randomisation, and every 8 weeks thereafter. Because of slow accrual, the two chemotherapy groups were combined and compared with ASC alone for the primary outcome of overall survival. Analysis was by intention to treat. This study is registered, number ISRCTN54469112. FINDINGS: At the time of analysis, 393 (96%) patients had died (ASC 132 [97%], ASC plus MVP 132 [96%], ASC plus vinorelbine 129 [95%]). Compared with ASC alone, we noted a small, non-significant survival benefit for ASC plus chemotherapy (hazard ratio [HR] 0.89 [95% CI 0.72-1.10]. p=0.29). Median survival was 7.6 months in the ASC alone group and 8.5 months in the ASC plus chemotherapy group. Exploratory analyses suggested a survival advantage for ASC plus vinorelbine compared with ASC alone (HR 0.80 [0.63-1.02]. p=0.08), with a median survival of 9.5 months. There was no evidence of a survival benefit with ASC plus MVP (HR 0.99 [0.78-1.27]. p=0.95). We observed no between-group differences in four predefined quality-of-life subscales (physical functioning, pain, dyspnoea, and global health status) at any of the assessments in the first 6 months. INTERPRETATION: The addition of chemotherapy to ASC offers no significant benefits in terms of overall survival or quality of life. However, exploratory analyses suggested that vinorelbine merits further investigation.

Frankrijk: hervorming vervroegd pensioenregeling asbestwerkers

15-05-2008

In Frankrijk is in opdracht van het ministerie van Arbeid een rapport gepubliceerd met voorstellen om het systeem van vervroegd pensioneren van asbestwerkers rechtvaardiger en beter toegankelijk te maken. Voorstellen betreffen o.a. het meer rekening houden met de werkelijke asbestblootstelling. Daarnaast zouden gebruikers van de regeling een grotere bijdrage moeten gaan betalen en meer aandacht moeten geven aan preventie. Op het systeem moet zowel collectief als individueel een beroep kunnen worden gedaan. Bron: Eurogip, 7 mei 2008. Meer http://www.eurogip.fr/