In een kort geding tegen twee werkgevers oordeelt de kantonrechter Zwolle dat de vordering van een oud-werknemer met mesothelioom niet slaagt jegens beiden.
De vordering tegen de oudste werkgever strandt omdat vooralsnog niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de schade tijdens de uitoefening van die werkzaamheden is geleden. De getuigenverklaringen zijn strijdig. De vordering tegen de jongere werkgever strandt omdat vooralsnog aannemelijk is dat die werkgever geen verwijt kan worden gemaakt van de wel aannemelijk geworden asbestblootstelling. De kantonrechter neemt als uitgangspunt dat deze werkgever begin jaren 80 nog niet bekend was met de gezondheidsrisico s van chrysotiel asbest noch daarmee bekend behoorde te zijn. Bron: Rechtbank Zwolle, BL0950 d.d. 27 januari 2010.