Persoonlijke aandacht voor aanvragers heel belangrijk’
In de augustus-nieuwsbrief van de Asbestslachtoffers Vereniging Nederland staat een interessant artikel van redacteur Sven Poels over Nadine van Caspel-Steyn. Bij de 53-jarige Brabantse is peritoneaal (buikvlies)mesothelioom vastgesteld. Het artikel gaat niet zozeer over haar ziekte, maar over de manier waarop ze hiermee omgaat. Begin dit jaar besloot ze om ‘intuïtief’ te gaan schilderen. ‘Elk werk ontstaat organisch, zonder vooropgezet plan, geleid door mijn gevoel en de momenten die mij raken’, vertelt ze. Het IAS en ISBG schaften één van haar oogstrelende werken aan. Samen met haar man kwam ze het persoonlijk afleveren op het kantoor in Den Haag. Het werd een ontmoeting die veel indruk op de aanwezigen heeft gemaakt. Voor Nadine was het ‘een speciale en waardevolle ervaring waar ik zeer dankbaar voor ben.’
‘Enorme impact op leven en gezin’
Nadines ziekte is een ongeneselijke vorm die momenteel weliswaar succesvol is behandeld, maar op elk moment terug kan komen. Haar verhaal is typerend voor de kwetsbare situatie waarin veel mensen met een beroepsziekte verkeren. ‘Als we voor het eerst in contact komen met mensen die lijden aan longkanker door asbest, zijn ze er vaak al heel slecht aan toe. Je weet dan ook dat het nooit meer echt goed zal komen’, vertelt Desi Haag, dossierbehandelaar bij het ISBG. In het geval van allergisch beroepsastma gaat het soms nog om relatief jonge mensen, legt ze uit. ‘Mensen die eigenlijk in de kracht van hun leven zouden moeten staan. Zij vertellen over de enorme impact die de ziekte op hun leven heeft, maar ook op het gezin. Twee kleine kinderen en dan al aan een zuurstofapparaat. Dan denk ik: jeetje, het zal je maar overkomen.’ Chantal van der Schee, dossierbehandelaar bij het IAS, heeft regelmatig geëmotioneerde mensen aan de telefoon. ‘Opeens zijn ze ziek en komen op korte termijn te overlijden, dat overrompelt mensen natuurlijk heel erg. Ze gaan terug in het verleden om te kijken: waar heb ik dit opgelopen? Sommigen voelen ook frustratie en boosheid. Hoewel vroeger niemand wist van het gevaar van asbest, nemen de slachtoffers het hun oude werkgever erg kwalijk. Het is vaak heel heftig. Het leed dat achter de ziekte schuilt, raakt mij persoonlijk ook.’
Een luisterend oor
De dossierbehandelaars zijn gedurende de procedure voor een financiële tegemoetkoming -of een schadevergoeding in het geval van asbestose en mesothelioom- het vaste aanspreekpunt voor de aanvragers. Ze helpen bij vragen of onduidelijkheden, onderhouden het contact met de oud-werkgever(s) en maken het dossier met alle medische stukken voor het deskundigenpanel compleet. Het contact tussen de dossierbehandelaar en de aanvrager gaat via mail, post en telefoon, in dit laatste geval soms elke twee weken. ‘De één zegt: bel maar als er nieuws is. De ander vindt het prettig om regelmatiger te bellen’, zegt Haag. ‘Vooral de oudere generatie wil echt wel even zijn verhaal kwijt. Als dossierbehandelaars bieden we graag een luisterend oor. En soms helpen we nog een beetje verder. Als mensen in een benarde situatie zitten en niet weten waar ze moeten aankloppen, zoals met schulden. Het gaat vaak om alleenstaanden, ze zien door de bomen het bos niet meer.’ Uit de belevingsonderzoeken die het IAS en ISBG met regelmaat uitvoeren, blijkt dat de aanvragers zowel de praktische hulp als de persoonlijke aandacht positief waarderen. ‘Ze verdienen deze aandacht natuurlijk ook gewoon’, zegt Van der Schee. ‘Zeker de mensen waarvan je weet dat ze niemand meer hebben. Dan denk ik: laat ik die persoon nog eens bellen, die zit daar zo alleen. Vaak noteer ik wat ze mij vertellen, zodat ik daar een volgende keer naar kan vragen. Dat vinden de mensen fijn. Het stukje persoonlijke aandacht is heel belangrijk.’
‘Erkenning geeft ook rust’
In de regelingen voor mensen met een asbest- of stoffengerelateerde beroepsziekte is het recht op financiële compensatie vastgelegd. Daarnaast wordt nadrukkelijk het bieden van erkenning aan de slachtoffers benoemd. Van der Schee weet hoe waardevol die erkenning is. ‘Bij slachtoffers speelt vaak de oneerlijkheid een rol, wat een bron is voor frustratie en boosheid. Het feit dat ze zich kunnen aanmelden bij het IAS of ISBG draagt bij aan het bieden van een stukje erkenning. Maar natuurlijk ook een positief besluit van de SVB, of een positief eindresultaat van de bemiddeling voor een schadevergoeding. De erkenning geeft de mensen een stukje rust, omdat ze gezien worden. Het verzacht voor een deel. We hebben zelfs mensen gehad waarbij de oud-werkgever wel wilde betalen, maar geen aansprakelijkheid erkende. Een enkeling heeft gezegd: dan gaan we het niet doen. Mensen willen gewoon dat er erkend wordt dat het niet goed is gegaan en dat daardoor leed is aangericht.’ Is er sprake van een negatieve beoordeling, dan ligt het vaak niet aan de aannemelijkheid dat het werk de oorzaak is van de ziekte, legt Haag uit. ‘Als je het logisch bekijkt, dan is die relatie vaak wel te leggen. Maar het verband tussen de ziekte en het werk moet voor het deskundigenpanel in de medische stukken ook goed te lezen zijn. Mensen houden bij een negatief oordeel toch het gevoel van onrechtvaardigheid. Het zijn niet de leukste gesprekken. Ik baal er persoonlijk wel van om dat slechte nieuws te moeten brengen, want je gunt het de mensen zo.’
Taart en bloemen
Beiden merken veel van de waardering voor hun dienstverlening en de manier waarop zij de mensen gedurende de procedure te woord hebben gestaan. Van der Schee krijgt leuke berichten als de aanvraagprocedure tot een bevredigend resultaat heeft geleid. ‘Mensen zijn heel erg dankbaar. Dat is natuurlijk fijn om te merken. Soms krijgen we op kantoor zelfs taart, of bloemen.’
‘Eén van mijn collega’s heeft twee keer bloemen gehad’, vult Haag aan. ‘Ik nog niet. Daar maken we op kantoor wel eens grapjes over. Wel bellen mensen vaak terug om te bedanken voor het proces, het luisteren en het meedenken. Ontzettend bedankt voor alles, hoor ik vaak. Dat is voor mij al voldoende, dan ben ik ook blij…’
Dennis Derksen,
Oktober 2024