Twee aan mesothelioom overleden oud-werknemers zijn tijdens hun werk voor scheepswerf Wilton Fijenoord in de jaren 50 en begin jaren 60 aan asbest blootgesteld. In twee uitspraken oordeelt het Hof Den Haag de verzekeraar van de scheepswerf aansprakelijk voor de kosten ten gevolge van de geleden gezondheidsschade. Samenvattend, na weging van alle omstandigheden, oordeelt het Hof: de werkgever heeft in beide zaken niet duidelijk gemaakt wat zij heeft gedaan om blootstelling van haar personeel, aan het gevaar van asbest, dat haar bekend was althans had kunnen zijn, te voorkomen of effectief, dus aan de bron, te beperken. De schade van werkgever Wilton-Fijenoord is gedekt door een aansprakelijkheidsverzekering (AVB). De verzekeraar had kunnen weten waaraan zij begon toen zij ver na uitdiensttreding van [de oud-werknemer] een AVB-verzekering sloot met een asbestverwerkend bedrijf. Bron: Hof Den Haag, 18 december 2012, BY 6205 en 6208
Bij een oud-werknemer die van 1959 tot 1967 bij de Schelde had gewerkt oordeelt het Hof Den Bosch de scheepswerf aansprakelijk omdat deze niet pas na publicatie van het proefschrift van haar bedrijfsarts Stumphius in 1969 op de hoogte zal zijn geweest van het risico van mesothelioom. De bedrijfsarts is immers al in 1962 begonnen met zijn onderzoek en uit zijn proefschrift blijkt dat hij niet uitsluitend onderzoek heeft verricht naar het risico op het ontstaan van de ziekte asbestose, maar ook naar het risico op het ontstaan van mesothelioom als gevolg van de blootstelling aan asbest. Dat dit geen ondergeschikt onderdeel was van zijn onderzoek, blijkt reeds uit de titel van zijn proefschrift evenals uit het feit dat een hoofdstuk aan dat onderwerp is gewijd. Bron: Hof Den Bosch, 18 december 2012, BY7010.