Wat deed je in de jaren zeventig als je een stukje asbest nodig had? Je kocht een grote plaat, pakte een figuurzaag en je maakte de vorm die je nodig had. Oud-topambtenaar Jan Willem Henfling vindt het onbegrijpelijk dat het gerechtshof in Den Haag onlangs bepaalde dat twee voormalige Rotterdamse scheepswerven verantwoordelijk zijn voor asbestkanker bij gepensioneerde werknemers, voor een besmetting die beide mannen in de vroege jaren vijftig al moeten hebben opgelopen. Volgens het hof begint de aansprakelijkheid al in 1948, toen asbestose (stoflongen door het inademen van asbestvezels) in Nederland officieel werd erkend als beroepsziekte.Vanaf dat moment kenden werkgevers een van de risico’s van asbest en hadden zij hun werknemers moeten beschermen, aldus het hof in twee arresten, die overigens nog niet onherroepelijk zijn. Er staat nog cassatie open bij de Hoge Raad. Henfling vraagt zich af hoe redelijk het, moreel gezien is, werkgevers nog aansprakelijk te houden voor de gevolgen van iets dat destijds door niemand echt serieus werd genomen. Met de wetenschapppelijke kennis van nu is het makkelijk juridisch oordelen over vroeger, zegt Henfling. Maar tussen iets kunnen weten op basis van wetenschappelijke informatie en het in de praktijk toepassen van die kennis, bestaat een enorme kloof. Bron: Trouw, 12 januari 2013.