Veel ontwikkelingen rond TSB-regeling
Met de uitbreiding met drie stoffengerelateerde beroepsziekten, een herziening van de beoordelingsprotocollen en pilots voor mensen met CSE en allergisch beroepsastma, zijn er rond de TSB veel noemenswaardige ontwikkelingen.
De regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) is er voor mensen die ziek zijn geworden door het werken met gevaarlijke stoffen. Via de regeling kunnen (oud-)werkenden erkenning krijgen dat zij een beroepsziekte hebben opgelopen, in de vorm van een eenmalige financiële tegemoetkoming. Bij de uitvoering zijn drie organisaties betrokken. Het ISBG begeleidt mensen in alle stappen van hun aanvraag en verzamelt de relevante gegevens, zoals met een bezoek aan huis. Vervolgens beoordeelt het onafhankelijke Deskundigenpanel, dat wordt gecoördineerd en ondersteund door Bureau Lexces van het RIVM, of er sprake is van een beroepsziekte volgens de regeling. Tot slot brengt het ISBG een advies uit aan de Sociale Verzekeringsbank over het recht op de tegemoetkoming.
Uitbreiding met drie beroepsziekten
Vanaf 2023 is de TSB open voor mensen die lijden aan allergisch beroepsastma, CSE en longkanker door asbest. Op 1 juli 2025 is de regeling uitgebreid met drie andere stoffengerelateerde beroepsziekten: silicose, neus(bijholte)kanker door houtstof en longkanker door respirabel kristallijn silica (voorkomend in kwartsstof). Meer mensen kunnen zich nu dus voor de regeling melden. Dat is goed nieuws, vindt Simone Artz, hoofd uitvoering bij het ISBG. ‘Het is natuurlijk altijd fijn dat meer mensen erkenning kunnen krijgen voor het verlies van gezonde levensjaren in de vorm van een eenmalige tegemoetkoming van de overheid’, vertelt ze.
Ter voorbereiding op de uitbreiding heeft de Adviescommissie Lijst Beroepsziekten per beroepsziekte een nieuw beoordelingsprotocol opgesteld. Het ISBG heeft de website gereed gemaakt voor de aanvragen en alle dossierbehandelaars en huisbezoekers bijgeschoold. Artz: ‘Met ons uitvoeringsteam hebben we kennissessies gehouden, zodat we weten wat de beroepsziekten inhouden en wat de protocollen voor onze uitvoeringspraktijk betekenen. Daarnaast werken we samen met onze ketenpartners aan de bekendheid van de regeling en de uitbreiding met de drie nieuwe beroepsziekten. Onze communicatie is gericht op de artsen en andere zorgverleners en werknemers in bepaalde sectoren, via de brancheorganisaties en vakbonden.’ In de toekomst zullen zelfs meer stoffengerelateerde beroepsziekten aan de TSB worden toegevoegd. Artz: ‘Dat is ook voorzien bij de start van de regeling. Wanneer en om welke beroepsziekten het precies zal gaan, is uiteindelijk aan de Adviescommissie en de staatssecretaris van SZW.’
