Scanning Elektronen Microscopy (SEM) is een microscopische techniek waarmee asbestvezels in longweefsel kunnen worden geteld en geanalyseerd. Victor Roggli deed dit bij 396 mesothelioompatiënten (longvlies-/buikvlieskanker) waaronder 28 mensen met buikvlieskanker (peritoneum mesothelioom) en 48 vrouwen. De hoogste vezelconcentraties werden gevonden bij de patiënten die ook asbestose hadden (stoflongen door asbest). Een hoger dan gemiddelde abestvezelconcentratie werd gevonden bij 87% van de mensen met longvlieskanker en 75% van de mensen met buikvlieskanker. De patiënten met buikvlieskanker door asbest hadden in het algemeen een hogere vezelconcentratie dan de groep met longvlieskanker. 60% Van de vrouwen met mesothelioom had een verhoogde asbestvezelconcentratie. Het merendeel van hen was als huisgenoot van een asbestwerker blootgesteld. Roggli zag vooral amfiboolasbestvezels (crocidoliet of amosiet), het type vezel dat in het longvlies kan doordringen. Bron: Roggli VL (2006). The role of analytical SEM in the determination of causation in malignant mesothelioma. Ultrastructural Pathology 30, 31-35.
Roggli VL (2006). The role of analytical SEM in the determination of causation in malignant mesothelioma. Ultrastructural Pathology 30, 31-35.

Abstract

The causative relationship between asbestos exposure and mesothelioma is firmly established. Some information in this regard comes from analysis of the fiber content of lung tissue by means of analytical electron microscopy. The author has had the opportunity to study the lung asbestos content of 396 cases of mesothelioma, including 28 peritoneal cases, by means of analytical scanning electron microscopy. The highest fiber levels occurred in patients who also had asbestosis, which was found in 12% of pleural and 43% of peritoneal cases. Elevated tissue asbestos content was identified in 87% of pleural and 75% of peritoneal cases. Peritoneal cases that are asbestos related have on average a higher lung fiber burden than pleural cases. Mesotheliomas in women have elevated tissue asbestos content in about 60% of cases, and many of these had a history of exposure as a household contact of an asbestos worker. The main fiber type identified in our series was amphibole, predominantly amosite. These fibers have been demonstrated to reach the target tissue, the pleura.