Een medewerker van het ministerie van defensie is in zijn functie van scheepsmaker langdurig aan asbest blootgesteld geweest. Hij kreeg na een aantal jaren longkanker en vervolgens slokdarmkanker waaraan hij is overleden. De rechtbank oordeelt dat het ontstaan van de longcarcinoom voor 50% aan roken is toe te rekenen en voor 50% aan asbestblootstelling. De Centrale Raad van Beroep bevestigt het oordeel van de rechtbank dat het ministerie onrechtmatig heeft gehandeld door het langdurig blootstellen aan asbest van betrokkene.Hierdoor is het risico op longkanker aanzienlijk vergroot en uiteindelijk verwezenlijkt. Het rookgedrag van de medewerker kan niet gezien worden als opzet of bewuste roekeloosheid.

Bron: rechtspraak.nl, LJN: AT5582, 12 mei 2005.