Vrouwen tasten vaker in duister over oorzaak mesothelioom
Vrouwelijke arbeiders naaien en knopen asbestmatrassen dicht (gebruikt voor het bekleden van boilers in slagschepen) in Turner Bros., Asbestos Factory, Trafford Park, Manchester, september 1918 (iwm.org.uk)
Sinds de oprichting van het IAS in 2000 zijn 842 aanvragen van vrouwen met mesothelioom in behandeling genomen. Daarmee ligt het aantal meldingen aanmerkelijk lager dan bij mannen, die tijdens hun werkzame leven vaker met asbest in contact zijn gekomen.
Er is nog een belangrijk verschil. Vaker dan mannen weten vrouwelijke slachtoffers niet precies waar de blootstelling heeft plaatsgevonden. Dat blijkt uit de arbeidshistorische onderzoeken die het IAS bij elke aanvraag verricht. Om meer zicht te krijgen op de oorzaken van de ziekte bij vrouwen, heeft het IAS het onderzoek ‘Vrouwen en mesothelioom’ laten uitvoeren. Het in oktober opgeleverde rapport bevat de uitkomsten van een literatuurstudie, een steekproef van de gegevens van het IAS en interviews met vrouwelijke asbestslachtoffers en een nabestaande.
Oorzaken vaker buiten het werk
Uit het onderzoek blijkt dat de oorzaken van mesothelioom bij vrouwen in vergelijking met mannen meer uiteenlopen. Het verband tussen de ziekte en het uitgevoerde werk kan bij veel mannelijke slachtoffers aantoonbaar worden gemaakt. Bij vrouwen ligt de oorzaak vaker buiten het werk, zo blijkt uit de literatuurstudie. Hierbij kan het gaan om huishoudelijke- en milieublootstelling of een combinatie daarvan. Daarnaast blijken verbouwingen en renovaties in de eigen woning veel voorkomende bronnen. Aangezien asbest in het verleden is verwerkt in ruim drieduizend producten kan ook het gebruik van bijvoorbeeld asbestkookplaatjes een bron van blootstelling zijn.
De slachtoffers kunnen ook zijn blootgesteld via het werk van een gezinslid of andere huisgenoot. De vader van mevrouw Mol werkte als isoleerder op een scheepswerf. ‘Mijn moeder deed zijn ketelpakken gewoon in de wasmachine en dat was één keer in de week wassen. Zodoende zijn wij als kinderen daar ook verschrikkelijk aan blootgesteld.’ Mevrouw Peters vertelt dat haar vader een sloopbedrijf bezat en geregeld sloopafval op het erf had staan. Zij vermoedt te zijn blootgesteld via de werkkleding van haar vader en het puin dat vaak rondom haar ouderlijk huis lag. Nabestaande meneer Van Dijk vertelt dat zijn inmiddels overleden vrouw en hij vermoedden dat make-up de bron van blootstelling was. ‘Zij wilde ook make-up toen ze veertien of vijftien was. En tot voor kort zat er nog asbest in. Ja, als je dat als klein meisje op je ogen doet, het verpulvert en je ademt het in… Dat is voor mij de enige logische verklaring dat een vrouw dat naar binnen krijgt.’
Gebrek aan kennis
Uit de literatuur blijkt verder dat het aantal vrouwelijke slachtoffers in de loop der tijd is toegenomen. Ook is sprake van een gebrek aan wetenschappelijke kennis op dit terrein. In veel studies wordt de nadruk gelegd op de beroepsmatige blootstelling, waardoor de andere oorzaken worden gemist die vaker bij vrouwen voorkomen. Als er bij vrouwelijke slachtoffers wel sprake is van een beroepsmatige blootstelling, wordt dat door de focus op de risicovolle mannelijke beroepen vermoedelijk vaker over het hoofd gezien. In het rapport worden enkele sociaal-culturele factoren benoemd die hieraan bijdragen, zoals een onderschatting door medische professionals van de asbestblootstelling bij vrouwen. Ook is het voor zowel medici als vrouwelijke slachtoffers lastig om de beroepsmatige, huishoudelijke- of milieublootstelling te identificeren. Mogelijk wordt daardoor de oorzaak niet of incorrect achterhaald. Vrouwen kunnen hierdoor een verkeerde diagnose en niet de juiste behandeling krijgen. Daarnaast kan het gebrek aan kennis en bewustzijn de preventie van blootstelling in de toekomst belemmeren.
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoeksrapport worden twee aanbevelingen aan het IAS gedaan. Door tijdens het arbeidshistorische onderzoek specifieke categorieën te hanteren, kan meer inzicht worden verkregen in het bredere spectrum van asbestblootstelling bij vrouwen. Ten tweede kan informatieverstrekking hieromtrent bijdragen aan een groter maatschappelijk bewustzijn. Hierdoor kunnen vrouwelijke slachtoffers beter worden bereikt en worden meer data verzameld. Meer kennis over de oorzaken en een groter bewustzijn dragen bij een snellere diagnostiek en de juiste medische interventies.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeker Stella Jonkhout onder inhoudelijke begeleiding van Prof. dr. Lex Burdorf van het Erasmus MC in Rotterdam. De namen van de geïnterviewde asbestslachtoffers zijn gefingeerd. Bekijk hier het volledige rapport.
Stella Jonkhout (Redactie: Dennis Derksen)
December 2021
Foto: Vrouwelijke arbeiders naaien en knopen asbestmatrassen dicht (gebruikt voor het bekleden van boilers in slagschepen) in Turner Bros., Asbestos Factory, Trafford Park, Manchester, september 1918 (iwm.org.uk)