Een man was tussen 1963 en 1969 als scheepsbeschieter werkzaam op een scheepswerf. Hij stelde tijdens zijn werkzaamheden aan asbest te zijn blootgesteld als gevolg van in zijn omgeving door een isolatiebedrijf uitgevoerde isolatiewerkzaamheden. Op 27 december 2014 overleed hij aan mesothelioom. Het isolatiebedrijf beroept zich op verjaring van de vordering. De rechter oordeelt dat dit beroep naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, waardoor de vordering niet is verjaard. De weduwe moet nader bewijs van de gestelde asbestblootstelling aanleveren om aanspraak te maken op schadevergoeding. Bron: rechtbank Rotterdam, 25 januari 2017