Vloemans en Van den Heuvel bespreken in een vervolgartikel in AV&S de ontwikkeling in de rechtspraak ten aanzien van niet-loondienstgerelateerde asbestschade sinds 2008. Conclusie is dat particulieren met personen- of overlijdensschade in de rechtspraak tegemoet worden gekomen. Dat blijkt o.a. uit de onwil om een beroep op verjaring toe te staan, en uit verhoging van de vaststelling van de zorgvuldigheidsnorm waaraan asbestproducenten en leveranciers moeten voldoen. Deze norm lijkt steeds iets verder verhoogd te worden, onder meer door het vervroegen van het tijdstip waarop de aansprakelijk gestelde partijen zich bewust hadden moeten zijn van de mogelijke gevaren van asbest. Het zullen, volgens de auteurs, voornamelijk alleen nog kleinere bedrijven zijn, die niet op reguliere basis met asbest werkten en/of waar kennis over de gevaren van asbest aantoonbaar nog niet aanwezig was in de betrokken periode, die kans maken op een geslaagd verweer tegen asbestclaims. Bron: Vloemans, N. & Van den Heuvel, A. (2013). Kroniek aansprakelijkheid voor niet-loondienstgerelateerde asbestschade, AV&S, afl. 3, juni 2013, p. 96-110.