Voormalig asbestverwerker Eternit wordt door nabestaanden aansprakelijk geacht voor de buikvlieskanker bij een vrouw die daaraan in 2006 overleed. De diagnose werd in 2000 bij haar gesteld. De oorzaak lag volgens de nabestaanden in het asbestafval van Eternit dat in de periode 1955 tot 1960 toegepast is als wegverhardingsmateriaal voor de verbindingsweg met de Rijssenseweg te Markelo. Zij had daar van 1987 tot 2003 gewoond. Volgens de rechtbank is niet met zekerheid vast te stellen dat die verharding in de jaren 1955-1960 met van Eternit afkomstig asbestafval heeft plaatsgevonden. Eternit wijst erop dat bij vrouwen optredend buikvlieskanker niet uitsluitend en zeker niet zonder meer asbestgerelateerd is en met name wordt gezien in het kader van hoge blootstelling (in de beroepssfeer) en dat de latentieperiode bij deze lage blootstellingsgraad onwaarschijnlijk kort is. De rechtbank erkent dat het causaal verband niet zonder meer gegeven is en daarvoor meer bewijslevering cq deskundigenonderzoek noodzakelijk zal zijn. De absolute verjaringstermijn van 30 jaar is verstreken omdat de verharding in de jaren 60 plaatsvond en de waarschuwingsverplichting van Eternit rond 1969 gold. De relatieve verjaringstermijn van 5 jaar is ook verstreken omdat de diagnose bij de vrouw al in 2000 is gesteld. Naar oordeel van de rechter is het slachtoffer op dat moment of kort daarna op de hoogte geweest met de daaruit vloeiende schade en het daarvoor aansprakelijke Eternit. Bron: rechtbank Almelo, 29 september 2010.