Geen oplossing voor de verjaring

Is het mogelijk dat de rechter zich in een asbestzaak alléén uitspreekt over de verjaring? Deze suggestie deed de minister voor Rechtsbescherming een jaar geleden in het overleg met het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Het IAS heeft onderzocht of dit een oplossing zou kunnen zijn voor het probleem van de verjaring.

Jaar in jaar uit melden zich jaarlijks ruim zeshonderd asbestslachtoffers bij het IAS. De recente melders verschillen niet heel veel met de slachtoffers die in de beginperiode aanklopten bij het instituut. De asbestslachtoffers zijn nog steeds veelal in de tweede helft van de vorige eeuw met asbest in contact gekomen. Het gevolg hiervan is dat, veel meer dan vroeger, de schadeclaims van asbestslachtoffers zijn verjaard. De verjaringstermijn bij asbestschade bedraagt dertig jaar. Voor ruim vier op de vijf claims van asbestslachtoffers die zich in 2022 hebben gemeld, geldt dat de werkgever het recht heeft zich te beroepen op verjaring.

Deelgeschil
Het beroep op verjaring staat flink ter discussie, want dit strookt niet met het rechtsbeginsel dat iedereen die schade lijdt waarvoor een ander aansprakelijk is, die ander daarvoor aansprakelijk kan stellen. Daarom hebben partijen verenigd in het IAS vastgelegd in het convenant dat er geen beroep meer wordt gedaan op de verjaring. Het convenant is echter niet voor alle werkgevers bindend. Werkgevers kunnen zich op verjaring blijven beroepen zolang de wet die mogelijkheid biedt. Het IAS is al enkele jaren in gesprek met de minister voor Rechtsbescherming om voor asbestschade  de verjaringstermijn uit de wet te schrappen.

De minister wilde echter eerst onderzoeken of er geen andere oplossingen zijn dan een wetswijziging. Vorig jaar suggereerde hij dat in die gevallen waarin de werkgever zich op verjaring beroept, het asbestslachtoffer in een deelgeschilprocedure aan de rechter zou kunnen vragen over dit punt te beslissen. Een deelgeschil gaat over een onderdeel van de hele juridische procedure. Anders dan een gewone procedure (ook wel ‘bodemprocedure’ genoemd) verloopt een deelgeschilprocedure relatief snel. Dat is een voordeel voor asbestslachtoffers.

Het IAS was bereid om de suggestie van de minister met een pilot te toetsen. Voor zes zaken werd een advocaat aangezocht en een procedure gestart. De Erasmus Universiteit werd gevraagd om deze pilot te evalueren.

Gezichtspunten
De pilot is inmiddels afgerond. In drie van de zes onderzochte dossiers heeft de rechter een uitspraak gedaan. In één dossier besliste de rechter dat het beroep op de  verjaring onaanvaardbaar was, in de twee andere zaken komt de rechter tot de slotsom dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschil.

Waarom leent een zaak zich niet voor een deelgeschil? Dat zit zo: om te beoordelen of het beroep op verjaring onredelijk is, moet de rechter naar zeven gezichtspunten kijken. Een van deze gezichtspunten is de vraag of in de bewuste zaak de werkgever een ernstig verwijt kan worden gemaakt. In twee van de drie door de rechter behandelde zaken achtte de rechter zich onvoldoende in staat om te oordelen over de verwijtbaarheid vanwege de discussie over de feiten. Omdat in een deelgeschilprocedure er geen ruimte is voor bewijslevering, leidt onduidelijkheid over de feiten tot afwijzing van het verzoek.

Dan was er de zaak waarin de rechter oordeelde dat het beroep op verjaring onaanvaardbaar was. In dit dossier was er nog een ander geschilpunt over de blootstelling. Hierover zou vervolgens een bodemprocedure moeten worden gevoerd. In dit deelgeschil krijgt het slachtoffer dus weliswaar gelijk over de verjaring, maar schiet er eigenlijk helemaal niet mee op.

De onderzoekers van de Erasmus Universiteit analyseerden de rechterlijke uitspraken. De kwestie of er een harde lijn valt te trekken tussen de beoordeling van de verjaring en die van de aansprakelijkheid van de werkgever noemen ze ‘inherent complex en onzeker’. Alles afwegende concluderen de onderzoekers dat ‘slechts in specifieke gevallen’ een asbestslachtoffer baat kan hebben bij een deelgeschilprocedure, maar dit is zeker ‘geen structurele oplossingsrichting’.

Met de pilot hebben partijen binnen het IAS opnieuw hun goede wil getoond om alle mogelijkheden te onderzoeken om ervoor te zorgen dat asbestslachtoffers niet worden geconfronteerd met de verjaring. De slotsom is echter dat alleen wetswijziging een structurele oplossing biedt.

Jan Warning
Directeur IAS en ISBG
jan.warning@ias.nl
Oktober 2023

Het rapport van de Erasmus Universiteit beschikbaar op de website van het IAS.