De gemeenten Roermond en Westland (waaronder Wateringen valt) zijn lang druk geweest met het verwijderen van gevaarlijke asbestdeeltjes die twee grote bedrijfsbranden over hun bebouwde kom hadden verspreid. Maar wat deden diezelfde gemeenten om zulke asbestcalamiteiten te voorkómen? Het antwoord, waarschijnlijk: niet genoeg. Ondanks allerlei financiële prikkels zit er in de sanering van asbestdaken tot dusver geen vaart. Een van de oorzaken van de stagnerende asbestsanering in bedrijfspanden is dat een nieuw dak een ingrijpende operatie is met forse financiële consequenties, terwijl de met name kleine en middelgrote ondernemers de weg niet kennen in het woud van subsidies en belastingmaatregelen die voor zulke saneringen gelden. De drempel voor de verbouwing blijft daarmee hoog. Een andere reden is de passieve houding van gemeenten en provincies als het om asbest gaat. Zij zien een mogelijke asbestbrand nog te zeer als een bedrijfsrisico dat door de verzekering wordt afgehandeld, terwijl de branden in Roermond en Wateringen juist laten zien dat er een enorme maatschappelijke schade kan ontstaan. Een gunstige uitzondering in het sombere asbestverhaal vormt Overijssel, dat na een grote asbestbrand in Holten in 2006 actief is begonnen met het opruimen van asbestdaken vóórdat deze via branden over de gehele provincie worden verspreid. Overijssel keert bovenop de bestaande subsidieregelingen nog eens 3 euro vergoeding per vierkante meter verwijderd dak uit (een sanering kost in totaal 12 euro per vierkante meter). Maar misschien nog belangrijker is dat de provincie eigenaren van een asbestdak actief stimuleert tot sanering over te gaan. Deze aanpak blijkt zeer populair bij ondernemers. De gemeente Rijssen-Holten (40.000 inwoners) zal deze zomer nog de eerste gemeente van Nederland zijn waar alle bedrijfsdaken asbestvrij zijn. Bron: Trouw, 15 januari 2015.