‘In zekere zin een paradox’ noemde bestuursvoorzitter Rob van der Heijden het in zijn welkomwoord. Want ondanks het verbod uit 1993, wordt er nog elke dag in gebouwen of in de grond asbest gevonden. En er melden zich elke dag wel één of twee asbestslachtoffers bij het IAS, bij wie een asbestziekte is geconstateerd. ‘Mensen bij wie deze diagnose als bij een donderslag het hele toekomstbeeld op zijn kop zet’, aldus van der Heijden.
Zo begon vanmiddag in het SER-gebouw te Den Haag een symposium onder de titel ’25 jaar asbestverbod’. Het is dit jaar precies een kwart eeuw geleden dat er in ons land een volledig asbestverbod kwam. Voor het Instituut een goed moment om vandaag stil te staan bij de ontwikkeling van de astbestproblematiek sinds die tijd.
Daarbij deed van der Heijden een dringend beroep op alle betrokken partijen, zoals werkgevers en verzekeraars, om een einde te maken aan het probleem van de verjaring bij schadeclaims. Want de verjaringstermijn van 30 jaar komt steeds meer op gespannen voet te staan met een steeds langere latentietijd bij asbestziektes. Hij droeg het stokje over aan Jan Warning, directeur van het IAS, die als middagvoorzitter begon met een vragenrondje in de zaal over persoonlijke ervaringen met asbest.
Maar eerst was er nog een filmpje over een primeur, namelijk de introductie op de website van het IAS van het ‘Asbestregister’. Met dit register kan iedereen die in het verleden met asbest in aanraking is geweest voortaan een eigen dossier aanmaken. Het doel hiervan is om de bewijslast van asbestblootstelling in het verleden te vergemakkelijken als iemand in de toekomst onverhoopt het slachtoffer wordt van een asbestziekte.
Het was de opmaat naar het eerste gedeelte van het programma, waarin de circa 140 deelnemers konden luisteren naar diverse sprekers. Met allereerst een verhaal over het asbestverbod in historisch perspectief van voormalig advocaat Bob Ruers, die schetste hoe moeilijk het nog steeds is om asbest de wereld uit te krijgen en het moeizaam werkende systeem van handhaving en toezicht. Simone Aarendonk, beleidsmedewerker van het IAS, hield een lezing over de asbestslachtoffers ‘als erfenis van het asbestgebruik’, waarbij veel demografische gegevens voorbijkwamen over sterfte van mannen en vrouwen aan een asbestziekte, leeftijd en blootstelling in risicosectoren en beroepen. Lex Burdorf, hoogleraar Gezondheidskunde aan de Erasmus-Universiteit, legde vervolgens de zaal zijn modellen voor van de verheugende afnemende tendens van aantallen asbestslachtoffers na 2017/2018. Toch zal tot 2035 nog bij ongeveer 8000 mensen een asbestziekte worden ontdekt. Jody Schinkel van TNO tot slot ging in zijn bijdrage in op ‘een tweede erfenis’ van het asbestgebruik: asbest in-en op gebouwen, in de bodem en in de buitenlucht.
Conclusie: Nederland zit nog vol met asbest en vaak zijn mensen zich daar niet van bewust. Als laatste onderdeel voor de pauze vertelden drie asbestslachtoffers met mesothelioom hun soms opzienbarende verhaal. Over hun plotselinge ziekte, de schok die dit teweegbracht in hun persoonlijke leven en de steun die ze van het IAS hadden gekregen bij de het verkrijgen van schadevergoeding of een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers. Het relaas van de slachtoffers was voor de aanwezigen in de zaal een indrukwekkend onderdeel van dit symposium.
Verjaring steeds vaker een probleem
‘Doen we genoeg’? De rol van convenantspartijen daarbij was het onderwerp van een eerste paneldiscussie na de pauze met vertegenwoordigers van partijen die bij de oprichting van het instituut betrokken waren. Wim van Veelen (FNV), ‘uitvinder’ van het asbestregister, Mario van Mierlo (VNO-NCW/ MKB-Nederland en lid van de Raad van toezicht en advies en Arie Woltmeijer, voorzitter van de Raad van toezicht en advies waren het over één ding eens: Verjaring is steeds vaker een probleem. Er zijn schrijnende gevallen, waarbij de ziekte zich pas zeer laat openbaart en een slachtoffer vanwege verjaring geen schadevergoeding kan krijgen. De gedachten gaan nu uit naar het oprichten van een deskundigenpanel, eventueel in een ‘pilot’, dat kan adviseren over het beroep op verjaring in uitzonderlijke gevallen.
In een tweede paneldiscussie ‘Doen we genoeg’ ging het om de rol van ‘professionals’. Jos Rooijakkers, longarts, Ben Ale, emeritus hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding en Udo Waltman, directeur van SGS-search kruisten de degens met elkaar in levendig gesprek. Hieruit kwam naar voren dat er op allerlei terreinen, ook op asbestgebied, veel werk moet worden gedaan, maar dat er mechanismen zijn, die voorkómen dat problemen worden opgelost. Zoals het dilemma van geld verdienen op korte termijn en gezondheidsschade op lange termijn. Een vraagstuk dus van ethiek en moraliteit.
We waren inmiddels bijna aan het einde gekomen van ‘een boeiende en leerzame middag’, zoals bestuursvoorzitter Rob van der Heijden het verwoordde. Hij deed nogmaals een beroep op partijen om de verjaringsproblematiek op te lossen. Tot slot was er de uitreiking van de Job de Ruiterprijs. Een ‘wisseltroffee’, genoemd naar de grondlegger van het instituut, die om de twee jaar wordt uitgereikt aan iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor asbestslachtoffers. Het beeldje van de kunstenaar Kees Verkade, symboliseert ‘de mens die steun krijgt van anderen’. Leon Widdershoven, voorzitter van de Asbestslachtoffers Vereniging Nederland, won de prijs en werd de opvolger van longarts Sjaak Burgers, die de laureaat toesprak in een video-boodschap.
Lezing 1. Bob Ruers: het asbestverbod in de historische context
Lezing 2. Simone Aarendonk: kerncijfers over asbestslachtoffers
Lezing 3. Lex Burdorf: prognose toekomstig aantal slachtoffers
Lezing 4. Jody Schinkel: asbest in en om gebouwen en in de grond