In een zaak tegen voormalig asbestproducent Eternit oordeelt de rechtbank Roermond dat betrokkene de vordering tot schadevergoeding niet binnen een redelijke termijn heeft ingesteld.
In totaal zijn sinds het bekend worden met de (mogelijke) aansprakelijke partij meer dan twee jaar verstreken (sinds het bekend worden met de diagnose zelfs bijna drie jaar). De zaak betreft een man die stelde tussen 1973 en 1975 bij het verwijderen van asbestcementhoudende golfplaten van zijn garage en het dak van zijn woning aan asbest te zijn blootgesteld. In april 2006 werd bij hem de diagnose buikvlieskanker gesteld waaraan hij in januari 2008 overleed. De nabestaanden stelden dat voormalig asbestproducent Eternit onrechtmatig heeft gehandeld door destijds asbesthoudende platen in het verkeer te brengen en te laten zonder te waarschuwen voor de gezondheidsgevaren bij normaal gebruik van die platen. Al voor 1967 was Eternit bekend met de gevaren van asbest en had zij dus voor die gevaren moeten waarschuwen. Bron: Jure: rechtbank Roermond, 7 april 2010, NR. 92363/HA ZA 09-195.