Volgens patholoog Gibb en collega’s is de in 1997 in Helsinki overeengekomen methode om de relatie tussen asbestblootstelling en longkanker vast te stellen aan de hand van een schatting van de asbestblootstellingsfrequentie, intensiteit en het aantal vezeljaren niet nauwkeurig. Het samengaan met asbestose, een andere asbestziekte, lijkt op dit moment nog het meest betrouwbare criterium om vast te stellen dat longkanker door asbestblootstelling is veroorzaakt. Sorgdrager schrijft dat de invloed van roken de causaliteitsvraag nog moeilijker maakt. Sinds 1975 worden bijna 3000 intensief aan blauw asbest blootgestelde ex-werknemers uit het Australische Wittenoom periodiek gevolgd. In deze populatie blijkt het asbesteffect op het risico op longkanker tussen rokers en niet-rokers niet significant verschillend. Andere specifieke populatiekenmerken lijken van groter belang. Dit is opmerkelijk omdat inmiddels in de wetenschap steeds meer aangenomen wordt dat roken en asbest samen het risico op longkanker vergroten. Bron: Gibbs, A. et al. (2007). The “Helsinki Criteria” for attribution of lung cancer to asbestos exposure. How robust are the Criteria. Editorial. Arch Pathol Lab Med 131, february, 181-184. Sorgdrager, B. (2007). Longkanker en asbest, hoe zit het met de rol van sigaretten? Referaat. TBV 15, 2, 88-89.