Kosteloze diagnose CSE
De uitbreiding van de TSB-regeling is niet de enige verandering. Ook loopt er momenteel een pilot voor mensen die mogelijk lijden aan CSE, ook wel bekend als de ‘schildersziekte’. Deze mensen hoeven de kosten van het neuropsychologisch onderzoek, wat nodig is voor de diagnose en het aanvragen van de tegemoetkoming, niet meer zelf te betalen. Het onderzoek vindt plaats bij het Solvent Team, onderdeel van de Polikliniek Mens en Arbeid (PMA) in Amsterdam. De pilot loopt tot 1 maart 2026 en wordt gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aan de deelname worden enkele voorwaarden gesteld. ‘Mensen moeten met medische gegevens kunnen aantonen dat er een vermoeden is van CSE, bijvoorbeeld dat er sprake is van geheugenproblemen’, vertelt Ellen Geleijnse, senior dossierbehandelaar bij het ISBG. ‘Ook moet de patiënt een aantal jaren aan oplosmiddelen zijn blootgesteld. Verder mag er geen sprake zijn van andere aandoeningen die de uitkomst van het onderzoek kunnen beïnvloeden, zoals een depressie, verslaving of ernstige slaapproblemen. Mensen hoeven de medische gegevens niet zelf aan te leveren, na een machtiging vragen wij deze op. Is het dossier eenmaal compleet, dan beoordeelt onze medisch adviseur of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet voor doorverwijzing naar het Solvent Team.’ Het onderzoek begint met een intakegesprek. Daarna volgen er diverse testen die tezamen zo’n vier uur duren. Geleijnse: ‘Dat kan voor mensen met CSE natuurlijk heel belastend zijn. Wat helpt is dat de partners en kinderen bij het onderzoek aanwezig mogen zijn. Zij kunnen ondersteuning bieden en krijgen zelf ook meer duidelijkheid.’ Ze hoopt dat de pilot na de looptijd zal worden omgezet in een structurele voorziening. ‘Het gaat immers om een relatief klein aantal mensen bij wie de diagnose nog niet goed is gesteld. Bovendien wordt er tegenwoordig meer met beschermende middelen gewerkt, waardoor de patiëntengroep niet veel groter wordt. Het zou mooi zijn als deze mensen ook in de toekomst voor het onderzoek geen kosten hoeven te maken. Zo kunnen zij kans maken op een tegemoetkoming en de erkenning die daarbij hoort. Bovendien maakt de diagnose de mensen duidelijk waar hun klachten vandaan komen.’
Onderzoek naar relatie astma en werk
Ook loopt er tot 1 maart 2026 een door SZW gefinancierde pilot voor mensen die lijden aan allergisch astma, maar bij wie de relatie met het werk nog onvoldoende is onderzocht. Dan is dus niet duidelijk of het om allergisch beroepsastma gaat. Indien een aanvraag door het Deskundigenpanel negatief wordt beoordeeld, kan het panel aangeven dat de aanvrager wel voldoet aan de voorwaarden van de pilot. Vervolgens kan het ISBG de aanvrager doorverwijzen naar de PMA of het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL). Deze kunnen in samenwerking met de bedrijfsarts een werkplekonderzoek uitvoeren. Lukt dat niet, dan kan een allergietest worden gedaan. Geleijnse: ‘Langs die route kan een aanvrager alsnog een positief oordeel krijgen, of in elk geval te weten komen welke beschermende maatregelen er op de werkplek nodig zijn. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de aanvrager nog werkzaam is in dezelfde functie die de oorsprong is van de klachten. In werk dus, waarbij hij of zij wordt blootgesteld aan de stof of stoffen die de allergie hebben veroorzaakt.’
Afgewezen aanvragen opnieuw bekeken
Naast de nieuwe beoordelingsprotocollen zijn de protocollen voor allergisch beroepsastma, longkanker door asbest en CSE herzien. De herziening betekent onder meer dat de diagnose van de behandelend arts meer leidend wordt, zij het dat het ISBG altijd aanvullende medische gegevens kan opvragen. Bij mensen met longkanker door asbest zal meer rekening worden gehouden met de individuele variatie in blootstelling op basis van de reële werksituaties in het verleden. Voor mensen met allergisch astma komt er de eerder beschreven mogelijkheid om de werkgerelateerde oorzaken te onderzoeken. Daarnaast zijn de protocollen voor longkanker door asbest en longkanker door silica samengevoegd, omdat mensen in de praktijk vaak aan zowel asbest als kwartsstof zijn blootgesteld. De Adviescommissie werkt de komende tijd aan een uitbreiding van de lijst met kankerverwekkende stoffen die longkanker kunnen veroorzaken.
Door de herziening van de protocollen zouden eerder afgewezen aanvragen alsnog goedgekeurd kunnen worden. ‘Deze mensen zijn met een brief van de SVB op de herziening geattendeerd, zodat ze kunnen besluiten om zich opnieuw bij ons te melden’, aldus Artz. ‘Vervolgens zal het Deskundigenpanel de eerder aangeleverde gegevens opnieuw gaan toetsen.’
Dennis Derksen, juli 2025