Een weg- en waterbouwbedrijf heeft gedurende een langere periode graafwerkzaamheden verricht op het terrein van een voormalige vuilstort met asbest in het stortlichaam, waardoor asbest(vezels) op of in de bodem en in de lucht werden gebracht en gevaar voor de gezondheid is ontstaan. Daarbij zijn haar werknemers, andere personen op het terrein en de omgeving op een volstrekt onaanvaardbare manier blootgesteld aan niet-hechtgeboden asbestvezels, en geen van de (onder)aannemers is hiervoor gewaarschuwd. Het bedrijf heeft hierdoor mensen onnodig blootgesteld aan ernstige gezondheidsrisico’s alsmede hen mogelijk levenslang angst bezorgd dat zij een dodelijke asbestgerelateerde ziekte kunnen ontwikkelen. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelt het bedrijf voor deze feiten tot een geldboete van 150.000 euro, waarvan 50.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Bron: rechtspraak.nl, Rechtbank Oost-Brabant, 23 december 2015.