Verslag lustrumcongres IAS 26 januari 2010

Op dinsdag 26 januari 2010 bestond het IAS 10 jaar. Brigitte Hendrikx, beleidsmedewerker van de Sociaal-Economische Raad maakte een kort verslag van deze dag. Een uitgebreid verslag wordt in april gepubliceerd.

Op 26 januari jl. vierde het IAS (Instituut AsbestSlachtoffers) zijn 10-jarig bestaan. Het centrale thema voor dit lustrumcongres was: 10 jaar IAS zorgvuldig, snel en laagdrempelig. Het -bomvolle- programma beloofde de bezoekers, inclusief het woord van welkom en het slotwoord, maar liefst 11 sprekers, een 4-tal intermezzo en een paneldiscussie. En dat allemaal in een tijdsbestek van drie en een half uur, dat zou voor dagvoorzitter Marlies Claasen een flinke uitdaging zijn. Maar, dat kan ik nu alvast verklappen, tot 5 minuten voor het einde, toen we met een niet-voorziene verrassing werden geconfronteerd waarover straks meer, lag de lustrumviering qua tijd exact op schema.

IAS-bestuursvoorzitter Rob van der Heijden opende de rij van sprekers en sprak over 10 jaar IAS. Hij stond stil bij de medische en epidemiologische gevolgen van asbest en de rol van het IAS daarbij. Ook memoreerde hij de missie van het IAS: op snelle, zorgvuldige en laagdrempelige wijze de bij hem ingediende aanvragen behandelen. Het IAS zal dit blijven doen, zolang dit noodzakelijk is. Nu kunnen alleen aanvragen in behandeling worden genomen wanneer sprake is van de ziekte mesothelioom. Niet uitgesloten is dat in de toekomst een uitbereiding plaatsvindt en dat ook aanvragen op basis van asbestose en asbest gerelateerde longkanker bij het IAS kunnen worden ingediend.
In het daarop volgende intermezzo heeft het IAS de professor-Job de Ruijter-prijs in het leven geroepen, een wisseltrofee (een bronzen beeld van Kees Verkade) die om de twee jaar wordt uitgereikt aan iemand die eraan heeft bijgedragen de problematiek van de IAS-slachtoffers een stap verder richting oplossing te brengen. Voor de eerste keer is de prijs uitgereikt aan professor Job de Ruijter, de adviseur voor oprichting van het IAS.

Jose Hilgersom (DG SZW) spreekt over het overheidsbeleid voor asbestslachtoffers. Zij noemt hulp en steun de kern van de activiteiten van het IAS, die maken dat asbestslachtoffers een juridische lijdensweg wordt bespaard. Aan de drie kenmerken zorgvuldig, snel en laagdrempelig voegt zij een nieuw kenmerk toe: wezenlijk. Het IAS doet werk dat goed is en dat er toe doet, het neemt zorg uit handen van mensen.
Het IAS heeft zich als bruggenbouwer tussen slachtoffers, werkgevers, verzekeraars en overheid bewezen.
De overheid is zich in de loop der jaren steeds meer bewust geworden van de schadelijke gevolgen van asbest. In 1993 is in Nederland het werken met alle vormen van asbest verboden, sinds 2005 geldt dat voor heel Europa.
De overheid zal alert blijven op een veilige en verantwoorde verwijdering van asbest. De Arbeidsinspectie blijft daarop toezien. Ook hoopt de overheid op een asbestvrij toekomst.

De vraag van Leo Hartveld (vakcentrale FNV) of we onszelf nu moeten feliciteren of condoleren met het 10-jarig bestaan zette gelijk de toon van zijn somber getinte toespraak. Nog steeds worden werknemers/burgers blootgesteld aan asbest (zie de berichten in Trouw ongeveer twee weken geleden). Nog steeds worden asbesthoudende producten in Nederland geïmporteerd, zo blijkt uit internationale berichtgeving.
Met de sombere constatering dat de diagnose mesothelioom onherroepelijk betekent dat het doodvonnis is getekend, pleit Hartveld voor een verhoging van de financiele tegemoetkoming. Ook vraagt hij, mede gezien de onredelijke en onmenselijke bewijslast, om uitbreiding van de werkingsfeer van het asbestconvenant tot asbestoseslachtoffers en asbestslachtoffers met longkanker. Tot slot wijst hij nog op de verjaringstermijn die hij eveneens betitelt als onredelijk en onmenselijk.

