Een mesothelioompatiente vordert schadevergoeding van de werkgever waarbij haar overleden vader in de periode van 1950 tot 1975 als bankwerker in loondienst is geweest. De vordering is verjaard. Aan de hand van de zeven gezichtpunten die de Hoge Raad heeft geformuleerd in het arrest Van Hese/De Schelde (2000) oordeelt de rechtbank Rotterdam dat het beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Van belang is dat de werkgever vanaf 1962 maatregelen ter voorkoming van thuisbesmetting heeft genomen. De scheepswerf heeft immers onweersproken gesteld dat in ieder geval vanaf 1962 de werkkleding van [eiseres] sr. niet meer thuis werd gewassen maar op de scheepswerf bleef om gewassen te worden. Verder brengt een eventuele schending van de zorgplicht door de werkgever jegens werknemer niet zonder meer met zich mee dat ook tegenover zijn dochter, de huisgenote, een norm is overtreden. In dat verband is bovendien van belang dat de maatregelen die genomen moeten worden om thuisbesmetting te voorkomen (tenminste deels) andere zijn dan de maatregelen ter bescherming van de eigen werknemers. Bron: rechtbank Rotterdam, 353756, 12 oktober 2011.