Niek-Jan van Kesteren (VNO-NCW) betoogde in zijn presentatie dat de redenen van oprichting van het IAS (verkorting juridische lijdensweg, erkenning ervaren leed en beheersbaar houden kosten van juridische procedures) nog steeds actueel zijn.
Reagerend op het voorstel van Hartveld doet hij de toezegging dat werkgevers bereid zijn mee te denken over verhoging van de tegemoetkoming.
Verder merkt hij op dat de tijd rijp is om in overleg met de raad van bestuur van het IAS te bezien hoe ook asbestoseslachtoffers in aanmerking kunnen komen voor een financiele tegemoetkoming, maar uitdrukkelijk niet actieve bemiddeling voor aansprakelijkheid.
Uitbreiding met de asbestgerelateerde longkanker slachtoffers is nog niet aan de orde. Eerst moet nog veel meer informatie over de medische causaliteit beschikbaar komen.

Als laatste spreker voor de pauze was Alexander Rinnooy Kan aan de beurt, die begon met de bekentenis dol op taartjes te zijn om zo even te kunnen vertellen dat het IAS allen in het SER-gebouw die ochtend op een tompouce had getrakteerd.
De kern van zijn inleiding was hoe zouden we op dit moment met de (arbo)kennis van nu -een populaire politieke uitdrukking tegenwoordig- de asbestproblematiek aanpakken als die zich op dit moment zou voordoen. Asbest zou nu worden aangepakt op een manier die vergelijkbaar is met de manier waarop een nieuwe technologie, d.w.z. een technologie, waarbij nauwelijks iets bekend is over de mogelijk effecten ervan, wordt aangepakt. Een technologie ook waarvan de relevantie en het potentieel van de techniek niet ter discussie staat.
Hij plaatst dat in het breder kader van ontwikkelingen op het arboterrein. Zo passeren de zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers, de RI&E, het plan van aanpak, het SER-advies Evaluatie Arbowet 1998(2005/09), de Arbowet 2007 op grond waarvan werkgevers en werknemers gezamenlijk invulling moeten geven aan de manier waarop de in deze wet geformuleerde doelvoorschriften moeten worden bereikt en arbocatalogi de revue. Om tot slot uit te komen bij het denken en toepassen van het voorzorgbeginsel en het SER-advies Veilig omgaan met nanodeeltjes op de werkplek (2009/01), waarin dat beginsel voor het eerst expliciet is terug te zien.
De werkwijze die rond nanodeeltjes is gevolgd is een werkwijze die we zouden hebben gevolgd als de asbestproblematiek zich nu zou hebben voorgedaan.

Na de break kwamen ook de medische aspecten aan bod. Zo heeft Bas de Mol (hoogleraar thoraxchirurgie AMC) verteld over het medisch onderzoeksprogramma van het IAS, waarin onder meer wordt gestreefd naar een infrastructuur van gekoppelde databanken. Ronald Damhuis (coördinator kankerregistratie IKR) nam een aantal voorspellingen over het beloop van de epidemie van mesotheliomen die in binnen- en buitenland in de loop der tijd zijn gedaan met de zaal door. Sjaak Burgers (coördinator expertgroep mesotheliomen NVALT) gaf antwoord op de vraag of asbestkanker ooit te genezen is? In ieder geval niet met de huidige geneesmiddelen, dus hard blijven zoeken naar nieuwe middelen.

Tijdens een volgend intermezzo werd aan prof. Marc van de Vijver, coordinator van het Nederlands Mesotheliomen Panel, met welk panel het IAS nauw samenwerkt, het eerste exemplaar uitgereikt van het verslag “10 jaar Instituut Asbestslachtoffers: Aanloop en de jaren 2000-2009”. Het boekje werd samengesteld door Simone Aarendonk en Machiel van der Woude.
De laatste inleiding over werkgeversaansprakelijkheid voor beroepsziekten anno 2010 werd verzorgd door Ton Hartlief (hoogleraar privaatrecht UvM). Het IAS heeft het aansprakelijkheidsrecht geleerd dat protocollering van groot belang is evenals de normering van vergoeding en het stellen van scherpe normen. Daarom verdient het IAS in de geschiedenis van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht een bijzondere vermelding.

Het panel bestaande uit Bert van Boggelen(CNV), Bob Ruers (juridisch adviseur Comité Asbestslachtoffers), Peter Tunnisen (SVB) en Richard Weurding (Verbond van Verzekeraars) boog zich onder leiding van Machiel van der Woude over de stelling: de reikwijdte van het IAS moet in de komende jaren worden uitgebreid. Evenals de zaal was ook het panel in voor een uitbreiding van de IASwerkzaamheden in ieder geval waar het asbestoseslachtoffers betreft.

Tijdens het slotwoord van Jan Gmelich Meijling openbaarde zich dan de verrassing: IAS-directeur Machiel van der Woude werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
De Haagse wethouder Frits Huffnagel spelde hem de bijbehorende versierselen op wegens zijn verdienste als directeur van het IAS en zijn vele en diverse activiteiten op maatschappelijk vlak (voetbal en cultuur).

29 januari 2010
Brigitte Hendrikx